Cornelis Jansen

Persoonsgegevens

Voornaam Cornelis
InitialenC.
AchternaamJansen
GeslachtMan
Leeftijd44
BeroepWerkmeester
WoonplaatsZuilen
Geboren15 maart 1899 in Nieuw-Lekkerland.

Reden arrestatieHuisvesting van Joden, radio verborgen
Gearresteerd inUtrecht
Gearresteerd op4 oktober 1943

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel4 oktober 1943
Oranjehotel verlaten19 januari 1944
VervolgVught (waar hij 9 maanden gevangen heeft gezeten)
BijzonderhedenZie ook Caroline Jacoba Johanna Maria Jansen-Roodnat, Abraham Agsteribbe en Sara Agsteribbe-Bakker (dit gezin zat ondergedoken bij de familie Jansen)

 
Bron(nen):
Zie ingezonden verhaal

Ingezonden verhalen over Cornelis Jansen

Ingestuurd door Anja Berlijn op 07 oktober 2023


Voorstellen:


Mijn naam is Elbert Jansen, ik ben geboren in 1930 te Vlissingen waar mijn ouders tijdelijk woonden i.v.m. werkzaamheden van mijn vader aan de overzet veren van Vlissingen naar Breskens. Mijn ouders woonden normaal in Zuilen/ Utrecht. Mijn vader was werkmeester bij Werkspoor in Utrecht. Hij bouwde bruggen voor treinen. In Brabant en Limburg zijn alle bruggen platgegooid. Na de oorlog is hij ze weer gaan herstellen, is wel 2 tot 3 jaar daar mee bezig geweest, was veel weg.

Dit is een verhaal over mijn leven als 10-15 jarige jongen in de tweede wereld oorlog


De eerste weken van de oorlog

Ik had al wel gehoord dat de mensen bang waren dat Hitler oorlog zou gaan voeren, misschien ook bij ons.
Op de eerste dag in mei 1940, de zon scheen, werd ik wakker van lawaai, allemaal overvliegende vliegtuigen. Mijn vader en moeder stonden buiten, zoals nog veel meer mensen. Iedereen keek en had het over de vliegtuigen die overvlogen.
Ik ging die ochtend wel gewoon naar school, maar we werden weer naar huis gestuurd.
Alle ochtenden vlogen die vliegtuigen over ons huis in Utrecht.
Op de vierde dag hoorde we dat Rotterdam gebombardeerd was.
Mijn opa en oma woonde in Alblasserdam, vlak bij Rotterdam.
We zijn al liftende naar Alblasserdam gegaan. We zagen Rotterdam in brand staan.
(Ik was te jong om te beseffen wat er nu allemaal gebeurde, ik was ook niet echt bang.
Je zag de gevaren niet en tja, wat was oorlog.)
Je hoorde wel over veel doden en op de grebbenberg en zo maar eigenlijk overkomt het je als je 10 bent.

Mijn opa en oma woonde in een vrijstaande woning aan de lek in Alblasserdam. In de muur van hun huis zaten kogelgaten, dat weet ik nog heel goed. Dat was best heftig om te zien.
Bij opa en oma waren 4 soldaten ingekwartierd, ik maakte daar 4 Duitsers mee die daar in de kamer zaten en daar sliepen. Deze Duitsers waren heel aardig en vriendelijk, ze wouden het liefst weer naar huis, naar hun vrouw en hun kinderen. Ze hadden helemaal geen zin in oorlog, zelfs een hekel aan oorlog.

Toen ik weer in Utrecht kwam, keek ik samen met mijn vriendjes vol bewondering naar de Duitse soldaten met hun motoren en uniformen en uitrusting. Dat zag er allemaal heel indrukwekkend uit.
De Duitsers waren heel vriendelijk naar ons, in alle winkels waar snoep te koop was stond het vol met Duitsers, ze kochten snoep en chocolade, wij kregen ook wel eens een stukje. De Duitsers hadden dit in tijden niet gehad want Duitsland was arm, die hadden niets meer.
In het begin was er gewoon geen vijandschap. Ik vond de angst die er vooraf was wel wat overdreven, het viel best wel mee.
Ik dacht ook dat we van nu af aan ook met de Duitsers in ons land verder zouden leven.
Wel is er is een brandend vliegtuig vlak over ons huis gevlogen en 200 meter achter ons huis neergestort, wat was wel beangstigend.


Het onderduiken bij ons

Hoe ontstaat contact met de joden om onder te duiken. In dit geval via mijn moeder die had bij hun gewerkt toen ze 16 a 17 jaar was in de huishouding. Dat was voor de oorlog in Amsterdam.
Het was de familie Agsteribbe, een kinderloos echtpaar uit de kalverstraat 49 in Amsterdam. Alex (Abraham) en Sara Agsteribbe, beide 45 jaar.
Wij brachten een bezoek uit belangstelling naar hun wel en wee. Ik was enigst kind en ging toen mee. Ik was 12 jaar. Het was in 1941, ze woonde nog boven de zaak. Zij hadden bezoek. Duitse vrienden. Gesprek ging over de toekomst. Het was bekend hoe Hitler sprak.
Hitler wilde ze weg hebben. Hoe en waarheen. Dat wisten ze niet, dat was onbekend. Er is toen niet gesproken over onderduiken. Zij mochten nog steeds boven hun zaak wonen en de zaak houden. Het was een juwelierszaak met goud en zilver. (Juwelierszaak in de Kalverstraat/ bijouterie)

De winkel voorraad werd opgeslagen, waarschijnlijk bij die Duitse vrienden.

Enige tijd later moesten ze naar het getto, Laing’s Nekstraat 14 in Amsterdam. Dat was makkelijk met het arresteren, alle joden woonden bij elkaar. Voor ons was het verboden gebied. Het werd ook bewaakt. Het waren huizenblokken, straat na straat. Triest en somber. Wij zochten Alex en Sara op, ofschoon dat voor ons verboden was. Zij wachten op arrestatie.
Het gesprek ging toen wel over onderduiken bij ons.
Zij waren daar bang voor, ook voor ons gezin. Want door verraad of huiszoeking werden ook wij gepakt.

Thuis hebben mijn ouders met mij besproken om deze mensen in huis te nemen, onderduiken dus. De risico’s daarvan werden uitvoerig met mij besproken. Heel intens. Mijn ouders wilden Alex en Sara laten onderduiken, maar wat wilde ik. Ik heb ja gezegd, want ik had medelijden.
Een ding moest ik beloven: zwijgen, daar hing ons leven van af, want verraad was dodelijk.
Deze beslissing betekende veel en dat herinner ik mij nog altijd, dat ik mee mocht beslissen. Ondanks alles wat later gebeurd is heb ik er echter nooit spijt van gehad.
Wij hebben alles aan Alex en Sara meegedeeld. Daarnaast in ons huis een schuilplaats gemaakt, in mijn slaapkamer achter mijn bed. Daar was een schuin plafond en daar kon een extra wand geplaatst worden. Het viel niet op. Er werd een alarminstallatie aangelegd d.m.v. een lichtschakelaar in de gang die het licht boven aandeed, een zogenaamde hotelschakelaar (1 lamp wordt door 2 schakelaren bediend, bijv. bij een trap, 1 boven 1 beneden). Het licht boven is vervangen door een bel. Schakelaar beneden aan en direct uit betekende bezoek beneden, dus boven niets meer doen. Schakelaar aan en niet meer uit was groot alarm, dus naar de schuilplaats en onderweg de bel uit doen.
Nooit voordeur openen altijd via erker/ zijraam.



Hoe uit het getto en transport: Amsterdam- Utrecht

In oktober 1942. Dan is het vroeg donker. Maar wel voor 20.00 binnen zijn. Op zaterdagavond was het meest geschikt, omdat de SS en de wehrmacht vaak een feestavond hadden en er misschien minder controle zou zijn op straat. Op naar thuis; Amsterdamsestraatweg 987 in Utrecht/ Zuilen


De sfeer was somber, angstig, gespannen.
Ik voel het nog. Alex en Sara huilden. Alles moesten ze achterlaten, ook hondjes (2 pekineesjes uit 5-8-1937) dat waren min of meer hun kinderen, die konden ze nergens onderbrengen want dat verraadde hun vertrek., geen tassen mee.
Mijn taak was om de Jodensterren van de reiskleren af te tornen, dat was strafbaar en emotioneel. Die avond staat in mijn geheugen gegrift.

Reisplan

Route uitgestippeld naar station Muiderpoort (dat was voor Alex en Sara verboden gebied). