Noach Lezer

Zoon van Mozes Lezer (6 december 1831 Assen - 28 december 1919 Assen) en Jenetta (Jetta) de Vries (8 juli 1841 Gennep - 13 juni 1911 Assen).
Getrouwd op 16 augustus 1911 te Rotterdam met Esther Campignon (11 september 1879 Rotterdam - 14 mei 1943 Sobibor).
Ze kregen drie kinderen, Arnold (30 mei 1912 Rotterdam - 14 mei 1943 Sobibor), Max (27 maart 1914 Rotterdam 30 november 1943 Dorohusk) en Jenetta (10 februari 1919 Rotterdam - 19 november 1943 Auschwitz).
Joodse afkomst.
Hij was de broer van Isedore Lezer (7 januari 1870 - 14 januari 1943 Auschwitz).
Lid van de Nederlandse Volks Militie.
Ten tijde van de oorlog woonde het gezin op Schieweg 77C te Rotterdam.
De slagerij van Noch was vanaf 1927 gevestigd op de Hugo de Grootstraat 4 in Rotterdam. In 1930 was op dit adres het secretariaat gevestigd van de Rotterdamsch Israëlitische Toneelvereniging.
Noch had een kapsalon op de Schieweg 77E in Rotterdam. Saartje van Gigch, betrokken bij een communistische verzetsgroep de Nederlandse Volks Militie, was één van de kapsters die daar werkte.
Toen de Rotterdamse politie op 18 oktober haar op haar werk vroeg of ze Saartje van Gigch kende, ontkende ze dat en iedereen in de kapsalon zweeg; daardoor kreeg Saartje van Gigch de kans onder te duiken en een aantal leden van de Nederlandse Volks Militie te waarschuwen.
Op 12 februari 1943 is Noach overleden in Auschwitz.

Informatie uit:
joodserfgoedrotterdam.nl
genealogieonline.nl
openarch.nl
joodsmonument.nl
rudi-harthoorn.nl