Eduard Woud

NIOD Archiefnummer 250 B, inventarisnummer 136, uit de Duitse administratie Polizeigefängnis Scheveningen:
15-1-41. Um 20.15 Uhr wurde der Häftling Eduard Woud von der Geheimen Staatspolizei IIIbV eingeliefert und auf Zelle 524 untergebracht. Er darf nicht schreiben, kleine Post und Besuch empfangen.

Vlak voor het einde van de oorlog verbranden de Duitsers bijna alle archieven van het Oranjehotel en dus ook de persoonlijke dossiers. Een stukje Duitse administratie en de persoonskaart van Ed Woud blijven echter behouden. De informatie op de kaart: Cel/Zelle 524 und 378, 15-1-41, entlassen 4-2-41. Toelichting in het digitale dossier: ‘Dankzij zijn vader, ook werkzaam bij de politie, is hij vrijgelaten’. (digitaalmonument.oranjehotel.org)
Navraag bij onderzoeker Frank van Riet (schrijver van onder andere Handhaven onder de nieuwe orde, 2008) levert de verklaring op dat ‘politiemannen in het begin van de bezetting nog iets voor hun collega’s konden uitrichten. Later was dat onmogelijk’.
Mede met de support van de collega’s uit Rotterdam lukt het de vader van Ed Woud, politie-inspecteur Maarten Woud, om Ed op een buitengewone wijze vrij te krijgen. Hoe dat precies is gegaan, met welke acties en papieren, is vooralsnog een raadsel.