Persoonsgegevens
Voornaam | David |
Initialen | D. |
Achternaam | de Leeuw |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 31 |
Beroep | Voetballer/scheidsrechter |
Geboren | 13 november 1910 in Amsterdam. |
Overleden | 28 februari 1943 in Auschwitz. |
Reden arrestatie | Verraad |
Gearresteerd in | Amsterdam |
Gearresteerd op | 11 november 1942 |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 11 november 1942 |
Oranjehotel verlaten | 26 november 1942 |
Vervolg | Westerbork Auschwitz |
Bijzonderheden | De heer De Leeuw was werkzaam bij Hollandia Kattenburg en is gearresteerd bij de razzia die op 11 november 1942 plaats had, |
Oorlogsbronnen.nl
Oorlogsgravenstichting.nl
Joodsmonument
Ingezonden verhalen over David de Leeuw
In 1940 werkten er 740 mensen bij de regenkledingfabriek Hollandia-Kattenburg in Amsterdam-Noord, een groot deel van het personeel was joods.
Omdat Hollandia-Kattenburg veel opdrachten kreeg van de Duitse Wehrmacht, waren de Hollandia-Kattenburg medewerkers voorlopig vrijgesteld waren van deportatie. Die vrijstelling, zgn Sper, gold ook voor hun partners en kinderen.
Het grote aantal economisch vrijgestelden was Rauter, tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland de hoogste vertegenwoordiger van de SS, een doorn in het oog, vooral toen in het najaar van 1942 bleek dat het aantal joodse gedeporteerden lager was dan vanuit Berlijn was opgedragen. In oktober ‘42 zag Rauter, inmiddels ook de hoogste chef van de Nederlandse politie kans de groep met de zgn. Sper-Joden van Hollandia-Kattenburg zo verdacht te maken dat zij ondanks hun vrijstelling toch opgepakt werden en met hun gezinnen werden gedeporteerd.
De verdenking was gebaseerd op de volgende gebeurtenissen. Op 17 oktober 1942 werd Sally Dormits, bij een onbenullige diefstal door een lid van de Haagse vrijwillige politie, gearresteerd. Sally Dormits, geboren 1909, was een Nederlandse jongen, opgegroeid o.a. in Brazilie en actief in de Internationale Brigade tegen Franco in de Spaanse Burgeroorlog, Meteen na de capitulatie in mei 1940 werd hij de joodse leider van een communistisch georiënteerde verzetsgroep, de Nederlandse Volksmilitie. In zijn cel pleegde hij zelfmoord om niemand te verraden, maar in zijn huis vond de politie lijsten met namen en adressen van leden van de verzetsgroep, die prompt allemaal werden opgepakt. In een notitieboekje van Sally Dormits stond ook de naam van het niet-joodse meisje Martha Korthagen. Zij had korte tijd bij Hollandia-Kattenburg gewerkt tot ze in mei 1941 werd ontslagen. Ook Martha Korthagen werd opgepakt en tijdens een verhoor in de Scheveningse strafgevangenis heeft zij verteld dat een grote groep joodse arbeiders van Hollandia-Kattenburg bij communistische sabotagedaden betrokken was.
Op woendag 11 november 1942 om ongeveer 16.30 uur verschenen overvalwagens van de Grüne Polizei onder leiding van de beruchte oorlogsmisdadiger Willy Lages bij de fabriek van Hollandia-Kattenburg aan de Valkenweg in Amsterdam-Noord.
367 Joodse medewerkers werden op brute wijze door de bezetter gescheiden van de niet-Joodse werknemers, die laatste groep werd door de bezetter naar huis gestuurd en de eerst genoemde groep gearresteerd en met vrachtwagens naar het hoofdkwartier van de SD in de Euterpestraat weggevoerd. Daar wees Martha Korthagen (onzichtbaar voor haar oud-collega's) de mannen en vrouwen aan die zogenaamd bij de sabotagedaden betrokken waren geweest. Van de ruim 360 joodse personeelsleden wees zij er 130 als saboteurs aan. De overigen gingen direct naar Westerbork. De 130 'saboteurs, waaronder David de Leeuw, werden overgebracht naar de strafgevangenis in Scheveningen. In de strafgevangenis werden de 130 'saboteurs' zo mishandeld dat een deel van hen bekende.
Op 25 november gaat bijna de hele groep op de trein naar Westerbork. Tien Kattenburgers blijven achter in Scheveningen en moeten voor het Kriegsgerecht verschijnen. Vijf gaan op transport naar Auschwitz, de anderen worden begin februari 1943 op beschuldiging van kommunistische Aktion in Den Bosch voorgeleid. Eén wordt naar een concentratiekamp gestuurd, de anderen worden ter dood veroordeeld. Twee krijgen de kogel, de andere twee gaan alsnog naar gevangenissen en kampen. David de Leeuw is vanuit Westerbork op 30 november 1942 naar Auschwitz gedeporteerd waar hij omstreeks 28 februari 1943 door vergassing is vermoord. Van alle gedeporteerde Hollandia Kattenburgers en hun gezinsleden (in het totaal ging het om 826 mensen) hebben er acht de kampen overleefd.
Hoewel het gehele personeel van Hollandia-Kattenburg het werk had neergelegd tijdens de februaristaking en er zeker een aantal mensen werkten met communistische sympathieën, is het hoogst onwaarschijnlijk dat er personeelsleden van Hollandia-Kattenburg tot een sabotage groep hadden behoord. Geen van hen stond op de lijsten van Sally Dormits en geen van hen dook onder toen hij gepakt was.
Alle namen van de slachtoffers van de Hollandia-Kattenburg staan vermeld op een gedenksteen die aanvankelijk in de hal van de fabriek hing, maar nu is aangebracht op een monument op het IJ-plein in Amsterdam-Noord. Elk jaar wordt daar op 11 november, rond 16.30 uur een herdenking gehouden.
• Martha Korthagen bleek na de oorlog tijdens het verradersproces in september 1948 in werkelijkheid een SD-agente te zijn geweest, die ook bij de verhoren (inclusief martelingen) aanwezig was. De vermeende link tussen de Nederlansde Volksmilitie van Sally Dormits en Hollandia Kattenberg bleek verzonnen door de Sicherheitsdienst uit interne onvrede over de vrijstellingen voor de zogenaamde sper-joden, waardoor het aantal afgevoerde Joden uit Nederland achterbleef bij Rauters verwachtingen. Martha Korthagen werd door het Bijzonder Gerechtshof in 1948 tot 10 jaar gevangenisstraf veroordeeld, in 1951 kreeg zij als gevolg van goed gedrag strafvermindering en werd vervroegd vrijgelaten.
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden