Persoonsgegevens
Voornaam | Hendrikus |
Initialen | H.W.A. |
Achternaam | van Elewout |
Geslacht | Man |
Beroep | Banketbakker |
Geboren | 16 april 1906 in 's Gravenhage. |
Overleden | 16 april 1945 in Bergen-Belsen. |
Gearresteerd op | 21 juni 1944 |
Oranjehotel
Vervolg | Vught, Sachsenhausen, Bergen-Belsen |
Bijzonderheden | Lid verzet Voorburg |
Familie
Historisch Voorburg
Ingezonden verhalen over Hendrikus W.A. van Elewout
Bron: Historisch Voorburg
26. De bakker van de hoek die nooit meer terugkwam... Jan Duijvestein Oorlogsverhaal van Jan Duijvestein over banketbakker Henk van Elewout, Laan van Nieuw Oosteinde 291. De familie Van Elewout met op de achterste rij, tweede van recht Henk van Elewout. Particuliere collectie Ik was twaalf, toen ik allerlei nieuwe woorden en uitdrukkingen leerde kennen die allemaal met de oorlog te maken hadden, zoals: illegaliteit, samenscholingsverbod, het Oranjehotel, onderduiken, zwarte handel, bukshag. De betekenis ervan had ik snel door. Dat betekende niet dat je als kind ook steeds kon begrijpen waarom de dingen gingen zoals ze gingen. Vlakbij ons huis, op de hoek van de Laan van Nieuw Oosteinde en de Bilderdijklaan, die later de Koningin Julianalaan zou gaan heten, was de banketbakkerij van Henk van Elewout gevestigd. Voor mij uiteraard meneer Van Elewout, die daar als vrijgezel van een jaar of vijfendertig zijn zaak dreef. Met mijn twaalf jaar wist ik nog niet wat ik later wilde worden. Ik zei dan wel eens tegen meneer Van Elewout dat ik misschien ook wel banketbakker wilde worden. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd en hij stelde me voor om hem na schooltijd te komen helpen om zo het vak alvast te kunnen leren. Op de bon Hij had weinig te doen, want door het bonnenstelsel, het distributiesysteem, kon hij maar moeilijk aan grondstoffen, zoals boter, suiker en meel komen. Wie wat bij hem bestelde, moest bepaalde bonnen inleveren of zelf een afgesproken hoeveelheid suiker of boter meenemen. De klanten kwamen dan bijvoorbeeld met een half pakje boter naar de winkel. Van Elewout sneed er dan een stuk af dat voldoende was voor wat de klant wilde. Het afgesneden stuk deed hij dan bij een grote kluit al verzamelde boter. De eerste weken mocht ik alleen borstplaat maken. Later werd ik bevorderd om de klok in de gaten te houden om te zien of de Jan Hagel, een soort koekje, uit de oven kon worden gehaald. Weer wat later, mocht ik ook de koekjes met een vormpje uit het deeg steken. Wit Bij het zoeken naar het juiste vormpje vond ik een stukje brood dat hagelwit en kei- en keihard was. Ik kon het bijna niet geloven, zo wit! Ik kende eigenlijk alleen maar grauw, bijna grijs brood. Was het echt 120 75 jaar middenstand in Voorburg-Noord
zo wit? vroeg ik hem. Van Elewout antwoordde: Ja jongen, het was echt zo wit, maar wel zachter. Bakker Van Elewout wachtte vaak op mij om met het werk te beginnen, omdat hij anders al klaar zou zijn als ik kwam helpen; zo weinig werk was er te doen. Af en toe zei hij ook: Jan, kom morgen maar niet. Ik zie je volgende week wel weer. Dat meneer Van Elewout aan de goede kant stond was overduidelijk. Zo verkocht hij tegeltjes waarop stond: Doe als een visje in het water. Spartel rond, maar houd je snater. Het visje was oranje en het zwom in rood, wit en blauw gekleurd water. De opbrengst was bestemd voor het werk van de ondergrondse. Op een dag liet hij me helemaal alleen in de bakkerij om in de vestibule afscheid te nemen van een vriendin, die wel vaker langs kwam. Toen ze dan, voor mijn gevoel, eindelijk weg was gegaan en ze afscheid hadden genomen, vroeg hij mij: Vind je haar niet geweldig? Ik gaf geen antwoord. Ze zei tegen mij ook nooit iets, waarom zou ik haar dan aardig moeten vinden? Hij vond haar in ieder geval geweldig. Toen ik weer een keer uit school naar de bakkerij ging om te helpen, vond ik de winkeldeur op slot. Omdat meneer Van Elewout vooraf niets tegen mij had gezegd over niet hoeven komen, bonsde ik een paar keer hard op de deur. Na een tijdje wachten, werd de deur door een mij onbekende man geopend. Hij liet me niet binnen en zei: Jij bent toch Jan, hè? Ga maar naar huis. Meneer Van Elewout is opgepakt! Ga maar gauw weg, waarbij hij de deur weer dicht deed. Ons huis was nauwelijks honderd meter van de winkel vandaan, zodat ik binnen een paar minuten mijn vader het gebeurde kon vertellen. Die vroeg meteen: Ken je die man, die de deur open deed? Ik schudde van nee en hij vervolgde op strenge toon: Je mag van mij absoluut niet meer terug en je blijft voortaan uit die winkel. Daarna vertelde ik mijn vader dat ik wist dat er een radiotoestel in de kelder verborgen werd en dat er illegale blaadjes en tegeltjes