Tobias Biallosterski

Tobias Biallosterski werd geboren in een Joods gezin wat afstamde van een immigrant uit het toenmalig Rusland die rond 1849 in Amsterdam aankwam.
Hij was de middelste zoon van Tobias Biallosterski en Guurtje de Graaf, had 2 broers, Wim en Bennie, die vermoord werd in kamp Buchenwald. In zijn jeugd was hij een kampioen in de roeisport bij de vereniging Poseidon.

Na de inval van 10 mei 1940 werd hij betrokken bij illegaal werk voor de Paroolgroep, verantwoordelijk oa voor distributie. Maar hij wil actie en gaat in 1943 met een andere Paroolman naar Engeland. Daar werd hij een van de eerste agenten voor het Bureau Bijzondere opdrachten (BBO)dat de Nederlandse afdeling was van de SOE, Special Operations Executive, een idee van Sir Winston Churchill. Hij deed een complete opleiding en werd op 31 maart 1944 boven bezet Nederland gedropt (Noord Brabant) met een W/T, een wireless Telegraph operator, iemand die een zender moest bedienen voor contact met Engeland en het verzet. Hij legt contact met verzet, organiseert droppings en ontvangstcomites die de wapens die werden afgeworpen moesten bergen. Zijn missienaam was Draughts dat vrij vertaald betekent reis of excursie, zijn veldnaam was Hans (de Bruin), zijn tweede missie was 9 september 1944 en ditmaal komt hij in Westfriesland (noorden van Noord Holland|) terecht bij plaats Spanbroek. Een lokale boer, die commandant is van het afwerpterrein Mandrill, Schipper, vangt de mannen op en Tobias/Hans gaat zich weer bezighouden met opvang piloten en agenten, de afwerpterreinen en alles wat bij berging komt kijken. Zin basis is een adres in Amsterdam en hij heeft een team met mannen die de berichten verzenden en ontvangen en 3 koeriersters.

Het einde aan zijn verblijf als agent in bezet gebied komt op 10 februari 1945 als een auto waarin hij zit wordt aangehouden door lokale hulppolitie, de Landwacht met een paar leden van de Grune Polizei. Hij is verdacht omdat hij Engels vliegerslaarzen draagt. Het gezelschap bij hem waaronder 2 artsen wordt voor verhoor naar lokale politiebureau gebracht en daarna naar het gemeentehuis van Obdam. Daar komt het tot een vuurgevecht met lokale verzetsmensen die hen proberen te bevrijden wat mislukt. Tobias wordt zwaargewond door schot van een Landwachter, een collega agent ontsnapt wel maar een ander wordt gedood. Tobias wordt door de Duitsers eerst naar Heiloo gebracht en daarna voor een operatie naar het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis. De Duitsers hebben hem levend nodig om te verhoren over zijn activiteiten. Omdat het toen militaire ziekenhuis in Den Haag, Brnovo ziekenhuis, hem weigert op te nemen, hij is geen militair, wordt hij naar het Oranjehotel gebracht en in een geïmproviseerde ziekenboeg gelegd, waar hij gezelschap heeft van 2 andere gearresteerde geheime agenten.
Hij is verzwakt na die operatie en de SD man Otto Haubrock die hem moet verhoren heeft in de gaten dat dit niet zal gebeuren, Tobias bezwijkt uiteindelijk 25 februari 1945. De Duitsers laten hem naar toenmalige Zuidwal ziekenhuis brengen voor een lijkschouwing en daarna gaat hij naar de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan. Daar verdwijnt hij anoniem in een massagraf van slachtoffers van het bombardement op het Haagse Bezuidenhout (3 maart 1945).
Zo komt er een oneervol einde aan het leven van een dapper geheim agent, die zijn leven gaf voor het vaderland maar die geen eigen graf mocht krijgen.
Voor zijn daden werd hij onderscheiden met de Bronzen medaille, posthuum kreeg hij de militaire Willemsorde 4e klasse en de Engelse onderscheiding Honorary Member of the Order (MBE) 21 december 1944.