Cornelis Louis Kist

Naam: Cornelis Louis (Lou) Kist
Geboren op 19 juli 1916 te Bandoeng (Ned.-Indië)
Beroep: 2e luitenant der infanterie (was cadet-vaandrig)
Woonplaats: Leiden
Gearresteerd op 9 januari 1942
Straf: doodstraf, proces in december 1942
IM 314 OD lijst: K; nr. op bijlage 3B: 117
Gefusilleerd op 24 juni 1943 op de Leusderheide

Lou Kist wordt geboren in Bandoeng op Java en groeit op in Nederlands-Indië. Hij vertrekt naar Nederland voor een militaire opleiding aan de KMA in Breda, terwijl zijn hele familie daar achterblijft. Hij is 2e luitenant der infanterie (KNIL) wanneer de oorlog uitbreekt. Zijn toevluchtsoord in Nederland is zijn ‘pleegmoeder’, mevr. G. Drost- van Geuns, aan de Frankenslag in Den Haag. Kist verzamelt al in het najaar van 1940 vrienden om zich heen, die zich net als hij willen verzetten tegen de bezetter, nl. oud-kadetten van de KMA en ook Leidse studenten. Kist en een aantal andere oud-kadetten van de KMA zijn, nadat de KMA gesloten werd, gaan studeren in Leiden. Hij raakt betrokken bij het door zijn docent chemie drs. Van Walsem en Sjoerd Nauta opgerichte verzetsblad “Ik zal handhaaven” en ook bij andere illegale activiteiten zoals spionage, wapens en sabotage. Hij probeert in het voorjaar van 1941 te vluchten om in Indië te kunnen vechten, maar dat lukt niet. Later dat jaar maakt hij samen met Sjoerd Nauta plannen voor de liquidatie van infiltrant Stellbrink. Die verraadt studenten die naar Engeland willen oversteken en blijkt ook op andere terreinen onbetrouwbaar. Die plannen leiden tot een aanslag op hem in oktober 1942 door een aantal verzetsgenoten. Kist leidt dan al een zwervend bestaan in Leiden na de arrestatie van Nauta in de zomer van dat jaar.

Voor het inlichtingenwerk werkt de groep rond Kist nauw samen met de ID van Van Hattem en Somer. Deze ID is nauw verbonden met de Ordedienst (OD). Op 5 januari 1942 vertrekt Kist samen met OD’er Gerard Vinkesteijn naar Frankrijk om spionagemateriaal over te brengen naar Londen. Ze moeten ook proberen contact te laten leggen tussen de Franse regering in onbezet gebied – generaal de Gaulle - en de Nederlandse en Engelse regering. Ze worden opgepakt op het station in Brussel. Zijn verloofde Nina van Baumgarten is een maand eerder eveneens naar Frankrijk vertrokken. Zij slaagt er wel in om Londen te bereiken. Kist wordt opgesloten in het Oranjehotel en begin juli 1942 getransporteerd naar Amersfoort. Op 5 december vertrekt hij naar Utrecht voor het proces, waar op 10 december 1942 de doodstraf wordt uitgesproken. Hij krijgt de volgende middag nog bezoek van zijn pleegmoeder mevr. Drost en praat dan - volgens haar - het meest over zijn verloofde Nina. Op 12 of 13 december gaat hij terug op transport naar Kamp Amersfoort. In januari/februari 1943 wordt hij tijdelijk in Berlijn en Keulen geplaatst, omdat Kamp Amersfoort in die periode grotendeels dicht is in verband met de uitbreiding. Hij komt begin maart terug in Amersfoort en gaat dan op transport naar Vught. Op 12 mei wordt hij overgeplaatst naar Den Bosch, waar mevr. Drost hem met veel moeite nog een laatste keer mag bezoeken. Vervolgens vertrekt hij half juni naar Haaren en vandaar waarschijnlijk op 22 juni naar Utrecht, waar hij op 24 juni 1943 wordt gefusilleerd samen met een aantal van zijn verzetsvrienden. Zijn familie in Nederlands-Indië hoort pas veel later over zijn dood.