Maria Anna Cornelia van Hoof

Maria Anna Cornelia van Hoof, geboren 2 februari 1919, in de Gemeente Gestel en Blaarthem, als dochter van Jacobus Franciscus van Hoof, geb. Bergeijk 18 augustus 1888 - overl. Eindhoven 6 maart 1960 en Johanna Maria van Nooij geb.Oisterwijk 15 december 1889 – overl. Eindhoven 23 januari 1962. Ze had 5 broers en 4 zusters. Maria Anna Cornelia van Hoof was koerierster voor de spionagegroep GDN. Na haar arrestatie op 17 maart 1944 te Eindhoven heeft ze van 17 maart tot 8 juni 1944 gevangen gezeten in het Oranje-hotel in Scheveningen. Ten tijde van haar arrestatie woonde ze nog thuis bij haar ouders op de Laagstraat 388 te Eindhoven. Op 8 juni 1944 is ze waarschijnlijk overgebracht naar Kamp Haaren. Het is zeer waarschijnlijk dat ze, tegelijk met de andere vrouwen uit Kamp Haaren, op 5 september 1944 is overgebracht naar Kamp Vught en daar de volgend dag op transport is gesteld naar KL Ravensbrück en later in november 1944 is overgebracht naar KL Dachau (Aussenlager Agfa-kommando in München-Giesing). Op 28 april moeten de vrouwen uit het Agfa-kommando op een dodenmars van München-Giesing naar de Tegnersee. Het ligt in de bedoeling ze daar om te brengen, maar gelukkig komt het niet zo ver en worden de vrouwen door het Amerikaanse leger op 30 april 1945 in Wolfratshausen bevrijd. Uiteindelijk komt ze in mei 1945 terug in Eindhoven. Ze staat als Maria van Hoop (in plaats van Van Hoof) vermeld in het Dagblad ‘De Waarheid’ 5e jaargang, No. 21, van 31 mei 1945, op basis van een uitzending van Herrijzend Nederland. Ze was echtgenoot en koerierster van J.M. (Jo) Pennings, leider van de G.D.N. (Geheime Dienst Nederland) Noot: Ze komt niet voor in het Inschrijfboek Kamp Haaren. Dit komt waarschijnlijk door haar late aankomst – juni 1944 - in Kamp Haaren, het inschrijfboek werd toen niet meer goed bijgehouden.
https://www.verzetsmuseum.org/dachau/maria-antonia-cornelia-van-hoof