Otto van Gool

Zoon van Andries Johannes Jacobus van Gool (11 december 1882 Amsterdam) en Julia Mathilda Hess (7 augustus 1882 Amsterdam - 28 januari 1958 Den Haag). Hij was een broer van Elsa Louise van Gool.
Getrouwd met Maria Martha Didem (7 januari 1926 Osnabrück).
Getrouwd met Alida Christina Lezwijn (1 december 1919 Leiden - 12 mei 1994 Amsterdam).
Fotograaf.
Hij stond op de lijst van linksextremisten van de Centrale Inlichtingendienst met de toevoeging : 'Secretaris Tempo, Haagse communistische jeugdbeweging (1938).
Hij werd op 12 augustus 1941 door de Haagse politie gearresteerd. Op die dag werden tientallen Haagse commu-
nisten gearresteerd. De arrestaties waren een gevolg van de infiltratie door Johannes Hubertus van Soolingen, die in mei 1940 opdracht van burgemeester DE Monchy de CPN opnieuw binnengedrongen was.
Van Gool werd naar de Documentatiedienst aan de Laan Copes van Cattenburch 6 overgebracht en vervolgens naar het Oranjehotel, waar hij aan de Sicherheitsdienst werd uitgeleverd.
Op een cartotheekkaart van de Sicherheitsdienst staat : 'Er war Leiter eine Fünfergruppe die illeg. CPN und hat Hetzschriften vertrieben. Er ist einem KZ-Lager zugewiesen worden Jude'.
Half maart 1942 werd hij naar Kamp Amersfoort gestuurd en twee weken later ging hij op transport naar het concentratiekamp in Buchenwald, waar hij op 31 maart werd ingeschreven. Als reden voor de gevangenschap gaf hij op 'Verbreitung von kommunistischer Flugblätter'.
Alhoewel de Sicherheitsdienst had geregistreerd dat hij van Joodse afkomst was, werd dat niet vermeld op de lijst die bij de inschrijving in Buchenwald was opgesteld. Het kan natuurlijk zijn dat bij het vertrek uit het Oranjehotel of in Amersfoort de toevoeging was verdwenen, maar het meest waarschijnlijk is dat de Schreibstube in Buchen-
wald dit niet heeft opgenomen, omdat de Duitse communisten die daar ook gevangen zaten heimelijk gevangenen het leven probeerden te redden. Een nadere inspectie van de lijst leert dat er op de eerste paar bladzijden wel bij een paar mensen de toevoeging 'Jude' staat, vervolgens bij Van Gool niet en vervolgens weer wel op de laatste paar bladzijden. Het is alsof ze een paar mensen wilden redden, maar alleen in het midden van de lijst, zodat het bij een vluchtige inspectie door de SS niet op zou vallen. Van de vijf mensen op de lijst met de toevoeging 'Jude' heeft niemand de oorlog overleefd, ze waren allemaal binnen een half jaar dood.
Van Gool hoefde zo geen gele driehoek over zijn rode driehoek te dragen en wist daardoor de oorlog te overleven.
Van 2 februari 1943 tot 9 maart 1944 lag hij in het Revier (kampziekenhuis), en begin maart 1944 werd hij naar het NN-kamp Natzweiler overgebracht.
Toen de geallieerde legers naderden, werden de gevangenen in september 1944 naar Dachau, geëvacueerd. Zijn kamp nummer was 101716.
Hij was een Nacht-und-Nebel-gevangene.
Daar werd Van Gool op 29 april 1945 door Amerikaanse troepen bevrijd. Toen Otto van Gool de dag na de bevrij-
ding samen met zijn vriend Wim Harthoorn in Dachau naar de appèlplaats liep, zei hij ; 'Nou heb ik ze toch lekker te pakken gehad, wist je dat ik Joods ben'.
Hij keert half juni 1945 thuis terug.

Verzetsherdenkingskruis.

Informatie uit:
rudi-harthoorn.nl
oorlogsbronnen.nl
tracesofwar.nl
geni.com