Elisabeth Geertruida Johanna Folmer-Vrielink

Persoonsgegevens

Voornaam Elisabeth
InitialenE.G.J.
AchternaamFolmer-Vrielink
GeslachtVrouw
Leeftijd44
WoonplaatsZeist
Geboren22 november 1899 in Brielle

Reden arrestatieHulp aan vijand
Gearresteerd op28 april 1944

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel28 april 1944
Oranjehotel verlaten6 juni 1944
VervolgVught
BijzonderhedenZij was de moeder van Joke Folmer

 
Bron(nen):
Gedenkboek van het Oranjehotel

Ingezonden verhalen over Elisabeth Geertruida Johanna Folmer-Vrielink

Ingestuurd door Joost Trouw op 27 september 2025

https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:Terdege,19980415:newsml_349af85c0e75160b31d17819dd36720e
Een stukje uit een mooi verhaal
Doorlopen!
Aan de voortdurende spanning wen je. Ik heb veel geluk gehad. Ik moest op de Prinsengracht in Amsterdam een pakje afleveren en kwam langs een fietsenkeldertje. De fietsenmaker keek op en zei: „Als je op nummer 279 moet zijn, zou ik maar doorlopen." „Nee hoor, ik moet naar vierhonderd-zoveel", zei Joke kalm. „Maar ik was dankbaar voor de waarschuwing, want op 279, waar ik inderdaad moest zijn, zaten de Duitsers achter de deur te wachten wie er naar binnen zou komen wandelen." In de stoptrein uit Arnhem zei de conducteur bij Roermond: „Ik zou maar door de goederenuitgang gaan." Meer niet. Hij landing hadden gemaakt. Na de liep meteen weer door. Joke en haar vijf piloten namen de bedoelde uitgang en zagen even later dat de Duitsers bij de gewone uitgang stonden te controleren. Ze waren er ternauwernood aan ontsnapt. „Zo waren er van die gewone mensen die hun bijdrage leverden. Na de oorlog is weleens verwijtend gezegd dat slechts een klein deel van de bevolking in het verzet ging en dat de meeste mensen lijdelijk toekeken, maar er waren er velen die iets deden. Denk alleen maar aan al die mensen die de 300.000 onderduikers verborgen hebben." Jokes ouders hadden een joods meisje en een student in huis. En soms piloten, als hun dochter er geen weg mee wist. Toen Joke en haar moeder gearresteerd werden, werd het ouderlijk huis gevorderd. Het lukte Folmer om zijn onderduikers ongezien ergens anders heen te brengen. Zijn vrouw werd later vrijgelaten.

In de kraag gevat
De arrestatie kwam onverwacht. Haar moeder kwam haar op 28 april 1944 bezoeken. Toen ze elkaar op het Amsterdamse station begroetten, werden ze ruw in de kraag gevat en in de boeien geslagen. In de gevangenis van Scheveningen werd Joke in een isoleercel gestopt. Daar sliep ze. Ze maakte langere nachten dan ze in jaren gedaan had. De enorme spanning waaronder ze altijd geleefd had, was van haar afgevallen. „Ik was de laatste die in de zaak "Luctor et Emergo" was opgepakt. Ze hadden haast tijdens de verhoren, omdat ze het dossier wilden afsluiten. Aanvankelijk deed ik mijn mond niet open, dus toen gingen ze met een stok aan de gang. Daar heb ik nu nog kromme vingers van. Ze riepen boos dat ik een argeloos, dom kind was en het natuurlijk voor een vriendje gedaan had. Toen kwam er opeens een dossier op tafel en tot mijn opluchting hoorde ik dat ze alleen van mijn eerste transporten wisten. Ik heb het spelletje van „argeloos, dom kind" en „een vriendje" maar meegespeeld, zodat ik geen namen van anderen heb hoeven te noemen. Op 30 mei werd ik naar Vught gebracht. In onze barak hoorden we hoe er mannen werden weggevoerd om geëxecuteerd te worden, je hoorde de honden en de harde voetstappen. We zagen in het kamp ook hoe de joodse kinderen (zónder hun ouders) op transport werden gesteld."

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken