Adriaan Cornelis Laurens de Klerck

Persoonsgegevens

VoornaamAdriaan
InitialenA.C.L.
Achternaamde Klerck
GeslachtMan
Leeftijd24
BeroepStudent
Geboren21 juni 1917 in Amsterdam.
Overleden24 juni 1943 in Leusderheide.
Reden van overlijdenGefusilleerd

Reden arrestatieBetrokkenheid bij de voorbereiding van de moordaanslag op drie informanten van de Duitsers
Gearresteerd op14 november 1941

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel29 november 1941
Oranjehotel verlaten5 december 1942
VervolgDe Kriegswehrmachtsgefängnis in Utrecht,
Kamp Amersfoort op 12 december 1942 en
Kamp Vught op 16 januari 1943.
BijzonderhedenLou de Klerck zat in een studentenverzetsgroep met onder meer Hans van Walsem, Lou Kist, Wim 't Hart, Bekkie de Loos en Frits van der Schrieck.

Hij was al eerder gearresteerd op 14 november 1941 en vrijgelaten op 22 november 1941.

 

Ingezonden verhalen over Adriaan Cornelis Laurens de Klerck

Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 07 september 2021

Dit verhaal is ingestuurd door de heer Prof. dr. W.M.A. Kalkman

ADRIAAN CORNELIS LAURENS (“LOU”) DE KLERCK zat tijdens zijn studietijd in Leiden in een studentenverzetsgroep met -onder andere- Johan Frans (“Hans”) van Walsem, Willem Hendrik (“Wim”) ’t Hart (1916-1943), Dirk Albert Elisa (“Bekkie”) de Loos (1917-1990), Frits van der Schrieck (1917-1999), Cornelis Louis (“Lou”) Kist (1916-1943) en Sjoerd Nauta (1917-2011).

De groep legde zich toe op spionage- en sabotagewerk en het vervaardigen van brandbommen. Daarnaast besloot de groep een illegaal blad uit te geven als onderdeel van hun verzetswerk. Zij gaven het blad de naam Ik Zal handhaven. Het blad werd uitgegeven van de herfst 1940 tot december 1943.

Leden van de groep werden in verband gebracht met de moordaanslag op de Duitse, uit Leiden en omgeving afkomstige, informanten Gerard Stellbrink, Jan de Jong en Piet Rohtert in het Haarlemse pension van Zwaantje Kuiper op 14 oktober 1941. De Jong overleefde de moordaanslag niet. Stellbrink en Rohtert herstelden en zetten hun werk als Duitse informanten voort in andere delen van Nederland. Daarbij maakten zij veel slachtoffers.

Vanaf de zomer van 1941 begon de Sicherheitsdienst/Sipo de leden van de verzetsgroep Ik zal handhaven op te sporen en te arresteren. Hierbij maakten zij gebruik van Dick ten Cate Brouwer die na zijn vrijlating uit het Oranjehotel op 23 juli 1941 als Duitse informant ging werken.

Van de studentenverzetsgroep werden Lou de Klerck en Hans van Walsem op 14 november 1941 in Leiden gelijktijdig gearresteerd. De arrestatie van beide studenten ging als volgt.

Na de moordaanslag op de Duitse informanten in Haarlem zocht Dick ten Cate Brouwer contact met Frits van der Schrieck en Christina Pieters-Gill. Hij kende Frits, omdat die met zijn broer, Wim ten Cate Brouwer, in hun studietijd een studentenkamer hadden gedeeld. Dick vertelde aan Frits dat Hans van Walsem spoedig gearresteerd zou worden. Frits heeft daarop Hans, die ondergedoken zat in een huis op de Garenmarkt in Leiden, gewaarschuwd. Later zocht Dick ten Cate Brouwer opnieuw contact met Frits van der Schrieck. Hij zou meer belangrijke informatie voor Hans van Walsem hebben en wilde hem daarom persoonlijk spreken. De verzetsgroep hield zich toen bezig met het vervaardigen van brandbommen en Dick, de scheikundig ingenieur, zou over een nieuw procedé beschikken. Daarover wilde hij met Hans spreken. Binnen de verzetsgroep werd Dick op dat moment nog volledig vertrouwd. Contacten met Hans van Walsem liepen via Lou de Klerck. Frits bracht Dick daarop in contact met Lou de Klerck.

De afspraak werd gepland bij Christina Pieters-Gill, die een kamer huurde aan de Breestraat 121a in Leiden. Op het vastgestelde tijdstip bleek Hans van Walsem verhinderd. De anderen waren nog maar net op de kamer, toen Ulrich Hoffmann, de latere beruchte Commissaris van Politie in Leiden, met een paar rechercheurs binnenkwam. Op het moment, dat Hoffmann binnenkwam, had Lou de Klerck een aantal exemplaren van het illegale blad Ik zal handhaven bij zich. Hij stopte deze snel in een aanwezige kinderwagen, zonder dat Hoffmann daarvan iets merkte. Nadat Hoffmann de persoonsbewijzen van de aanwezigenhad gecontroleerd, zei hij tegen de aanwezigen, dat hij gedacht had een bepaald persoon te zullen vinden. Daarna vertrok hij.

Wantrouwen was er kennelijk niet over het gebeuren op de kamer van Christina Pieters-Gill, want een nieuwe afspraak voor een ontmoeting met Hans van Walsem werd gepland. Dit keer bij Lou de Klerck, die een kamer huurde bij Elvire Sanders-Platz op de Lorentzkade 8 in Leiden. Op de avond van 14 november 1941 vond de afspraak plaats. Aanwezig waren Dick ten Cate Brouwer, Hans van Walsem, Lou de Klerck en Christina Pieters-Gill.

’s Ochtends was Ulrich Hoffmann gebeld door Wilhelm Hadler met de mededeling dat hij die dag een aantal personen moest arresteren. Nadere informatie zou nog volgen. Wel zei Hadler dat een van de aanwezigen direct na zijn arrestatie weer moest worden vrijgelaten. Tussen de twee telefoongesprekken tussen Hadler en Hoffmann, werd Hoffmann gebeld door Dick ten Cate Brouwer, die hem vroeg de garantie te geven dat hij na zijn arrestatie direct zou worden vrijgelaten. Hoffmann begreep dit in eerste instantie niet en liet het voor wat het was. ’s Avonds gaf Hadler het adres aan Hoffmann door: Lorentzkade 8 in Leiden. Hoffmann moest alle documenten in beslag nemen.

Hoffmann begaf zich naar het opgegeven adres, vergezeld van enige rechercheurs. Alle aanwezigen werden gearresteerd. Hoffmann vond in de kamer onder andere een lijst met namen van beroeps- en reserveofficieren van het Nederlandse Leger die als onbetrouwbaar waren aangemerkt door het verzet. Achter de rug van Hoffmann gaf Dick een leren notitieboekje door aan Christina, die dat bij haar stak. Dick ten Cate Brouwer en Christina Pieters-Gill werden diezelfde avond nog vrijgelaten. Christina is vervolgens direct naar Den Haag gegaan, om Frits van der Schrieck en de vader van Lou de Klerck van de arrestaties in kennis te stellen. Het notitieboekje van Dick gaf Christina aan Frits van der Schrieck, die het later verbrandde. Hierover zei hij na de oorlog “Ik heb dit doorgelezen, doch er stond niets bijzonders in. Het is mij dan ook niet duidelijk waarom hij dit op zo’n geheimzinnige wijze doorgaf.”

Lou de Klerck werd na zijn arrestatie vastgehouden op het politiebureau in Leiden en op 22 november 1941 vrijgelaten. Na zijn vrijlating hebben hij en Frits van der Schrieck intensief naar Dick ten Cate Brouwer gezocht met het doel hem uit de weg te ruimen. Op 27 november 1941 werd Lou de Klerck in Amsterdam opnieuw gearresteerd en overgebracht naar het Politiebureau in Leiden, waar hij in een cel werd opgesloten. Op 29 november 1941 werd hij vanuit Leiden overgebracht naar het Oranjehotel. Zijn Sachbearbeiter in het Oranjehotel was Walther Bartels. Bartels heeft na de oorlog verklaard dat hij De Klerck had verhoord in verband met zijn rol bij de voorbereiding van de moordaanslag op de Duitse informanten in Haarlem.

Lou de Klerck werd door het Feldgericht des Kommandeurs der Truppen des Heeres in den Niederlanden (de militaire rechtbank van de landmacht) in Utrecht in december 1942 ter dood veroordeeld en op 24 juni 1943 op de Leusderheide gefusilleerd. Hij werd 26 jaar.

Prof. dr. W.M.A. Kalkman
wolak@ziggo.n

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken