Johannes Adrianus Jozef Verleun

Zoon van Johannes Adrianus Verleun (8 april 1887 Nieuwer Amstel) en Adriana Cornelia Rijkers (24 december 1890 Amsterdam).
Was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hij was leider bij de Katholieke Sint Franciscusgroep om Amsterdam, samen met Gerard Steen.
Verleun volgde drie jaar lang de priesters opleiding aan het seminarie in Sint-Oedenrode.
Tijdens de Duitse aanval op Nederland was hij soldaat in het Nederlandse leger.
Op 10 mei 1940 zag Verleun hoe Duitse militairen de IJssel overstaken. Hij raakte zwaargewond aan zijn arm maar wist te ontkomen.
Via verzetsstrijder Pam Pooters kwam Verleun als 21-jarige terecht bij de links-radicale verzetsgroep CS-6
(genoemd naar Corellistraat 6 te Amsterdam). Tot deze groep behoorden ook Gerrit Willem Kastein, Pam Pooters, Reina Prinsen Geerlings, Leo Frijda, Hans Katan, Sape Kuiper, de broers Jan Karel Boissevain en Gideon Willem Boissevain en hun achterneef Louis Boissevain. Verleun gebruikte de schuilnamen "George Devarge" en "Max Brinkhorst".
Op 23-jarige leeftijd liquideerde hij op 5 februari 1943 samen met Gerrit Willem Kastein de commandant van het Nederlandse vrijwilligerslegioen, Hendrik Seyffardt. Bij de rechtszaak tegen Verleun verklaarde deze (mogelijk om Leo Frijda vrij te pleiten) dat hij door (de inmiddels dode) Kastein werd vergezeld; andere bronnen stellen echter dat Frijda bij de aanslag aanwezig was en dat Kastein alleen bij de voorbereiding betrokken was.
Na deze liquidatie werden 600 studenten gearresteerd en als gijzelaar naar Kamp Vught gebracht. Eén van de gearresteerde gijzelaars was scout Jan Buyser van de Sint Jorisgroep in Den Haag.
Twee maanden later liquideerde hij te Vorden zelfstandig Folkert Posthuma, een oud-minister die voor de Duitsers was gaan werken.
Nadat de groep was verraden, werd Verleun door de Duitsers op 4 november 1943 opgepakt in Amsterdam / Amstelveenseweg. Hij werd gemarteld en werd op 6 januari 1944 ter dood veroordeeld. Daarna werd hij van het Huis van Bewaring aan de Weteringschans overgebracht naar de gevangenis van Scheveningen, Oranjehotel, daar zat hij van 6 januari 1943 tot 7 januari 1944. Hij zat gevangen voor: lid Staf C.S. VI, medegewerkt aan liquidatie gen. Seyffardt e.a. spoorwegaanslagen e.d.
Verleun was verantwoordelijk voor een aanslag op een politiebureau en meerdere liquidaties, hij maakte bommen, stal stempels om valse persoonsbewijzen te kunnen maken.
Hij is op 7 januari 1944 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.
Jan Verleun is 24 jaar geworden en op 26 april 1946 herbegraven in Amsterdam waar de Adrianus Joseph Verleunstraat naar hem is vernoemd. Langs de route van de kerk naar de begraafplaats St. Barbera Spaandammerdijk, Amsterdam stond een erewacht van scouts en gezagstroepen.
Na de oorlog is binnen zijn oude groep een horde naar hem vernoemd: de Jan Verleun horde.
Er is aan de binnenzijde van de kerk St. Franciscus van Assisi, ook wel de Boomkerk genoemd, een gedenksteen.
Jan woonde tegenover de kerk op de Admiraal de Ruyterweg.

Informatie uit:
wikipedia.nl
vrijheid.scouting.nl
geni.com
oorlogsbronnen.nl
myheritage.nl