onder de toonbank lagen en dat die tegeltjes werden verkocht en de opbrengst voor de ondergrondse was bestemd. Toen vroeg mijn vader: Weet je misschien waar de ouders van meneer Van Elewout wonen? Nou dat wist ik wel en hij vervolgde: Nou, daar mag je van mij heen om je verhaal te vertellen. Zo gezegd, zo gedaan en ik ging naar hun huis. Toen ik daar was aangekomen en was binnengelaten deed ik opnieuw mijn verhaal. De man, die mij bij de bakkerij te woord had gestaan, bleek de broer van meneer Van Elewout te zijn. Ook zijn zus was daar op dat moment aanwezig en die bedankte mij dat ik gekomen was. Ze zou, zo vertelde ze me, met een kinderwagen naar de bakkerij gaan om daar de radio, de illegale blaadjes en de tegeltjes weg te halen. Een dag of tien later hoorde ik dat meneer Van Elewout via kamp Vught naar Duitsland was afgevoerd. In de trein zou hij, zonder dat zijn bewakers het hadden gemerkt, kans hebben gezien om aan een medereiziger een briefje mee te geven met het verzoek dat aan het thuisfront te versturen. De laatste zin in dat briefje zou zijn geweest: Doe ook de groetjes aan Jan. Toen ik dat hoorde, dacht ik even vertwijfeld of het wel echt waar zou zijn of dat men het had bedacht, gewoon om aardig voor mij te zijn. Die twijfel is nooit weggenomen omdat die vraag nooit werd beantwoord. Meneer Van Elewout is namelijk nooit meer teruggekomen! Het gebeurde had op mij een diepe indruk gemaakt en daarom bad ik iedere avond bij mijn avondgebed ook het speciale gebedje, dat voor de terugkeer van gevangenen was geschreven. Al gauw kende ik het helemaal uit mijn hoofd. Ook tijdens de mis op zondag bad ik het. Een half jaar na die gebeurtenis, kwam op een gegeven dag de schoolarts bij ons op school en die had een zuster bij zich, die hem assisteerde. Of het nu kwam omdat ik nog zo met het drama van de opgepakte meneer Van Elewout bezig was, of door wat dan ook, maar ik vond die zuster sprekend op de vriendin van de bakker lijken. Ik schrok toen ik haar zag en ik twijfelde of ik al dan niet naar haar toe zou stappen om te zeggen: Hij hield van U. Omdat ik niet wist wie meneer Van Elewout had verraden, kon zij het net zo goed zijn geweest, dus was ze voor mij ook een verdachte. Daarom durfde ik haar niet aan te spreken. Na de oorlog Na de oorlog hoorde ik van een zekere meneer Rust, een vriend van meneer Van Elewout, wat er op de dag van 121 Tussen de Van Alphenstraat en de Van Naeltwijckstraat
Jan Duijvestein, de schrijver van de jeugdherinnering, 2011. Particuliere collectie zijn gedwongen vertrek had plaatsgevonden. Er was, zo vertelde deze man, op die bewuste dag een vergadering van een ondergrondse groep geweest. Na afloop werd de eerste die de winkel had verlaten, op de hoek van de straat door de Duitsers ingerekend. Tien minuten later vertrok een tweede man en die onderging hetzelfde lot. Zo werden alle leden van de groep stuk voor stuk opgepakt. Later is men erachter gekomen dat een bewoner van een van de woningen boven de winkel van Van Elewout de Duitsers had ingelicht over het feit dat er bij de bakker heel vaak jonge mensen de winkel binnengingen en er urenlang bleven. Die informatie was voldoende geweest om die ondergrondse groep op te pakken en af te voeren. Achteraf heb ik het altijd jammer gevonden, dat ik die schoolzuster toch niet heb durven aanspreken. Of zij inderdaad de vriendin van meneer Van Elewout was, zal ik daarom ook nooit met zekerheid weten. Nog meer betreur ik het achteraf dat zij nooit een lieve bevestiging van een vriendschap via een jongetje kreeg. Nog altijd heb ik er spijt van dat mijn twijfel om haar al dan niet aan te spreken het van mijn behoefte om haar iets moois te zeggen heeft gewonnen. Nawoord Tijdens het interview met bakker De Groot bleek diens vrouw Anny een nichtje van Henk van Elewout. Haar moeder en Henk van Elewout waren broer en zus. De familie kreeg later papieren via het Rode Kruis omtrent de wegvoering en het overlijden van Henk in Bergen Belsen. Dat bericht kwam pas jaren later. Zij zijn ook nog in het bezit van foto s van de begrafenis van de andere broer Van Elewout, Wim, die in Rotterdam is doodgeschoten. Beide broers waren actief in het verzet. In feite heeft het hele gezin Van Elewout meegeholpen. Onder andere met het vervoer van bonnen door heel Voorburg. Het transportmiddel was een kinderwagen. De door Jan Duijvestein genoemde Sjef Rust was Henk s compagnon. De vader en moeder van Henk hebben de zaak om niet overgedaan aan Rust. De moeder van Anny de Groot werkte in de oorlog in de zaak van Henk Van Elewout. Zij woonde op de Schenkkade. 122 75 jaar middenstand in Voorburg-Noord
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden