Nicolaas Wilhelmus Wijnen

Persoonsgegevens

VoornaamNico
InitialenN.W.
AchternaamWijnen
GeslachtMan
Leeftijd24
BeroepKapper
Woonplaats's Gravenhage
Geboren27 november 1916 in 's Gravenhage.
Overleden4 februari 1998 in 's Gravenhage.
Plaats grafOud Eik en Duinen

Reden arrestatieLid CC redactie (lid van de Vonk-groep)
Gearresteerd in's Gravenhage
Gearresteerd op26 juli 1941

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel26 juli 1941
VervolgAmersfoort
Buchenwald
Natzweiler
Dachau
Mauthausen
Solvay
Ebensee
BijzonderhedenHij heeft, samen met anderen, de krant 'De Vonk' opgericht.
Hij was een Nacht -und Nebelgevangene.
Hij is na zijn bevrijding gerepatrieerd.

 
Bron(nen):
Formulier persoonsgegevens oud-gevangenen: familie
Oorlogsbronnen.nl
Wikipedia

Ingezonden verhalen over Nicolaas Wilhelmus Wijnen

Ingestuurd door Jacqueline 't Hart op 29 mei 2024

Zoon van Nicolaas Pieter Wijnen (6 januari 1891 Den Haag - 21 maart 1959 Den Haag) en Josephina Elisabeth Rutten (27 september 1891 Den Haag).
Kapper
Woonde op de Weteringkade 46 te Den Haag.
Hij had een opleiding tot kapper gevolgd (zijn vader was kapper) maar hij was van beroep kantoorbediende.
Hij werd een aantal jaren voor de oorlog lid van de CPN. Hij trad toe tot de zogenoemde K-groep voor kantoorpersoneel, kunstenaars en intellectuelen. Hij was politiek secretaris voor de sectie Laak. Hij was betrokken bij de hulp aan vluchtelingen uit Hitler-Duitsland. Hij was lid van de vereniging Hulp aan Spanje. Hij bracht geld naar de Nederlandse Compagnie in Spanje en hielp Duitse en Oostenrijkse vrijwilligers voor de Internationale Brigade bij hun doorreis naar Spanje. Hij organiseerde binnen de Haagse CPN lezingen die tegen het kolonialisme en racisme gericht waren, waarbij onder anderen ook Anton de Kom sprak. Daarbij werkte hij ook samen met Leo Ziekenoppasser en Gerrit Kastein. Hij was lid van de Vereniging van Vrienden van de Sovjet-Unie (VVSU).
Eind jaren dertig schreef hij een artikel voor het communistische dagblad Het Volksdagblad over de arbeidsverhoudingen binnen het bedrijf Cycle Import. Dat was geïnspireerd door het feit dat Cycle Import fietsen verkocht met een afbetaling van een gulden per week, waardoor zelfstandige fietsenmakers het brood uit de mond gestoten werd. De communist Ziekenoppasser die daar bedrijfsleider was, voorkwam dat het stuk geplaatst werd, omdat hij geen ‘gedonder’ binnen het bedrijf wilde hebben. Hij schreef voor Het Volksdagblad ook bedrijfsartikelen over Batschari en Vredestein.
Meteen na de Nederlandse capitulatie begon hij mee te werken aan de opbouw van de zogenoemde eerste partijformatie van de illegale CPN, die uit bekende communisten zou bestaan. Jan van Kalsbeek had daarvan de leiding en andere belangrijke leden waren Tjerk Kloostra en Hermijntje Heijmans.
In februari 1941 moest Van Kalsbeek onderduiken en werd de leiding overgenomen door Kees Neven en in maart nam Wijnen de leiding over.
Hij hield zich ook bezig met de illegale communistische bladen De Vonk, De Waarheid, De Tribune en De Gids. De kopij kwam uit Amsterdam, maar soms werden artikelen vervangen. Die artikelen werden vaak door Wijnen geschreven. Ook stimuleerde hij Anton de Kom om artikelen te schrijven. De bladen werden van eind oktober 1940 tot mei 1941 gestencild door hem en Piet Wapperom in het atelier van Henri Pieck in de Heerenstraat in Rijswijk.
Al vroeg in de bezetting werd er tussen de Haagse afdelingen van de partijen CPN en RSAP een contactcommissie voor samenwerking in het verzet gesticht Kastein wilde ook met andere groepen in het verzet samenwerken en dat leidde tot een contactcommissie bestaande uit de CPN’ers Sally Dormits, Herman Lelie en Kastein en de RSAP’ers Willem Dolleman, Tjidsger Bandringa en Jan Molenaar. Hij werkte ook een poos mee aan De Vonk van het Marx-Lenin-Luxemburgfront (MLLF, uit de RSAP voortgekomen). Dit kwam voort uit de contacten met Willem Dolleman. Hij stimuleerde De Kom om niet alleen voor de communistische De Vonk, maar ook voor die van het MLLF te schrijven.
Wijnen en Simon Veenendaal frommelden pamfletten in zakken van dronken soldaten om hen aan te moedigen te deserteren.
Wijnen, Piet Wapperom en Fred Donderwinkel hingen op 1 mei 1941 een groot spandoek met hamer en cirkel op het Rijswijkseplein opgehangen aan de bovenleiding voor de tram. Dit idee om het moeilijk te verwijderen op te hangen hadden ze geleerd van Duitse communistische vluchtelingen. Verder werden op die dag op veel plekken kleefstroken met leuzen aangeplakt en een speciale editie van De Vonk verspreid. Over de gebeurtenissen op 1 mei in Den Haag bracht de Haagse Sicherheitsdienst schriftelijk verslag uit aan het hoofd van de Gestapo in Berlijn Brigadeführer Heinrich Müller (de hoofdverantwoordelijke voor alle moorden in de concentratiekampen, inclusief het vergassen van Joden), die al sinds 1935 door de Nederlandse regering bij de bestrijding van het communisme in Nederland betrokken was: ‘Flugblatt-, Klebezettel und sonstige schriftliche Propaganda wurde nur in Einzelfällen an verschiedene Orten durchgeführt, da es bereits am 28-4-1941 auf Grund eingehender sicherheitspolizeilicher Ermittlungen gelungen war, im Haag größere Mengen für den 1. Mai bestimter Flugblätter zu erfassen und sicherzustellen. 5 Personen wurden hierbei festgenommen, weitere 25 Festnahmen stehen noch bevor.’
Hij dook in mei 1941 in de Sint-Janslaan in Bussum onder, omdat er toen arrestaties binnen De Vonkgroep plaats vonden. Kort daarop vond er een huiszoeking bij hem plaats.
Hij werd op 26 juli 1941 op zijn onderduikadres gearresteerd in het kader van de actie tegen de ondergrondse CPN die door de door burgemeester De Monchy in mei 1940 de illegale CPN ingestuurde politie-informant Johannes Hubertus van Soolingen voor de Inlichtingendienst in beeld was gebracht. Op dezelfde dag werden Toon van der Kroft en Jan Geluk op hun respectievelijke onderduikadressen in Amsterdam gearresteerd. Vlak voor zijn arrestatie had Wijnen een bespreking met Toon van der Kroft, Jan Geluk, Henk Fokke en nog iemand in het Spaanderwoud. Waarschijnlijk werden enkelen van hen door de politie geschaduwd. Hij kwam in de cel bij Jack Thomassen van de Stijkelgroep en vervolgens bij Wim van Dongen van Vrij Nederland.
Hij werd verhoord door de Sicherheitsdienstman Otto Lange, die hem onder andere vroeg of de CPN te maken had gehad met een aantal liquidaties (enkele daarvan waren gedaan door Cornelis Simonis), sabotage en spionage. In het Oranjehotel werd hij mishandeld door de vooroorlogse politie-informant Willem Hendrik van Duivenboden.
Op een cartotheekkaart van de Sicherheitsdienst staat: ‘Er hat sich noch nach dem Verbot der CPN als Funktionär der “De Waarheid-Gruppe” betätigt und illegale Hetzschriften hergestellt und verbreitet. Er ist in ein KZ-Lager eingewiesen worden.’
Nacht-und-Nebel-gevangene
Hij werd half maart 1942 naar kamp Amersfoort overgebracht en vervolgens twee weken later naar het concentratiekamp Buchenwald gestuurd, waar hij op 2 april werd ingeschreven. Bij de inschrijving gaf hij op dat zijn gevangenschap te wijten was aan ‘Mitglied CPN 1936-40’. In Buchenwald ging hij met leden van de verzetsgroep De Geuzen praten, toen die stonden te lachen toen de communisten bij driloefeningen afgeranseld werden (de Geuzen waren al een klein jaar eerder in Buchenwald gearriveerd; door het afranselen vielen er onder de oudere communisten al snel enige doden) ; hierna gingen De Geuzen zich fantsoenlijker gedragen.
Vanaf 2 maart 1944 zat hij gevangen in Natzweiler.
Vanaf 6 september 1944 zat hij gevangen in Dachau. Zijn kampnummer was 101017.
Vanaf 14 september 1944 zat hij gevangen in Mauthausen.
Hij was indirect betrokken bij de zelfbevrijding van het concentratiekamp Ebensee op 6 mei 1945.
De ministers van Justitie Goseling (Katholiek) en Gerbrandy (Antirevolutionair) zijn medeverantwoordelijk voor de ondergane wreedheden in gevangenschap, omdat ze opdracht hebben gegeven dat de Politie Inlichtingendiensten tijdens de bezetting voor de bezetter moesten blijven door werken ; burgemeester De Monchy (Liberaal) is medeverantwoordelijk omdat hij op 15 mei 1940 opdracht aan de Haagse Politie Inlichtingendienst gaf om voor de bezetter communisten te blijven opsporen ; het latere hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst is medever-
antwoordelijk omdat hij in nauwe samenwerking met de Sicherheitsdienst leiding gaf aan de opsporing van communisten.
Na de oorlog trouwde hij met Marie Christina Stephanie (Mimi) Knage (9 december 1914 Arnhem - 28 mei 1982). Zij was de dochter van een kolonel en werkte voor de oorlog in Parijs voor GS III. Dit was wel ironisch, want GS III was de drijvende kracht achter de uitroeiing van de communisten tijdens de oorlog. Zij zat tijdens de oorlog in Ravensbrück gevangen en verloor haar moeder en twee broers in gevangenschap.
Na de oorlog ging hij gedichten schrijven; er zijn diverse bundels van hem gepubliceerd. In 1948 verliet hij de CPN en werd lid van de PvdA. Wijnen bleef in zijn hart communist, maar trad uit vanwege het blijven behouden van een goede verstandhouding met zijn vrouw.
In 1961 werd hij directeur van de Bond van Nederlandse Volksuniversiteiten, waarbij hij tevens redacteur was van het blad Syllabus voor kunst en cultuur van die bond. Hij was ruimtwintig jaar bestuurslid van de Haagse Kunstkring. In 1975 ontving hij de Visser Neerlandiaprijs voor de éducation permanente en de culturele integratie met Vlaanderen.
Nicolaas Wilhelmus Wijnen is overleden op 4 februari 1998 in Den Haag.

Onderscheiding: verzetsherdenkingskruis

Informatie uit:
geni.com
rudi-harthoorn.nl
openarchieven.nl
oorlogsbronnen.nl
 

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken