Abraham Fros

Zoon van gevangenbewaarder Karel Fros (23 juli 1876 Den Haag - 20 september 1926 Den Haag) en Alida Bertou
( 15 oktober 18775 IJzendijke - 12 december 1960 Leiderdorp).
Getrouwd op 6 mei 1931 te Den Haag met Johanna Hendrika (Jo) Daleboudt (2 oktober 1907 Den Haag -
6 februari 1980 Loosduinen). Ze kregen 5 kinderen.
Boekhouder. Commandant bij de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Wonende te Loosduinen.
De 'vermoedelijke belangrijkste man van het District Westland', volgens Chris Navis, die het contact onderhield voor de Ordedienst. Navis :' Fros was een bescheiden man, die altijd klaar stond, werkzaam was bij een broodbakkerij en bijgevolg wel een broodbonnen uitdeelde.
Hij werd 13 maart 1942 opgepakt, alhoewel hij kort tevoren nog bij mij thuis tegen dreigend onheil gewaarschuwd had'.
Opgepakt op 13 maart 1942. Vrijgelaten wegens ziekte op 5 april 1944, daarna opnieuw gearresteerd op
8 december 1944.
Gefusilleerd bij het Katerveer (IJsselbrug) bij Zwolle op 10 april 1945.

Informatie uit :
wiardibeckman.com
genealogieonline.nl

De heer Fros werd na zijn gevangenschap in het Oranjehotel eerst naar Kamp Amersfoort en daarna naar Kamp Vught getransporteerd. Nadat hij zijn vonnis te horen had gekregen en bijna alle andere leden van de OD naar Duitsland werden getransporteerd bleef de heer Fros achter. Omdat zijn gezondheid zeer slecht was is de heer Fros, op voordracht van Duitse artsen, in Vught gebleven (hij was herstellende van een zware operatie). Hij werd verpleegd in het Groot-Ziekengasthuis in Den Bosch. Omdat hij daar ook een andere aandoening opliep werd hij geheel onverwacht vrijgelaten. Eind 1944 heeft hij geprobeerd naar zijn vrouw en kinderen in Zwolle te komen. Hij had een vals persoonsbewijs bij zich en doordat hij op een verkeerd punt werd afgezet tijdens Sperrtijd werd zijn persoonsbewijs door een landwacht gecontroleerd. Deze landwacht vertrouwde het persoonsbewijs niet en schakelde de SD van Zwolle in. Tijdens het verhoor dat daarop volgde bleef hij volhouden dat hij wel degene was die op het persoonsbewijs stond en dat hij op bezoek ging naar zijn zwager. Zijn zwager werd hierop van huis gehaald en lieten hem, niets vermoedend, door een raampje naar zijn zwager kijken en werd aan hem gevraagd of hij deze man kende. Daarop antwoordde hij dat het zijn zwager Abraham Fros was. Na bij de SD in Den Haag geïnformeerd te hebben, werd hij overgebracht naar de gevangenis. Bram Fros werd op 10 april 1945, kort voor de bevrijding van Zwolle, uit zijn cel gehaald en bij het Katerveer door een Duits executiepeloton gefusilleerd. Zijn stoffelijk overschot werd in de IJssel geworpen en spoelde na 15 dagen bij Ens in de NO-polder aan. Hij is militaire eer begraven in Zwolle.

Bron: Oorlogsfoto's tegen het licht door René Kok en Erik Somers