Abraham Daalder

Persoonsgegevens

VoornaamBram
InitialenA.
AchternaamDaalder
GeslachtMan
BeroepKantoorbediende
Geboren7 mei 1920 in Alkmaar.
Overleden2 januari 1945 in Buchenwald.

Reden arrestatieTransport van een zender voor de OD (verraad)
Gearresteerd inPaardenmarkt te Alkmaar
Gearresteerd op26 maart 1942

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel14 mei 1942
Oranjehotel verlaten17 december 1942
Cel(len)551  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VonnisDoodstraf, omgezet in "Schutzhaft"
VervolgHaaren (N-B)
07/10/1943 Kamp Amersfoort
10/11/1944 Neuengamme (aangekomen op 14/11/1944)
20/12/1944 Buchenwald
BijzonderhedenIn kamp Amersfoort heeft de heer Daalder als verzet 60 persoonsbewijzen van medegevangenen die ter dood waren veroordeeld, weten te verdonkeremanen.
Hij wist kamp Neuengamme te ontsnappen maar werd opgepakt en als straf afgevoerd naar Buchenwald, waar hij in januari 1945, 24 jaar oud, overleed.

 

Ingezonden verhalen over Abraham Daalder

Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 04 februari 2021

“Een dag uit het leven van Bram”

Vanaf 1940 was Bram lid van de Ordedienst in Alkmaar Deze dienst was een verzet tegen de Duitse bezetting. Op 26 maart 1942 werd Bram gearresteerd in Alkmaar, toen hij voor de OD een zender moest transporteren. Hij is toen verraden.

Hieronder volgt; “een dag uit het leven van Bram Daalder”, toen hij gevangen zat in het Oranje Hotel in Scheveningen.

Het is 06:30 uur, de lichten gaan aan. Tijd om op te staan dus. In de cellen om mij heen hoor ik gestommel. Ik gooi mijn benen over de rand van het harde bed en hijs me moeizaam omhoog. Weer een dag in deze duffe cel en verstikkende gevangenis. Maar ik laat me niet kennen en probeer er ook deze dag weer het beste van te maken. Misschien heb ik vanmiddag wel zin om een potje dam te spelen met Aad in de cel naast me. Misschien wil hij me wel voorlezen. Ach, ik kijk wel…
Van de bewaker krijg ik een kommetje water, waarmee ik me zo goed als het gaat was. Zeep en tandpasta heb ik niet, Daar zal ik de eerstvolgende brief aan mijn ouders om vragen. Nadat ik me een beetje opgefrist heb, begin ik maar met het stoffen en aanvegen van mijn cel. Dit moet iedere ochtend gebeuren.

08:00 uur.. Koffietijd!
Van de bewaker krijg ik een kopje lauwe koffie. Ook in de cellen om mij heen hoor ik goedkeurend gemompel over dit lichtpuntje op de vroege ochtend. De koffie doet zijn werk en ik voel me wakkerder worden. Ook Aad, in de cel naast me, wordt goed wakker, want een half uur na de koffie, hoor ik enkele tikken op de muur. Juist op dit moment loopt de bewaker langs met de boekenkar, maar ook vandaag gaat de kar aan mijn cel voorbij. Ik krijg geen boeken, omdat de Duitsers mij ervan bedenken dat ik tijdens mijn verhoor de waarheid niet gesproken heb. Natuurlijk heb ik de waarheid niet gesproken, anders had ik mijn eigen medewerkers moeten verraden.
Gelukkig leest Aad mij voor, door het kleine gaatje in de muur. Eerst ging dat gemakkelijk, totdat we verklikt werden door de gangloper, die overigens ook een gevangene is. Nu moeten we het heel stilletjes doen en fluistert Aad elk woord, elke zin door het gat in de muur. Dat is het enige contact dat we in onze cel met elkaar kunnen hebben. We kunnen elkaar niet zien, maar gelukkig wel horen! Ik hoor Aad een boek uitzoeken en wacht rustig af, totdat hij weer contact zoekt. Nog geen 10 minuten later zit Aad naast het gat en klopt op de muur.
Net als ik, wacht Aad ook in zijn cel op zijn proces. We hebben het dus ook vandaag weer over het proces… Wat we ervan verwachten, hoe het eruit zal zien, wat ze zullen zeggen, etc. Natuurlijk hebben we het ook over ‘hoop’. DE hoop op een goede afloop en een goede thuiskomst. Wie er thuis op ons zit te wachten… ook dat bespreken we, zodat we elkaar steeds een beetje beter leren kennen. Ik kan Aad het goede nieuws van Dirk, mijn broer, vertellen. Dirk en zijn vrouw Tine verwachten namelijk een kindje. En dat nieuws is het eerste goede nieuws dat ik sinds maanden ontvangen heb in deze cel. Samen met Aad bespreek ik het gevoel, dat ik zal hebben op de dag dat ik mijn neefje of nichtje op de arm zal houden en de rest van de familie weer in mijn armen mag sluiten.
Na herhaaldelijke berispingen van de gangloper, besluiten we ons gesprekje te beëindigen. Aad trekt zich terug in zijn cel, met zijn boek. En ik kruip maar weer op mijn harde bed, in afwachting van het middageten, want de koffie is inmiddels wel uitgewerkt.


11:30 uur.. Middageten!
Hoewel ik inmiddels best wel trek heb gekregen, word ik niet echt blij van de aanblik van het middageten. Wederom niets nieuws. Net als de afgelopen maanden bestaat het middageten uit twee sneden bruin brood met een klein laagje boter en suiker. Daarnaast krijg ik een kopje thee.

12:00 uur, Luchten
Dit vind ik het fijnste moment van de dag. Even die verstikkende cel uit. Bij het buitenkomen knipper ik eerst vijf keer met de ogen, want hoewel de zon niet schijnt, is het buiten zo licht, dat het pijn doet aan ijn ogen. In de cel hebben we alleen maar een klein beetje licht. Oranjehotel? Niets geen hotel.. Maar ja, wat mag en kan je dan verwachten van gevangenschap? We luchten met zo’n tien man buiten. Dit is ook het enige moment van de dag waarop ik medegevangenen zie en spreek. Behalve d bewakers en ganglopers zie ik op zo’n hele dag niemand. We kunnen buiten niet vrij praten, omdat er overal bewakers lopen. Dus hebben we eigenlijk automatisch een soort geheimtaal met behulp van gebaren gemaakt, zodat we met weinig woorden en veel gebaren een heel gesprek kunnen voeren. Natuurlijk zijn het geen gesprekken, maar we weten wel wat er in de ander omgaat of waar de ander problemen mee heeft. Tevens proberen we elkaar natuurlijk moed in te praten. De meeste gevangenen zien er overigens slecht uit. Wit, bleek en mager van het binnen zitten. Behalve de gevangenen die net zijn binnengekomen. Zou ik er ook zo slecht uitzien?

12:30 uur
Helaas, ik moet weer naar binnen. Wat een feest, ik hoor dat de kapper vandaag langs komt. En dus worden er waskommen en scheermesjes uitgedeeld. Ik moet me eerst scheren. Geduldig wacht ik vervolgens tot een bewaker me op komt halen. Niet alleen de knipbeurt vind ik een aangename afwisseling, maar ook het lopen naar het kamertje waar de kapper zit. Alles buiten de cel vind ik fijn, Ik zit dagelijks zo’n tien uur naar de muren te kijken en elke oneffenheid in de muren en/of het plafond kan ik inmiddels blind aanwijzen. De kapper knipt niet alleen mijn haar, maar wast ook mijn haar. En dat is ook een aangename verfrissing. Naast het kommetje water dat ik elke ochtend krijg om mij te wassen, is er maar één keer in de week de gelegenheid om je helemaal te wassen. Als ik vervolgens terugloop, met gewassen en geknipt haar, voel ik me heel even lekker fris en opgeruimd. Helaas, de realiteit is er weer snel als ik weer in mijn cel opgesloten word.
Na een half uurtje hoor ik dat Aad ook weer terug is in zijn cel. Misschien heeft hij zin in een potje dammen? Ik ga naast het gat in de muur zitten en geef met behulp van klopjes op de muur aan dat ik contact met Aad wil. Na enkele seconden hoor ik Aad naast het gat in de muur plaats nemen. Ik vraag aan hem of hij misschien zin heeft in een potje dammen. Daar heeft hij gelukkig ook zin in. We pakken ons geïmproviseerde damspel en gaan aan de slag. Met behulp van kloppen op de muur en door het gat fluisteren, kunnen wij een potje dam spelen. Natuurlijk is het niet gemakkelijk, omdat we elkaar en het spel niet kunnen zien. Het spel duurt daarom erg lang, maar dat deert ons niet. Dat is juist wat we nodig hebben.. tijdverdrijf. Helaas is dan toch het spel ten einde. Deze keer heb ik gewonnen. Dat gaat heel gelijk op. De ene keer wint Aad, de andere keer win ik. Ik vraag of Aad me nog een stukje wil voorlezen, voor het avondeten. Terwijl Aad aan de andere kant van de muur zijn boek pakt, maak ik het mezelf gemakkelijk en ga lekker tegen de muur aanzitten. Op zachte praat-toon begint Aad met zijn nieuwe boek. Als we herhaaldelijk berispt worden door de gangloper, zet hij zijn voorlezen verder op fluistertoon. De fluistertoon wordt steeds zachter, omdat de gangloper maar staat te spieden om ons te betrappen op fouten en of geluid maken. Gelukkig kan ik goed luisteren en mankeert er niets aan mijn oren. Ik wordt er zelfs een beetje soezelig van.

17:00 uur, Avondeten
Elke avond hoop ik dat we met ons allengaan eten in een grote zaal, maar ook deze dag gebeurd dat niet en zal ik weer alleen in mijn cel moeten eten. Het maakt me niet uit wat ze me voorschotelen, het smaakt toch allemaal hetzelfde… Dirk en Tine hebben me uitgenodigd om te komen eten en logeren, zodra ik hieruit kom. Het water loopt me in de mond, als ik daaraan denk.

18:00 uur
Het sein voor slapen wordt gegeven. De lichten gaan uit. Ik zoek mijn harde bed weer op. Natuurlijk kan ik niet meteen de slaap vatten. Het enige waar je hier moe van wordt, is van het niets doen. ’s Avonds als de lichten uitgaan en ik hier alleen op mijn bed lig, heb ik genoeg tijd om over alles na te denken. Ik denk aan de afgelopen tijd, aan de tijd die nog gaat komen en alles wat ik nog wil doen… Maar vooral denk ik aan thuis, aan vader en moeder, die nu helemaal geen zoon meer in huis hebben en aan Dirk en Tine en hun toekomstige kindje. Ook heb ik de tijd om na te denken over het leven en over God. En God heb ik hier leren kennen. Ik dank God elke dag. Dat ik nog leef en dat ik het hier red. De gedachte aan de toekomst en mijn familie houdt mij op de been. Na enkele gebeden voor mijn ouders, voor mijn broer en zijn vrouw, voor vrienden en andere kennissen, sluit ik mijn ogen en val in een diepe rustige slaap, zoals alle voorafgaande avonden, wetend dat ik de volgende dagweer op hetzelfde bed, in dezelfde cel wakker wordt en dat die dag weer hetzelfde zal zijn als alle andere dagen.



Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken