Persoonsgegevens
| Voornaam | Niek |
| Initialen | N. |
| Achternaam | van der Blom |
| Geslacht | Man |
| Leeftijd | 27 |
| Beroep | Leeraar |
| Woonplaats | Amsterdam |
| Geboren | 7 april 1917 in Gorinchem |
| Reden arrestatie | Vals Persoonsbewijs, verspreiden Illegale lectuur |
Oranjehotel
| Datum in Oranjehotel | 18 april 1944 |
| Oranjehotel verlaten | 22 mei 1944 |
| Cel(len) | 398 |
| Vervolg | Amersfoort |
Archief van het NRK (Nationaal Archief te Den Haag)
Ingezonden verhalen over Nicolaas van der Blom
Nicolaas van der Blom werd op 7 april 1917 in Gorinchem geboren. In 1929 ging hij naar het gymnasium in Dordrecht waar hij een klasgenoot was van zijn latere collega Arie Baan. Twee jaar later verhuisden zijn ouders naar Rotterdam waar Niek zijn schooltijd vervolgde aan het christelijke Marnix Gymnasium. Daar behaalde hij in 1935 het diploma gymnasium alpha. Niek groeide op in een gereformeerd gezin. Ook hij voelde zich aangetrokken tot de leer van Calvijn. Het was dan ook vanzelfsprekend dat hij ervoor koos zijn studie oude talen aan de Vrije Universiteit te volgen. Daar liep hij college en deed er examen met een onderbreking van 1939 tot 1940 in verband met zijn militaire diensttijd. In 1943 kwam er echter een abrupt einde aan zijn studietijd. In maart van dat jaar verplichtten de Duitsers de universiteiten hun studenten een loyaliteitsverklaring te laten tekenen. Daarin moesten zij plechtig beloven zich te zullen onthouden van iedere tegen de Duitse of Nederlandse overheid gerichte handeling. Vele studenten aan de VU weigerden de verklaring te tekenen. Zij moesten zich melden bij de Sicherheitspolizei. Van degenen die daaraan gevolg gaven, werden er vijftig in het kader van de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. De maatregel was aanleiding voor het bestuur van de Vrije Universiteit hun alma mater met ingang van 12 april 1943 te sluiten.
De troebelen aan de universiteit vonden plaats in een periode dat Niek wel wat anders aan zijn hoofd had. Het waren zijn wittebroodsweken. Een paar jaar eerder had hij Erna leren kennen. Ernestina Henriëtta Corbeth, zoals zij voluit heette, woonde in Rotterdam bij haar ouders. Zij had daar een baan als boekhouder en verdiende wat bij als pianolerares. In de weekenden kwam Niek naar Rotterdam waar ze elkaar op zaterdagavond ontmoetten. Op zondag bezochten ze met haar ouders de gereformeerde eredienst. Het klikte tussen hen beiden en Niek en Erna trouwden in februari 1943 in het gebombardeerde Rotterdam. Zijn moeder en zus Francien – aldus het verhaal dat gaat in de familie – waren twee dagen te voet onderweg om vanuit Amsterdam, waar zij woonden, via Gouda bij de trouwpartij te komen.
In juli 1943 had Albrecht op acht plaatsen in Nederland verkenners gestationeerd. Zij behoorden tot het tweede echelon onder de top, die bestond uit Albrecht en drie van zijn getrouwen. Frank was een van die acht en kreeg als regio het Gooi aangewezen. Het Gooi bekleedde een bijzondere positie binnen de Duitse krijgsmacht. In 1943 had namelijk General der Flieger Friedrich Christiansen, Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden, zich met zijn staf in Hilversum gevestigd. Christiansen, de hoogste Duitse militair in ons land, resideerde lange tijd in het beroemde raadhuis van architect Dudok. Maar in de loop der tijd streken de generaal en zijn staf neer in de chique villawijk de Trompenberg. Op geregelde tijden reed Frank op zijn fiets door dit gebied om daar de Duitse eenheden in kaart te brengen. Al spoedig merkte hij echter dat het werk hem boven het hoofd groeide. Hij wendde zich daarom tot het hoofd van het Hilversumse verzet met het verzoek om ondersteuning. Deze wees hem twee energieke jonge Hilversummers toe die zich al eerder in het plaatselijke verzetswerk hadden bewezen: Bob de Geus en Eli Millenaar. Frank sleepte Bob en Eli dagelijks mee op de fiets door het Gooi en liet hen dan schetsen maken van situaties en insignes die zij opmerkten. Hij was begonnen een kaart van Hilversum te tekenen en had daar al een gedeelte van klaar. Bob en Eli kregen als taak telkens een deel van de stad te verkennen en dat op deze kaart aan te vullen. Met de bevlogenheid waarmee hij later als docent zijn leerlingen de stamtijden zou bijbrengen, leerde Frank zijn Hilversumse pupillen de Duitse troepen aan hun uitmonstering te herkennen. ‘Een hele klus,’ zou Bob de Geus later erkennen. Hij kreeg de codenaam Arend en ontpopte zich al spoedig als een toegewijde spion. Na het vertrek van Frank uit het Gooi werd Arend zelfstandig verantwoordelijk voor deze regio. Hij bleef tot het einde van de oorlog actief in het Gooi. De Hilversumse spion zou het ver brengen. Hij werd na de oorlog beroepsmilitair en eindigde zijn indrukwekkende loopbaan als Inspecteur Generaal van de Krijgsmacht met als standplaats De Zwaluwenberg in Hilversum.
Uit veiligheidsoverwegingen maakte Niek gebruik van een vals persoonsbewijs. Maar blijkbaar was dat van onvoldoende kwaliteit want bij een controle in april 1944 werd geconstateerd dat het om een falsificatie ging. Het feit dat hij illegale bladen bij zich had maakte het er voor hem niet beter op. Niek werd gearresteerd en zat van 17 april tot 22 mei vast in het Oranjehotel in Scheveningen. Vandaar werd hij overgebracht naar Kamp Amersfoort. Het zag er somber voor hem uit. Maar door een administratieve fout van de Duitsers kwam hij ‘wonderlijk-gelukkig’, zoals hij het later zelf zou noemen, nauwelijks een maand later weer vrij. Om te voorkomen dat hij opnieuw zou worden opgepakt, dook Niek onder bij de moeder van Erna in Rotterdam. De Duitsers, die inmiddels in de gaten hadden dat er iets verkeerd was gegaan, zochten hem bij zijn ouders in Amsterdam. Binnen de familie gaat het verhaal dat zijn vader bij de komst van de Sicherheitspolizei als afleidingsmanoeuvre een stuk karton pakte en daarop schreef dat zijn zoon zich moest melden. Dat bord zette hij pontificaal op de schoorsteen. De Duitsers dachten dat hij gek was en dropen onverrichter zake af. Niek bleef tot de bevrijding ondergedoken. Zijn onderduik was niet zonder tragiek. Midden in de Hongerwinter werd Louis, Nieks eerste zoontje, geboren. Het kind had een stuitligging en bij de bevalling traden er complicaties op. De kleine Louis had een zwakke gezondheid en kwam er nooit meer bovenop. Hij zou zes weken oud in januari 1945 overlijden. Niek en Erna brachten hem op een platte kar in een klein kistje naar het familiegraf.
Ondanks de zorg om zijn zoontje bleef Frank actief in de Groep Albrecht. Zijn superieuren constateerden dat het echte verkenningswerk hem niet zo lag. Hij behoorde niet tot de mannen die zich in het Sperrgebiet waagden om daar de vijandelijke eenheden in kaart te brengen. Of die zogenaamd per ongeluk een Duits officiershotel binnenliepen om een indruk te krijgen van de hogere echelons die daar verbleven. Het administratieve werk, het opstellen van de rapporten die naar Londen of de geallieerden werden verzonden, lag hem beter.
In januari 1945 werd Frank overgeplaatst van het Gooi naar de noordelijke sector van de Achterhoek. Hij werd daar sectorleider en ondersteunde ‘Gerrit’. De Duitsers waren erop voorbereid dat de geallieerden daar na de winter een aanval zouden doen. Ze hadden dan ook op strategische plekken versterkingen opgericht en hielden een sterke troepenmacht paraat. Het was daarom van belang in die regio een ervaren bezetting van de Groep Albrecht op de been te hebben. Hun taak was het de Canadese en Britse troepen van informatie over de Duitse troepen en hun stellingen te voorzien. Mede dankzij een geheime telefoonverbinding met het gebied achter de geallieerde linies waren Frank en zijn mannen daarin zeer succesvol.
://www.linkedin.com/posts/semper-floreat_niek-van-der-blom-een-verzetsman-voor-de-activity-7269998954354745344-QosL/?originalSubdomain=nl
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden
