Johannes Pieter Steenbergen

Zoon van Servatius Jacobus Steenbergen (20 april 1868-25 januari 1953) en Elisabeth van Seters ( 6 september 1865-5 oktober 1923). Hij woonde in Den Haag. Huwde op 3 augustus 1921 in Den Haag met Frederika Johanna Riepsaame (14 augustus 1889). Sergeant Korps Motordienst. Directeur taxibedrijf (Oorlogsgravenstichting, OD-publicatie In Memerian/kantoorbediende (huwelijksakte)/boekhouder (overlijdensakte). Lid verzet. Hij was één van de medewerkers van de Haagse elektrotechnicus Henri Molt (1*), die de leden van zijn verzetsgroep spionageopdrachten verstrekte en wapens liet verzamelen.
De groep Molt ging later in de Ordedienst op. Bij Steenbergen diende zich op 28 of 29 maart 1942 (2*) een man aan, die zei dat hij van de gebroeders Smit (3*) kwam. Dat bleek de met de Duitsers samenwerkende politieman Leo Poos te zijn, die hem arresteerde en een teken naar buiten gaf, waar zich zijn kompaan Marten Slagter bevond. Even later kwam Slagter samen met de Duitser Bartels (4*) binnen. Tot 31 augustus 1941 zat hij vast in het Oranjehotel. Daarna werd hij naar Amersfoort overgebracht. Hier veroordeelde het Luftwaffegericht hem tot de doodstraf. Samen met zeventig lotgenoten van de OD en de groep Mekel is hij op 3 mei 1942 in het concentratie-kamp Sachsenhausen geëxecuteerd.

Postuum werd hem het Verzetsherdenkingskruis verleend.

(1*) Henri Gerri Pieter Molt (22 mei 1906 Den Haag)
(2*) Het dossier Poos-Slagter vermeldt 28 maart 1941 als arrestatiedatum, de OD-publicatie /In Memorian
29 maart 1941
(3*) Dirk Smit (23 oktober 1910 Leiden)
Jan Dirk Smit (23 oktober 1910 Leiden)
(4*) Walter Herman Eugen Bartels (2 juni 1905 Duisburg)

Informatie gehaald uit:
wo2slachtoffers.nl

Dit betreft mijn grootvader, ten tijde van zijn arrestatie woonde hij met zijn gezin aan de Van Bylandtstraat 111, te Den Haag.
Bij dit adres is op 1 oktober 2024 een stolperstein geplaatst, dit op initiatief van mijn neef Ferry Steenbergen.
Alle documentatie welke nog in mijn bezit was, heb ik ondergebracht in het archief van het verzetsherdenkingsmueun in Amsterdam. Ook het origineel van zijn afscheidsbrief, welke hij gescheven heeft op de avond voorafgaand aan zijn executie en die van zijn lotgenoten, 71 patriotten, verzetshelden van het eerste uur!
Uit hetgeen hij schreef aan zijn geliefde vrouw, kinderen en vader, spreekt zijn ongekende moed, hartverscheurend deze brief waaruit blijkt dat hij met opgeheven hoofd de dood heeft tegemoetgetreden.
Het verzetsherdenkingskruis dat hem postuum verleend is, heb ik aangevraagd toen ik nog zelf onder de wapenen was.