Bertram Polak

Persoonsgegevens

VoornaamBertram
InitialenB.
AchternaamPolak
GeslachtMan
Leeftijd23
BeroepHuidenhandelaar
Geboren29 maart 1918 in Tilburg.
Overleden17 augustus 1942 in Auschwitz.

Reden arrestatieVluchtpoging naar Engeland
Gearresteerd inDen Haag
Gearresteerd op9 december 1941

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel9 december 1941
Oranjehotel verlaten2 februari 1942
Cel(len)362  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VervolgAmersfoort
Auschwitz
BijzonderhedenZie Arnoud-Jan Bijsterveld, "Ons huis. Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg" (Hilversum 2020)

 

Ingezonden verhalen over Bertram Polak

Ingestuurd door Jacqueline 't Hart op 05 juli 2023

Zoon van huidenhandelaar Max Henri (Hans) Polak (1 februari 1888 Tilburg - 12 november 1942 New York) en
Bertha Cohen (18 mei 1895 Groningen - 16 oktober 1931 Amsterdam).
Bertram, die ongehuwd blijft, krijgt vier zussen: Florentine (Floortje) (2 juni 1921 Tilburg - 21 april 2011 Massa-
chusetts), de tweeling Leonie (13 september 1923 Tilburg - mei 1955 New York) en Louise (Wiesje) (13 september 1923 Tilburg - september 1968 Desmoines, Iowa) en Constnace (Conny) (New York 1941), dochter uit het huwelijk dat Hans Polak in 1940 in Londen sluit met Charlotte Elias (5 februari 1911 Rotterdam - 19 augustus 1991 Sellersville).
Bertram volgt het basisonderwijs aan de Openbare Lagere School nr.3 aan de Korte Schijfstraat, daarna gaat hij naar de Rijks-HBS Koning Willem II. Hij is geen bijzonder ijverige leerling; hij doubleert bij de vierde klas. Voor lichamelijke oefening haalt hij ook geen hoge punten, maar hij speelt wel in het schoolhockeyteam. Later wordt hij ook lid van de 'Tilburgsche Mixed Hockey Club'. Bertram heeft talent voor toneelspel; als in 1935 leerlingen van de HBS in de schouwburg het toneelstuk 'n Zomerzotheid opvoeren haalt Bertram de krant met zijn acteerpres-
tatie. In 1936 slaagt hij voor het examen HBS-B . Na een stage van een jaar bij een huidenhandel in Londen en een jaar militaire dienst treedt Bertram in 1938 toe tot de huidenhandel fa. B. Polak die de vader van Bertram samen met zijn broer Alfred (11 juli 1883 Tilburg - 28 maart 1956 Tilburg) aan de Telegraafstraat drijft. De familie Polak woont eerst aan de Bisschop Zwijnsenstraat 77 in het huis dat Hans polak door zijn zwager Salomon Franco heeft laten ontwerpen.
Direct na de Duitse inval op 10 mei 1940 besluiten de families van Hans (4 personen) en Alfred Polak (5 pers- onen) via Engeland naar de Verenigde Staten te vluchten. Alleen Bertram, gemobiliseerd en ingedeeld als sergeant bij het zesde Regiment Infanterie, blijft in Nederland achter.
Na de demobilisatie keert hij vanuit zijn stelling in het Land van Maas en Waal terug naar Tilburg om de zaak van zijn vader en oom voort te zetten. Tot de zomer van 1941 woont Bertram in het ouderlijk huis.
Op 21 januari 1941 worden hij en zijn medebewoners, zijn oudoom Sal Levy en de huishoudster Judik Levij, gedwongen om het huis te verlaten. Nadat de Duitse Wehrmacht het huis enige tijd in gebruik heeft, wordt het verkocht aan de Duitse ondernemer en NSDAP-er Kühnert, directeur van Tricotagefabriek 'Chrama'.
Bertra, trekt na zijn huisuitzetting in bij zijn goede vriend, arts Fred de Wit aan de Spoorlaan 96 (gesloopt). Een poging van Bertram om naar Cuba te emigreren mislukt en begin december probeert hij samen met Fred de Wit en een bevriend echtpaar, Bobby en Tineke Spier-Bendien, per schip naar Engeland te ontkomen om zich te verenigen met hun gevluchte familieleden.
Op 9 december reizen ze met de trein naar Den Haag. Daar worden ze opgewacht door twee Haagse agenten en de SD-er Krut Bläse. Ze zijn in de val gelokt door het duo Willy Kramer en Jacoba Menso. De werkzaamheden van het ijverige duo leidden tot de arrestatie van een groot aantal leden van de Tilburgse Oranje Garde (...) het uitleveren van een aantal Engelse piloten en (Joodse) onderduikers. Deze laatste slachtoffers werden in de val gelokt met een zogenaamde vlucht naar Engeland. Hiervoor moesten ze flinke bedragen neertellen (...).
Onderweg werden zij vervolgens aangehouden, gearresteerd en uitgeleverd aan de Gestapo. Geen van de Joodse personen heeft het overleefd. Het viertal wordt al 'Schützhäftling' overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen, het Oranjehotel.
Op de muren van cel 362 zijn hun namen ingekrast: 'Spier 9-12-'41, 'Polak 9-12-'41', 'De Wit 9-12-'41 Scheveningen', 'Mevr. Spier-Bendien 9-12-'41', 'Spier 2-4-'42 transport -???'.
Op 2 februari 1942 zijn de drie mannen overgebracht naar Kamp Amersfoort (Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort) waar ze voortdurend mishandeld worden, te weinig voedsel krijgen en dwangarbeid moeten verrichten in het zogeheten 'Judenkommando'.
Op 16 juli 1942 gaan ze op transport naar Auschwitz. Vermoedelijk gaat de trein eerst naar het Drentse station Hooghalen om daar gevangenen uit Westerbork op te pikken. Al de volgende dag, 17 juli, komt de trein in Auschwitz aan. Bertram wordt geselecteerd als 'arbeitsfähig' met Häftling Nummer (matriculation number) 48321
(getatoeëerd op de rechter onderarm) en komt in Birkenau (ook wel bekend als Auschwitz II) terecht waar hij dwangarbeid verricht.
Daar overlijdt hij, 24 jaar oud, op 17 augustus 1942.
Naar alle waarschijnlijkheid is hij vergast.

Informatie uit:
geni.com
joodsmonument.nl
wikimiddenbrabant.nl
Boek: Ons huis. Op zoek naar een Joodse familie in Tilburg.
Auteur Arnoud-Jan Bijsterveld.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken