Willem Jacobus van der Reijden

Portret

Naam: Willem J. van der Reijden

Geboren op 16 februari 1915 te Rotterdam

Beroep: marconist; agent

Gearresteerd op 13 februari 1942

Nummer in 2e OD-proces: n.v.t., zonder proces weggevoerd

IM 314 OD lijst: K. Bijlage 3 nr. 127

Overleden: overlijdensdatum onbekend.

Willem van der Reijden is een man, die zowel in als na de oorlog vragen, kritiek en discussie oproept. Hij wordt op negentienjarige leeftijd lid van de N.S.B. Hij doorloopt de marconistenschool, gaat op Engeland varen en vertrekt dan voor drie jaar voor de Rotterdamse Lloyd naar Indië. Bij het uitbreken van de oorlog wordt hij in Sabang (Ned.-Indië) vanwege zijn N.S.B.-lidmaatschap vier weken geïnterneerd. Hij wordt weer vrijgelaten omdat hij als lid bedankt heeft; hij zou een antipathie hebben ontwikkeld tegen de Duitsers. Hij vertrekt naar Londen en meldt zich aan bij de MI-6/C.I.D. als vrijwilliger voor een missie. Kolonel Rabagliatti van die dienst is enthousiast over zijn vaardigheid als marconist en ondanks twijfels van anderen wordt hij op missie gestuurd.

Van der Reijden – alias ‘Bob Scholte’ - wordt in de nacht van 9 op 10 december 1941 door Hazelhoff Roelfzema en Chris Krediet van Contact Holland afgezet in Scheveningen. Hij valt in het ijskoude water en laat de nieuwe zender die hij voor agent Ter Laak bij zich heeft in het water vallen. Kletsnat bereikt hij zijn overnachtingsadres. Hij gaat op zoek naar zijn contactpersonen van de Ordedienst (OD), maar dat lukt niet direct. Na een week wordt hij dan toevallig aangetroffen door politieagent - tevens betrokken bij de OD - ‘Broer’ Moonen en vindt hij via hem een veilig onderduikadres bij de zusters Van der Kolk. Hij komt dan ook in contact met Ter Laak en biedt aan om diens kapotte zender te repareren. Ze spreken af dat Ter Laak de zender op 13 februari 1942 ’s avonds weer komt of laat ophalen bij Van der Reijden. Die dag wordt Ter Laak echter gearresteerd op zijn onderduikadres. Hij vertelt de SD over de zender en noemt het adres van Van der Reijden. Die wordt daar diezelfde avond aangehouden.

Van der Reijden geeft bij zijn verhoor net als ter Laak– overeenkomstig zijn instructies van MI-6 – zijn zendcode prijs. Samen met de andere agenten gaat hij na verblijf in het Oranjehotel naar Haaren, waar hij met enkele van de agenten - o.a. Ter Laak -blijft als vrijwel alle andere agenten naar Assen worden overgeplaatst (vanwaar zij later naar Mauthauen worden afgevoerd en daar vermoord). Hij weet vervolgens ook nog te ontkomen aan ‘straftransport’ als hij betrapt wordt op klopsignalen met enkele vrouwelijke gevangenen. Na ‘Dolle Dinsdag’, 9 september 1944, wordt hij op alsnog transport gezet. Hij komt in Kamp Sachsenhausen terecht en wordt daar bevrijd. Hij reist dan naar Engeland voor achterstallig salaris, maar krijgt weinig gehoor. Vervolgens gaat hij naar Nederland. Daar wordt hij uitgebreid ondervraagd over zijn rol tijdens zijn verblijf in Nederland en na zijn arrestatie, maar mag vertrekken. Hij trouwt met een Engelse vrouw en gaat in Norwich wonen.