Jan Johannes Lanser

Persoonsgegevens

VoornaamJan Johannes
InitialenJ.J.
AchternaamLanser
GeslachtMan
Leeftijd21
BeroepBureaumedewerker bloemenveiling Aalsmeer
WoonplaatsAalsmeer
Geboren26 januari 1920 in Haarlemmermeer.
Overleden13 april 2011 in Uithoorn.
Plaats grafUithoorn

Reden arrestatieVerspreiding anti-Duitse pamfletten
Gearresteerd inAalsmeer
Gearresteerd op18 juli 1941

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel29 oktober 1941
Oranjehotel verlaten16 december 1941
Cel(len)73  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
Vonnis5 maanden gevangenisstraf
VervolgVrijgelaten
BijzonderhedenNa zijn arrestatie is hij overgebracht naar diverse gevangenissen in Amsterdam en hierna overgebracht naar het Oranjehotel. Hier is hij eind 1941 is vrijgelaten
In december 1942 is de heer Lanser op transport gezet naar Essen waar hij voor Krupp moest werken. Nadat hij in maart 1945 werd 'ontlagen' moest hij zich elders melden maar is gevlucht en wist naar Wuppertal te ontkomen. Daar had hij een bekende waar hij bij een bekende die bedrijfsleider was op een kwekerij. Hij kreeg daar onderduik in ruil voor werk op de kwekerij.
Na het eindigen van de oorlog kon hij uiteindelijk begin juli 1945 naar Nederland worden gerepatrieerd.

 
Bron(nen):
Vonniskaarten NRK
Familie

Ingezonden verhalen over Jan Johannes Lanser

Ingestuurd door Liesbeth Lanser op 08 juni 2024

Op 4 mei 1987 heb ik ‘Het Verhaal’ van mijn vader opgetekend:

Het is 1941, na de Februaristaking; mijn vader Jan Lanser wordt door zijn neef Piet Joore meegenomen naar een schuilhut op een kwekerij. Piet geeft mijn vader een stencil waarin een oproep tot staken wordt gedaan als de NSB-er Mussert een leidende rol zal krijgen in Nederland. Piet vraagt Jan het stencil te vermenigvuldigen, neef Piet vermeldt niet waar de stakingsoproep vandaan komt, mijn vader vraagt er niet naar, dat doe je niet. Ze hebben er samen nooit meer over gesproken. Naar later blijkt is de oproep afkomstig geweest van de verzetsgroep ‘Vrij Nederland’

Het vermenigvuldigen en selectief uitdelen doet hij samen met Piet Schenkius, ook hij wordt gearresteerd.

Jan wordt verraden, hij wordt van huis gehaald en bedreigd met de dood.

Een nacht brengt hij door op het politiebureau van Aalsmeer, dan wordt hij naar het lyceum in de Euterpestraat Amsterdam overgebracht, daar begint de mishandeling, die een aantal maanden zal duren.

De verhoren zijn afschuwelijk, op allerlei manieren proberen de Duitsers erachter te komen waar het pamflet vandaan komt. Jan heeft altijd volgehouden dat hij het over de post heeft gekregen. Het lichamelijke en geestelijke geweld is om Jan te intimideren en murw te maken. In zijn ouderlijk huis in Aalsmeer worden ondertussen regelmatig huiszoekingen gedaan.

Schoppen, slaan, duwen, tanden uit zijn mond slaan en geestelijke intimidatie. Jan wordt door de SD-er Oehlslchägel mishandeld, deze SD-er wordt in 1944 geliquideerd , daaruit vloeit weer een represaille waarbij 29 mensen worden gefusilleerd.

Vanuit de Euterpestraat ( nu de Gerrit van der Veenstraat) gaat mijn vader naar het huis van bewaring aan de Weteringschans, van juli tot september zit hij daar en tot eind oktober in het huis van bewaring Havenstraat, elke keer wordt hij verhoord, zonder resultaat.

Dan moet hij voor het Landesgericht verschijnen, het is een show, een zogenaamd echt proces in aanwezigheid van de familie en de pers. Schuldig: 6 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, hij wordt overgebracht naar het Oranjehotel in Scheveningen.

In het Oranjehotel zit vader Jan met meerdere mensen in de cel, sommige van hen worden gefusilleerd, een naam blijft hem altijd bij, Jan heette hij een jonge jongen uit Hummelo die sabotage had gepleegd.

Na het uitzitten van zijn straf gaat Jan weer aan het werk, hij wordt in de gaten gehouden door de vele NSB-ers en als dan de oproep komt voor de arbeitseinsatz besluit Jan onder druk van de familie zich niet schuil te houden maar te gaan, 2 ½ jaar lang werken voor de firma Krupp in Essen, ook een zware tijd. Na de oorlog de moeizame terugtocht naar Nederland, via een kamp nabij Venlo.

Pas in plus minus 1983 besluit Jan een oorlogspensioen aan te vragen, spijt heeft hij dat hij het niet eerder heeft gedaan, maar ja na de oorlog gingen de schouders eronder en het leed werd 40 jaar verdrongen. Hij vertelt altijd zenuwachtig te zijn geweest en hij stottert flink.

Het aanvragen van het oorlogspensioen is een emotioneel gebeuren want weer zijn daar de ‘verhoren’ maar nu door psychiaters. Behandeling en therapie in Oegstgeest volgt. Tot aan zijn dood is Jan ‘bezig’ geweest met de oorlog.

Deze ingrijpende periode in zijn leven heeft grote invloed op hem gehad negatief maar ook positief zoals zijn maatschappelijke betrokkenheid, de politiek, zijn gevoel voor solidariteit, altijd geëngageerd zijn, een strijdbare wijze man.

Jan wordt voor het boek Een vrij ernstig geval, Aalsmeer en Aalsmeerders in oorlogstijd van Theodore van Houten geïnterviewd en geciteerd.

In 2024 komt een sigarenkistje boven water met allerlei papieren, documenten van zijn arrestatie, zijn ontslag, verklaringen van Jan, een verklaring van degene waarmee hij zijn daad verrichtte, was labels, brieven die hij vanuit gevangenschap schreef en de brieven die hij ontving. Vanwege de censuur lijken de brieven luchtig van toon.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken