Johan Frederik Henri de Jonge Melly

Portret

Naam: Johan Frederik Henri de Jonge Melly

Geboren op 16 oktober 1905 te Amsterdam

Beroep: 1e luitenant der infanterie

Woonplaats: Bussum

Gearresteerd op 5 mei 1942

Straf: doodstraf

IM 314 OD lijst: I; nr. Anklage 2e OD-proces: 6

Gefusilleerd op 29 juli 1943

Johan de Jonge Melly’s is een zoon van Marinus de Jonge Melly, expeditie-chef aan het arsenaal van de Marinewerf. Johan is beroepsmilitair bij de infanterie, woont in Bussum en wordt in 1938 bij het kaderbataljon te Laren geplaatst. In mei 1941 heeft hij in een café in Bussum een gesprek met kolonel Versteegh, die hij kent uit het leger en die eveneens in Bussum woont. Versteegh is van het begin af aan betrokken bij de Ordedienst (OD), hij vraagt De Jonge Melly hem te helpen met OD-werkzaamheden. Die wordt dan OD-koerier en adjudant van Versteegh. Hij reist vaak in diens opdracht naar Den Haag voor overleg met chef-staf OD Schimmelpenninck en diens medewerker Gerard Dogger over organisatorische zaken en over het zelf maken van wapens. De Jonge Melly heeft via enkele gewestelijke commandanten de directeuren van een paar ambachtsscholen warm gemaakt voor het idee om zelf wapens te fabriceren. Dat blijkt overigens niet zo gemakkelijk te zijn in de praktijk. Na de arrestatie van zijn ‘mentor’ Versteegh

in september 1941 gaat hij door met zijn OD-taken, die door de arrestatie van Schimmelpenninck in november 1941 nog worden uitgebreid. Hij is o.a. de schakel met een aantal gewesten.

In de periode daarna worden Schimmelpennick en veel OD-medewerkers opgepakt door de SD. Begin maart 1942 ontsnapt De Jonge Melly zelf nog net aan arrestatie. Hij wordt gewaarschuwd. Hij is voorzichtig en gaat door met zijn werk. Hij slaagt er ook nog in om het geld van de OD, dat bij de arrestaties verborgen was, te vinden en veilig onder te brengen bij een betrouwbare vriend in Amsterdam. Op 5 mei 1942 wordt hij echter zelf opgepakt, als hij een afspraak heeft met Pasdeloup, met de gewestelijk commandant van Utrecht Pim Boellaard en met diens medewerker Gootjes aan de Zwanenburgsingel in Amsterdam. Later blijkt dat Pasdeloup hen verraden heeft.1 De mannen worden opgesloten in het Oranjehotel, waar inmiddels al veel andere OD’ers vastzitten.

De Jonge Melly wordt samen met een groepje anderen op 3 augustus overgeplaatst naar Haaren. Daar wordt hij in het 2e OD-proces in april 1943 ter dood veroordeeld. Op 29 juli 1943 wordt hij gefusilleerd op de Leusderheide, 37 jaar oud.

1 CABR 2.09.09, in verslag openbare terechtzitting proces Poos en Slagter, verklaring P. Boellaard, p. 15