Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 16 maart 2021
GESCHREVEN DOOR PAULINE VAN TILL OP 15 OKTOBER 2019
Adriën Moonen werd Broer genoemd, omdat hij de enige jongen in het gezin is. Hij had vier zussen. Toen de oorlog uitbrak, was hij inspecteur bij de Haagse politie en woonde hij aan de Suezkade 141 in Den Haag. Als reserve eerste luitenant der veldartillerie nam hij deel aan de gevechten bij de Grebbelinie. Na de capitulatie speelde hij een centrale rol in de Ordedienst (OD), een verzetsgroep van voornamelijk militairen. Al snel formeerde hij een eigen cel binnen de OD met de Wassenaarse arts Gerrit Krediet, Gerard Vinkesteijn, Gerard Dogger en Willem Pasdeloup. Als politieman kon hij zich ook na acht uur 's avonds ('Spertijd') vrijelijk door de stad bewegen. Hij zorgde voor opvangadressen, zendapparatuur en ontsnappingslijnen.
In 1942 werd hij verraden. Hij werd in hotel Astoria, tegenover station Hollands Spoor, door de Sicherheitsdienst opgepakt en kwam op 27 februari 1942 terecht in het 'Oranjehotel'. Daarna werd hij overgeplaatst naar Amsterdam, Haaren en Utrecht, waar hij op 27 april 1943 ter dood werd veroordeeld. Op 7 augustus 1943 werd hij op de Leusderheide gefusilleerd. Hij was pas 28 jaar.
In de Haagse wijk Duttendel is in 1955 de 'Adriën Moonenweg' naar hem vernoemd.