Arnold Oswald Knipscheer

Persoonsgegevens

VoornaamArnold
InitialenA.O.
AchternaamKnipscheer
GeslachtMan
Leeftijd42
BeroepMachinist
Geboren12 februari 1901 in 's-Gravenzande.
Overleden10 november 1943 in Wassenaar, Waalsdorpervlakte.
Reden van overlijdenGefusilleerd
Plaats grafNationaal Ereveld Loenen

Reden arrestatieVerzet en helpen van Joden
Gearresteerd op11 februari 1943

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel5 juli 1943
Oranjehotel verlaten9 november 1943
Cel(len)599  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VonnisDoodstraf
VervolgGefusilleerd

 

Ingezonden verhalen over Arnold Oswald Knipscheer

Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 04 februari 2022

Levensgeschiedenis van Arnold Oswald Knipscheer

Wat wist ik, Louis Knipscheer, geboren 23-8-1933, in mei 1940, als 6 jarige, van de oorlog. Ik zag, samen met een oudere buurjongen vanaf het dak van onze woning in het oostelijke deel van Schiedam, Rotterdam branden. Ik wist dat mijn vader, Arnold Oswald Knipscheer, geboren 12-2-1901, was opgeroepen en later vernomen dat hij aan de verdedigingslinie bij de Grebbenberg was gelegerd.
Kort na de overgave op 10 mei 1940 stond mijn vader onverwacht weer voor de deur.
De burgermaatschappij moest weer gewoon doorgaan.

Mijn vader werkte vóór de 2e WO bij de sleepdienst in de Rotterdamse havens. Eerst bij Smit & Co als stoker, maar na ontslag in augustus 1923 i.v.m. het stilleggen van verschillende sleepboten moest hij, zo hier en daar naar wat diverse korte werkzaamheden zoeken. In die tijd leerde hij Margrieta kennen, waarmee hij op 3 december 1924 in het huwelijk trad in alle armoede die er in die tijd bestond. Met zijn opgedane ervaring op het gebied van de stoomkracht kwam hij op 15 februari 1925 in dienst bij de Sleepvaartmaatschappij "De Volharding" in Rotterdam, te beginnen als stoker, maar tevens als leerling machinist. Dit waren, later van mijn moeder venomen, in alle eenvoud de mooiste jaren van hun leven. Na eerst in een eenvoudig optrekje, 3 hoog, in het oude westen van Rotterdam te hebben gewoond vertrekken zij naar een beneden woning in Schiedam. Een reisje naar het buitenland (België-Antwerpen) en bezoek aan familie in Apeldoorn waren de uitstapjes in die tijd.
Maar .........., een crisistijd breekt aan en op 1 juli 1933 volgt ontslag wegens overcompleet. Als er kort daarop weer een plaatsje vrij komt is hij wel weer de eerste om terug in dienst te mogen komen bij de "Volharding". Dan volgt de mobilisatie en Arnold werd opgeroepen.
Aanvankelijk zou hij bij de “Volharding” weer kunnen terugkomen, maar er volgt direct weer ontslag per 29 juni 1940, dit omdat het bedrijf bijna geheel was komen stil te liggen. Als verlengstuk van zijn militaire diensttijd bleef hij nu als vrijwilliger “werker” bij de “Opbouwdienst” in Driebergen. Ook dit duurde niet lang. Ontslag volgt op 9 oktober 1940. De NV 'Onafhankelijke sleepdienst v.h. de Volharding' staat ook nu weer klaar voor Arnold. Dit bedrijf was, om zich staande te houden, genoodzaakt om voor de vijand te werken en zo werd Arnold met boot en bemanning naar Amsterdam getransporteerd om daar zijn werk voort te zetten. Dat ging een tijdje goed. Arnold kwam ieder weekend naar huis en hij kreeg zelfs een enkele keer een paar dagen vakantie. Maar daar kwam verandering in. Hij bleef steeds langer weg, kreeg zoals hij schreef opdrachten naar Antwerpen. Op 26 augustus, op de verjaardag van zijn vrouw Gré, schreef hij haar nog en beloofde haar volgende week als hij hopelijk in Dordrecht zou liggen, nog even naar huis te komen. Zijn laatste regel in deze brief was: “Dan zal ik je de rest wel vertellen”.
In Amsterdam was hij intussen in contact gekomen met een ondergrondse verzetsbeweging om de bezetters op alle mogelijke en onmogelijke manieren schade te berokkenen en om joden en andere verdrukten te helpen. Via een cafébedrijf waar Arnold veel te vinden was werden Joden doorgestuurd naar onderduik adressen. Dit was Gré ook al bekend en zij heeft zelfs al een keer met mij een bezoekje aan dat café gebracht. Maar Gré wist niet alles. In die tijd was ze ook weer in verwachting en op 30 november 1942 werd mijn broer(tje) geboren; vernoemd naar zijn vader Arnold Oswald. In de Amsterdamse havens wist Arnold precies waar Duits materiaal te vinden was en opslagtanks voor het Duitse transport. Er werden afspraken gemaakt om het materiaal onklaar te maken en de tanks te laten leeglopen. Het noodlot sloeg echter toe..........verraad !!
Eén deelnemer in de groep was van Duitse afkomst en is doorgeslagen. Hij heeft de hele groep verraden. Op 11 februari 1943, één dag voor zijn verjaardag, werd de hele groep gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans.
Tijdens één van de hoorzittingen hoorde hij de eis tegen hem uitspreken: “de doodstraf”. Zijn advocaat werd geregeld door een buurman in Schiedam. Deze buurman had goede connecties met Duitse topfiguren. Hij was nl. directeur van een accufabriek in Vlaardingen. Een advocaat, weliswaar van de N.S.B., had al eerder te kennen gegeven, dat hij ondanks zijn moeite niets voor hem kon doen. Tijdens die hoorzitting verliet hij als laatste de bewuste kamer in het Huis van Bewaring, terwijl hij “bewust” het raam heeft open gezet. Er waren blijkbaar geen woorden voor nodig geweest – of misschien wel – om te kennen te geven: “maak hier gebruik van!”. Langs een regenpijp kon Arnold zich twee etages naar beneden laten glijden. Op dit zelfde moment werd zijn vrouw thuis door de buurman aangeraden om met de kinderen met spoed het huis te verlaten!
De fout die Arnold helaas maakte, is, dat hij als eerste het bekende cafeetje bezoekt, welk werd gebruikt als doorgang voor het veilig stellen van joden. Hij gaat daar heen om zich om te kleden, niet wetende dat dit café inmiddels ook al was verraden. Diezelfde avond nog werd hij daar weer opgepakt. In april werd hij naar Scheveningen overgeplaatst. In cel 599, welke hij moest delen met drie celgenoten, was het wachten op de definitieve uitspraak. Hij mocht daar bezoek ontvangen en er mochten levensmiddelen worden aangeboden, voor zover er nog wat was. Een briefwisseling kon nauwelijks omdat alles werd gecensureerd. Maar omdat er regelmatig vuil ondergoed mee naar huis kwam, ontstond er een briefwisseling via kleine opgerolde briefjes in de zoom van de onderbroeken. Er waren enkele vrienden en familieleden, die het plan smeedden om hem trachten te bevrijden. Eén van deze briefjes ziet u hier.
Ook een neef, Herman, bekend uit een verzetsgroep in Rijnsburg, was bij dit plan betrokken. Het plan werd gesmeed. Van een tweetal hekken kon het gaaswerk worden doorgeknipt. Er werd een fiets geregeld, waarmee hij op de vlucht kon gaan. Enkele keren waren zij ter plaatse geweest tot er op een moment werd ontdekt, dat er tussen de twee hekken honden waren losgelaten. Mogelijk was er iets uitgelekt. Men probeerde nog met giftige worst de honden uit te sluiten, maar de honden aten dat niet op.
Het werd te moeilijk om bij die betreffende muur te komen, zodat ook dit vluchtplan mislukte. Op de dag dat het vonnis werd voltrokken, kreeg hij de gelegenheid een laatste brief aan zijn vrouw, kinderen en familie te schrijven:

Op 10 november 1943 werd het vonnis voltrokken.
Hij werd in het crematorium Westerveld gecremeerd. De as werd naar Duitsland meegenomen. Deze brief werd eerst enkele weken later ontvangen. De laatste weken heeft hij doorgebracht in dodencel 601 van de Scheveningse Gevangenis , later het Oranjehotel, welke cel nog steeds als monument is behouden.

Een foto van Gré met haar twee kinderen, Louis en Arnold laat zij op 19 juni 1943 speciaal maken voor bij Arnold in zijn cel.
Tijdens het schrijven van zijn brief zal hij zeker deze foto naast zich hebben gehad.
Cel 601 is nog steeds ingericht zoals in de oorlog het geval was. Er is een krib aanwezig en een originele Kübelton. Ook zijn er enige gebruiksvoorwerpen zoals een blikken kroes en houten bestek. In de muren zijn teksten te lezen die de gevangenen er in gekrast hebben.
Tijdens de bezetting zijn 215 mensen vanuit het Oranjehotel naar de Waalsdorpervlakte gevoerd en gefusilleerd. (inf. Oranjehotel)

Eerst in januari 1946 komt van het Nederlandse Rode Kruis het bericht, dat Arnold Oswald Knipscheer in het crematorium Westerveld is gecremeerd en dat de as door Duitse militairen is meegenomen en waarschijnlijk verstrooid. Op 12 februari 1946, zijn geboortedag, ontvangt Gré een deelname betuiging van HM Koningin Wilhelmina.
Eerst in 1958 worden de stoffelijke resten in Keulen teruggevonden. De Oorlogsgravenstichting zorgt er voor dat op 31 maart 1958 een plaats, met steen aangeduid, wordt verzorgd op het Ereveld in Loenen (Veluwe) onder nr. 141B.

Louis Knipscheer.

Bron: Louis Knipscheer, auteur van het boek "Knipscheer Genealogie"

Geplaatst door Louis Agaath Knipscheer op 9 januari 2017

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken