Nelly Elisabeth de Iongh-Endt

Persoonsgegevens

VoornaamNel
InitialenN.E.
Achternaamde Iongh-Endt
GeslachtVrouw
Geboren4 augustus 1895 in Zaandam.
Overleden25 september 1974 in 's Gravenhage.

Reden arrestatieHulp aan Joden
Gearresteerd in's Gravenhage
Gearresteerd op27 februari 1945

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel27 februari 1945
Oranjehotel verlaten3 april 1945
Cel(len)467  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VervolgVrijgelaten
BijzonderhedenHeeft in "Einzelhaft" gezeten

 

Ingezonden verhalen over Nelly Elisabeth de Iongh-Endt

Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 05 oktober 2021

Familie de Iongh, Wassenaar, Den Haag 9 september 1944 – 3 april 1945

Het echtpaar de Iongh-Endt woonde tot 9-9-1944 aan het adres Buurtweg 147 te Wassenaar (met hun 4 zoons en 2 joodse onderduikers).
Op bovengenoemde datum moesten zij dit adres verlaten met het oog op de veiligheid, i.v.m. met de V-2 (welke hier over kwamen vliegen).
Het joodse echtpaar, Bernard en Lize, werd tijdelijk geëvacueerd naar het adres Groot-Hertoginnelaan, te Den Haag, bij het echtpaar Boumeester-de Iongh.
Later werden zij ondergebracht op een adres in de Haagse vogelbuurt, omdat er bij het echtpaar Boumeester al meerdere mensen in huis waren. Op dit adres is er later een inval gedaan door de S.D, waarbij Bernard werd meegenomen, en Lize wist te ontkomen. Tijdens deze inval is er een medicijnflesje gevonden, met op het etiket het adres Buurtweg 147 Wassenaar.
Via de desbetreffende apotheek kwam de S.D. er achter wie er op dit adres woonachtig waren.

Naar aanleiding hiervan werd er op 27-2-1945 een inval gedaan door de S.D. aan het adres Piet Heinstraat 52 te ’s Gravenhage.
Al eerder n.l. op zondag 7 januari 1945 was de S.D. hier aan de deur(2 man in burger).
Mevrouw de Iongh had ze al zien aankomen, en waarschuwde haar zoon Wouter de Iongh, die met zijn “werk” (o.a. het vervalsen van persoonsbewijzen) bezig was, hierop attent gemaakt verdween hij met zijn spullen.
De heer en mevrouw de Iongh werden door de S.D. ondervraagd, betreffende de zwart gekochte kolen, radio, oud Hollandse munten, illegale blaadjes enz.
Ze konden het beste maar meteen bekennen, anders moesten ze mee naar “Het Oranjehotel” in Scheveningen.
Er werd gevraagd waar de jood van Roon verborgen was (zelf was hij geen jood, maar getrouwd met een joodse vrouw).
Hij was magazijnmeester van het adres Piet Heinstraat 52 (dit was het kantoor van Servo-Balans), en waar hij alle machines en motoren had verborgen.
Wel moest de heer de Iongh mee naar het adres De Ruyterstraat (werkplaats), om de gehele kolenvoorraad te laten zien.
Na een half uur waren de “heren” weer weggegaan. Dit “bezoek” was waarschijnlijk het gevolg van verraad, door een wegens wangedrag ontslagen arbeider op de fabriek.
Deze had waarschijnlijk een anoniem briefje geschreven aan de S.D.
Tijdens de inval op 27-2-1945 aan het adres Piet Heinstraat 52 werden de heer en mevrouw de Iongh voor verhoor meegenomen door de S.D.
De voordeur stond n.l. open voor het personeel van de fabriek, zodoende kon de S.D. ongehinderd naar binnen komen.
Binnengekomen zijnde vroegen zij mej. M. Oldenburg om haar “auschweis”, welke zij boven moest gaan halen, zodoende kon zij meteen Hannes en Friso de Iongh (resp. haar latere zwager en echtgenoot) waarschuwen.

Even voordat de inval plaats vond waren er brieven en andere wensen afgegeven door verschillende koeriersters (deze lagen allemaal in de bovenste lade van een bureau). Mej. M. Luyt stond nog met één der brieven in haar hand(kort tevoren had deze brief nog op het bureau gelegen). Deze wist zij ongemerkt achter een hoge stoel te verbergen.
De S.D. zocht wel op het bureau, maar gelukkig niet in de bewuste lade met brieven.
Hannes en Friso de Iongh zaten tijdens dit gebeuren in hun schuilplaats, welke zich onder de trap bevond.

De volgende dag, ’s morgens vroeg, stond de S.D. weer voor de deur, dit keer in gezelschap van de heren Kaptein(S.D.) en Schaubeneck (S.D.), beiden lid van Hollandse S.S. Deze keer waren het de beide dames Luyt en Oldenburg, welke mee moesten, eveneens voor verhoor, naar het “Oranjehotel” in Scheveningen.

Tijdens de fiets(!)tocht hier naar toe moesten zij ook, samen met Kaptein en Schaubeneck, dekking zoeken in een bomkrater op het Malieveld i.v.m. een aanval van Engels jachtvliegers (dit had waarschijnlijk te maken met het bombardement van het Bezuidenhout, enige tijd later). Via het politiebureau (deze waren “goed”) en het Alexanderveld gingen zij naar het “Oranje-hotel” te Scheveningen.
Hier aangekomen werden de verhoren afgenomen, deze vonden gescheiden plaats i.v.m. de vergelijkingen van de antwoorden. Mej. M. Luyt werd samen met de heer de Iongh verhoord en mej. M. Oldenburg samen met mevouw de Iongh.
Er werd o.a. gevraagd waar de jongens waren en of ze elkaar kenden (de heer de Iongh had laten doorschemeren dat mej.M. Luyt de verloofde was van zijn zoon Wouter).
De dames werden na dit verhoor weer vrijgelaten, zij konden zomaar weer gaan.
De heer en mevrouw de Iongh werden gevangen gehouden (ieder apart in een cel), tot de dag van hun vrijlating, 5 weken later d.d. 5-4-1945.

De reden van deze gevangenschap was ten lastenleggerij van bonkaartenverstrekking aan joden en het verbergen van hen.
Een kennis van het echtpaar de Iongh, de heer Donker(welke kontakten had met de S.D.) had gehoord dat èèn van hen een nieuwe regenjas nodig had.
Enige tijd later had hij inderdaad een nieuwe regenjas.
Of dit nu de reden was van de vrijlating van de heer en mevrouw de Iongh, dat was niet zeker. Na hun vrijlating werden zij ondergebracht op het adres Bankastraat te 's Gravenhage.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken