Anton Johan Arnold van Overeem

Portret

Naam: Anton Johan Arnold van Overeem

Geboren op 17 februari 1918 te Bandoeng

Beroep: sergeant der School Reserve Officieren Infanterie

Woonplaats: Leiden/Den Haag

Gearresteerd op 24 november 1942

Straf: abgetrennt

IM 314 OD lijst: J; nr. Anklage 2e OD-proces: 58

Overleden: 30 oktober 1979 te Overveen

Anton van Overeem wordt geboren in Bandoeng op West-Java. Als de bezetting van Nederland door de nazi’s begint woont hij in Den Haag. Al in 1940 wordt hij door overste Dirk Habbema geworven voor de Ordedienst (OD). Via zijn vader, een bekende van Habbema – een gepensioneerd KNIL-officier - wordt hij adjudant van Habbema. Die is dan nog een van de kwartiercommandanten van de OD in Den Haag. Na de arrestatie van stadscommandant Den Haag Velu eind juli 1942 neemt Habbema diens functie als stadscommandant over. Van Overeem is zijn rechterhand en regelt allerlei zaken voor hem. Zo benadert hij ook Van der Schoor, een bekende van hem, als Habbema een aantal persoonsbewijzen nodig heeft om naar Nederlands-Indië te vluchten. Op dat moment weten zij nog niet dat vluchten naar Nederlands-Indië geen goede oplossing zou zijn. 1

De verklaring van Anton van Overeem zelf in het proces tegen de Haagse politieagenten Poos en Slagter spreekt voor zich: “In augustus 1940 trad ik op verzoek van overste Habbema tot de illegaliteit toe. Ik werd adjudant bij hem. Zijn naaste medewerkers waren overste Velu en de student Riep, beiden woonachtig te Den Haag. Op 24 november 1942 werd ik ten huize van mijn ouders in de Danckertstraat 35 te ’s Gravenhage gearresteerd door Slagter en Poos. Ik kende hen niet. Hun namen had ik echter reeds vele malen gehoord, in verband met de door hen verrichte arrestaties en de O.D. Zij stelden mij vragen omtrent mijn werk voor overste Habbema. Ik weigerde aan hen een verklaring af te leggen. Zij brachten mij over naar het Binnenhof 7 te Den Haag en stelden mij ter beschikking van Bartels, Untersturmbannfüher bij de Sicherheitspolizei. Ik werd door hem gehoord. Ik ontkende alles. Door de Duitser Adler van de Sicherheitspolizei werd ik overgebracht naar de cellenbarakken te Scheveningen en aldaar ingesloten. Later werd ik overgebracht naar Haaren (N.B.). Van 14 maart tot 23 april 1943 vond daar het proces plaats tegen de 2e OD-groep. Ook tijdens de terechtzitting bleef ik alle mij ten laste gelegde feiten ontkennen. Ik werd abgetrennt. Ik bleef tot september 1943 in Haaren (N.B.) en werd daarna als krijgsgevangene afgevoerd naar Mühlberg in Duitsland. Na de bevrijding keerde ik in ons land terug. Poos en Slagter herken ik van de foto’s, welke U mij thans toont.” 2

Van Overeem overlijdt in 1979 te Overveen op 61-jarige leeftijd.

1 Afbeelding: www.marsethistoria.nl/355-japanse-visie-op-de-invasie-van-nederlands-indie-in-1942
2 NA 2.13.137 inv 265 Poos en Slagter, p. 156/157