Louis Israël

Levensverhaal Louis Israël - door Ferry en Loes van der Zwaan (kleinkinderen)

Geboren 2 mei 1884 te Arnhem
Ouders: Marcus Israël en Mina Kellermann
Hij had enkele broers waarvan bij ons alleen de naam Bennie bekend is.
Louis heeft tot 4 April 1929 in Batavia gewoond. Hij had daar een hotel, "Hotel Israël".
Hij is in Nederlands Indië gehuwd met Adriana Geertruida Woerdenbagch.
Zij kregen 2 kinderen. Een zoon Addie, geboren in Batavia, en een dochter Gosewina Cornelia Israël geboren 15 september 1930 te Schiedam.

In 1932 is het gezin verhuisd naar Den Haag, Vlierboomstraat 319. In de oorlog handelde Louis in gloeilampen.
In de nacht van 8 oktober 1942 is hij door de Nederlandse politie van zijn bed gelicht en naar het Oranje hotel gebracht. Behalve dat hij een Joodse afkomst had zijn er geen andere redenen bij ons bekend. Hij zat daar in cel 365. Vanuit Scheveningen is hij op 21 oktober 1942 ovregeplaatst naar Wolvenplein Utrecht. Daar heeft hij 6 maanden en 6 dagen vastgezeten in cel 46. Werd daar berecht en teruggestuurd naar het Oranjehotel in Scheveningen op 28 april 1943. Vanuit daar is hij op 12 augustus 1943 gestuurd naar concentratiekamp Vught. Tijdens het appèl op 5 september 1943 is hij volgens ooggetuige 2 meter buiten de rij gaan staan om wat schaduw te krijgen en om die reden is er vanuit een wachttoren op hem geschoten door een Nederlandse SS-er. Hij is niet direct overleden maar kreeg later een genadeschot van een Duitse militair, aldus de ooggetuige. Hij werd in het crematorium van kamp Vught gecremeerd, zijn as werd daar in de asput voor Joden gedeponeerd. In zijn overlijdensakte staat dat hij "Auf der flucht erschossen" is.