Persoonsgegevens
| Voornaam | Regina |
| Initialen | R. |
| Achternaam | Grelinger |
| Geslacht | Vrouw |
| Leeftijd | 53 |
| Beroep | Musicus |
| Woonplaats | 's Gravenhage |
| Geboren | 12 december 1888 in Amsterdam |
| Overleden | 21 januari 1971 in 's Gravenhage |
| Gearresteerd op | 22 april 1942 |
Oranjehotel
| Datum in Oranjehotel | 21 mei 1942 |
| Oranjehotel verlaten | 28 november 1942 |
| Vonnis | 6 maanden gevangenisstraf |
| Vervolg | Westerbork Apeldoornse Bos, hieruit is ze ontsnapt en is samen met haar man in onderduik gegaan. |
Categorieën
Vervolgden JodenGedenkboek van het Oranjehotel
Archief van het NRK (Nationaal Archief te Den Haag)
Ingezonden verhalen over Regina Grelinger
INgekorte versie
De oorlog en bezetting
Advertentie van Regina Grelinger in De Volkskrant, 20-02-1941
Advertentie van Regina Grelinger in De Volkskrant, 20-02-1941 (Delpher)
Begin mei 1940 had Regina het plan om opera ‘Rembrandt van Rijn’, van haar in Parijs wonende neef Charles Grelinger te gaan uitvoeren, met Ru Kolthoff als regisseur. In de kranten werd alleen dit voornemen gemeld, maar niet de opvoering zelf. Wellicht leidden de oorlogshandelingen ertoe dat er andere prioriteiten werden gesteld, zoals de cabaretvoorstellingen voor gewonde Nederlandse militairen die Ru Kolthoff en Regina Grelinger gaven van mei tot november 1940.
In september 1940 verhuisden zij van de Badhuiskade naar Frankenslag 344. Op dit adres woonden Jacob van Gelderen en Alexandrina de Vries met twee van hun kinderen. Onder druk van de omstandigheden pleegde dit Joodse echtpaar, samen met kinderen, op 14 mei 1940 zelfmoord. Kolthoff en Grelinger konden het huis huren.
Regina ging in het begin van de oorlog gewoon door met haar muzikale activiteiten, de ‘Fledermaus’ in januari, ‘Lustige Witwe’ in september en ‘Figaro’s Hochzeit’ in oktober. Zij continueerde ook haar muzieklessen en opera- en cabaretklassen, en muziekavonden met haar leerlingen in Pulchri Studio te Den Haag. Zij meldde zich begin 1942 niet aan bij de Kultuurkamer en zocht begin 1942 een sopraan en bariton voor een hoofdrol en een kleine accordeon voor een leerling in de Haagsche Courant.
Arrestatie
Regina werd 22 april 1942 gearresteerd nadat zij in Den Haag met haar leerlingen een concert gegeven had, omdat zij zich niet aangemeld had bij de ‘Kultuurkamer’ en werd naar de politiegevangenis gebracht. Daar ontdekte de Sicherheits Polizei dat zij ‘Joods bloed’ had. Mogelijk kwam dit door haar uiterlijk. Bram van der Vlugt (een van haar latere leerlingen) beschreef haar als een struise vrouw met forse boezem en een forse neus. Regina had zich niet aangemeld als Joods. Zij was niet joods opgevoed, was als doopsgezind geregistreerd in het bevolkingsregister en stond in contact met dominee H.W. Meihuisen van de doopsgezinde gemeente in Den Haag. Waarschijnlijk vond de autonome Regina dat zij zich daarom niet als Joods hoefde te melden bij de Duitse autoriteiten. Op 21 mei 1942 werd zij naar de strafgevangenis van Scheveningen (Oranjehotel) overgebracht. Rechter Adalbert Joppich van das Deutsche Landesgericht in Den Haag veroordeelde haar op 28 mei 1942 tot 6 maanden gevangenisstraf (zonder aftrek voorarrest) wegens het Nicht beachten Anmeldepflicht für Juden.
Deur van het Oranjehotel in Scheveningen
Deur van het Oranjehotel in Scheveningen (CC BY-SA 3.0 – P.L. van Till – wiki)
De Sicherheits Polizei heeft veel werk gemaakt van haar ontkenning Joods te zijn. Ondanks dat zij al veroordeeld was, werd een uitgebreid onderzoek opgestart, ook omdat zij had geweigerd het aanmeldformulier voor Joden in te vullen. De Zentrallstellee für jüdische Auswanderung werd geraadpleegd en berichtte 10 juni 1942 dat Regina Grelinger ‘voljodin’ was. En dat ze niet was aangemeld. Het Bestuur der Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge te Amsterdam meldde desgevraagd 20 augustus 1942 dat zij als Jodin was geboren. Het Kerkbestuur der Nederlands Israëlitische gemeente Den Haag berichtte in het najaar van 1942 dat zij ‘volkomen onbekend’ was en dat zij niet voorkwam in de administratie van hun gemeente in Den Haag. De Burgerlijke stand van vele gemeenten werd om informatie gevraagd naar haar (voor)ouders tot in Norden (Duitsland) toe. Dit onderzoek duurde tot september 1943. Toen deelde de Rijksinspectie van de bevolkingsregisters de burgemeester van Den Haag mee dat Regina Grelinger moest worden geregistreerd als afstammeling van vier joodse grootouders en dat zij een verbeterde aanmelding moest doen. En de J moest op haar persoonsbewijs komen. Maar de Duitsers kunnen haar niet meer vinden.
Regina was niet meer in het Oranjehotel, omdat zij op 28-augustus 1942 daar was vertrokken en waarschijnlijk naar de Duitse strafgevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht was overgebracht. Regina heeft later zelf aangegeven dat zij ook op het Wolvenplein heeft gezeten. De Duitsers hadden mogelijk de eigen administratie niet op orde, of iemand heeft zand in de raderen gegooid. Zij kwam op de opsporingslijst omdat zij alsnog aan haar verplichting tot aanmelding moest voldoen. In oktober 1943 werd het aanmeldingsformulier ambtshalve ingevuld en werd zij uitgeschreven uit het bevolkingsregister, met vermelding VOW, hetgeen betekent Vertrokken Onbekend Waarheen. In november 1943 meldde de burgemeester van Den Haag dat zij enige maanden daarvoor op transport was gesteld naar Polen. Dat was gelukkig niet waar.
Westerbork
Franz Fischer, oorlogsmisdadiger
Franz Fischer, oorlogsmisdadiger (CC BY 3.0 nl – Nationaal Archief – wiki)
Het is onduidelijk gebleven waar zij precies gevangen zat, waarschijnlijk het Wolvenplein, toen haar straftijd op 27 november 1942 was afgelopen. Wel duidelijk is dat Regina naar Westerbork is gebracht om naar Mauthausen afgevoerd te worden, zo verklaarde zij zelf in 1963. Franz Fischer was hiervoor volgens haar verantwoordelijk. Hij was een Duitse SS-er en fanatieke Jodenvervolger met de bijnaam ‘Judenfischer’. Regina Grelinger had meerdere onaangename ervaringen met hem toen zij in de cellenbarakken van het Oranjehotel gevangen zat. Fischer verklaarde in 1947 dat toen de evacuatie van Joden was begonnen, alle gearresteerde Joden automatisch gedeporteerd moesten worden en ze niet meer na het afhandelen van hun strafzaak, op vrije voeten mochten worden gesteld. Uit Westerbork kon Regina ontsnappen. Bram van der Vlugt, heeft haar horen vertellen dat zij deed alsof zij krankzinnig was door luchtcello te spelen, vooral veel Bach. Regina vertelde in 1963:
‘…op de dag dat we op transport werden gesteld […] heb ik een scène gemaakt, een huiveringwekkende scène. We stonden daar met een paar honderd mensen, allemaal hadden ze doodsangst in de ogen. Ik begon toen plotseling heel hard te lachen. U moet zich voorstellen wat dat voor uitwerking had. Een SS-er schrok er zelfs van in die sfeer en zette me in een stoel en even later kwam een dokter. Ik dacht nu heb ik gewonnen…’
Zij werd door dr. August Waterman, psychiater uit Westerbork naar Het Apeldoornsche Bosch gebracht, waaruit zij ontsnapte. Voor geestelijk gehandicapten was in het begin geen plaats in Westerbork. Met grote regelmaat vertrokken transporten met meerdere patiënten die leden aan acute verwardheid, idiotie, hysterie en epilepoia naar de psychiatrische kliniek in Apeldoorn. Eenmaal in Het Apeldoornsche Bosch werden zij vaak als simulant ontmaskerd, maar dan ‘vanzelfsprekend’ niet teruggestuurd. Een staaltje van medische sabotage. Regina was weg voordat het Apeldoorsche Bosch in de nacht van 21 op 22 januari 1943 door de Duitsers werd ontruimd. Regina was erg begaan met het lot van de weggevoerde en vermoorde Joodse patiënten uit de kliniek met wie zij daar had kennis gemaakt. Na haar ontsnapping heeft zij Ru Kolthoff opgehaald en zijn ze samen ondergedoken. Maar Ru had ook een en ander meegemaakt.
Ru Kolthoff
Regina Grelinger en Ru Kolthoff waren in januari 1941 gescheiden. Wellicht dachten zij zo te ontkomen aan de Duitse maatregelen ten aanzien van Joden. Zij bleven wel samenwonen en zijn direct na de oorlog weer getrouwd. Ru had zich wel gemeld met vier joodse grootouders maar probeerde, net als vele anderen, aan de kwalificatie Jood te ontkomen met een vervalste verklaring omtrent zijn afstamming. Zijn moeder, die in 1943 in Auschwitz werd vermoord, verklaarde dat hij geboren was uit een buitenechtelijke verhouding met een vollarischen man, N. Beyderwelle. Hij zou dus slechts twee joodse voorouders hebben en vroeg om verandering van zijn eerdere melding. Het baatte niet: op 9 december 1941 deelde de Generalkommissar für Verwaltung und Justiz mee dat het verzoek was afgewezen: Fall kommt zu spät.
Ru kreeg in mei 1942 een oproep om zich voor een werkkamp te melden. Regina zat toen in voorarrest in Scheveningen. Hij heeft toen gepoogd zichzelf om het leven te brengen, maar werd gered door de arts Carel Lodewijk Bense (1894-1970) die even verderop woonde, aan de Frankenslag 305. Ru werd naar het Zuidwal gemeenteziekenhuis gebracht waar zijn maag werd leeggepompt. Hij hield daar een verlamd been aan over en werd vanaf 9 oktober 1942 verpleegd in de Ramaerkliniek, een psychiatrische inrichting, voor rekening van de gemeente Den Haag. Hij werd op 20 november 1942 als ‘voldoende hersteld’ ontslagen uit de Ramaerkliniek. Net op tijd, want de eerste Joodse patiënten uit de Ramaerkliniek werden op 31 december 1942 weggevoerd door de Duitsers. Dat was niet geheel onverwacht want de Ramaerkliniek had signalen gekregen dat dit kon gebeuren.
Kolthoff werd 23 november 1942 op eigen verzoek opgenomen in het Sint Joris Gasthuis te Delft, met een rechterlijke machtiging van de Officier van Justitie in Den Haag. Dit betekende dat hij zich vrijwillig krankzinnig had laten verklaren om opgenomen te kunnen worden. Dit was niet geheel ongebruikelijk. Meerdere Joden doken op deze manier onder. In het inschrijfregister van het Sint Joris Gasthuis staat bij zijn religie ‘Vrijzinnig Protestant’. Rubertus Kolthoff was een particulier patiënt, hetgeen betekende dat hij niet op kosten van de gemeente was opgenomen, maar dat dit betaald moest worden. Arie Willem Herweijer (1910-2001), specialist inwendige geneeskunde, betaalde zijn verpleegkosten volgens de patiëntenadministratie. Ook de zwager van Herweijer, Gijsbert de Reus, arts, (1898-1993) hielp Ru Kolthoff. Ru werd weer op eigen verzoek ontslagen op 5 januari 1943. Regina kwam ophalen en zij doken samen onder, waar is niet bekend.
Regina Grelinger heeft na de oorlog aangegeven dat zij en Kolthoff ook zijn geholpen door dr. Antonie Hutter (1897-1973), die van 1936 tot 1962 directeur was van het Christelijk Sanatorium in Zeist. Mogelijk hebben zij daar ondergedoken gezeten. Om vordering van het Sanatorium tijdens de bezetting te voorkomen was een vleugel van het hoofdgebouw beschikbaar voor tbc-patiënten. De Duitsers waren namelijk als de dood voor besmettelijke ziekten. Zo kon men verzetsstrijders en militairen laten onderduiken. Bij gevaar werden de onderduikers in het bos of onder de vloer verstopt of vermomd als onrustige patiënten in een wikkellaken gerold. Na de oorlog bleek dat de boswachter in het bos een schuilplaats voor onderduikers had gegraven.
Regina en Ru moeten bijzonder geliefd zijn geweest en een uitgebreid sociaal en hulpvaardig netwerk van gelijkgestemden hebben gehad die hen steeds weer hebben bijgestaan. Zij hebben de oorlog dankzij veel hulp overleefd.
Judenfischer
Regina Grelinger getuigde in 1946 in het proces tegen Franz Fischer (1901-1989), haar gehate beul die haar in Mauthausen ‘de dodendans’ wilde laten dansen, zoals hij had gezegd. Hij werkte voor de Sicherheitspolizei, het apparaat van de Duitse politieke recherche, bureau Referat IV-B4 te Den Haag. Dit bureau hield zich bezig met de deportatie van Joden en opsporing van Joodse onderduikers. Fischer was betrokken bij de deportatie van ongeveer 13.000 Joden vanuit Den Haag, waarvan ongeveer 12.000 zijn vermoord. Ook was hij verantwoordelijk voor de mishandeling van Joden en ‘jodenbegunstigers’. Hij mishandelde ook zelf. Regina zag dat Fischer een vrouw van 73 jaar met de vlakke hand een klap in het gezicht gaf, toen zij hem om een stoel vroeg. Fischer was een van de Vier van Breda, nadien behorend tot de Drie van Breda en uiteindelijk tot de Twee van Breda. Hij kreeg een levenslange gevangenisstraf voor zijn oorlogsmisdaden maar werd in januari 1989 vrijgelaten.
https://historiek.net/regina-grelinger-biografie-multi-instrumentalist/139842/
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden
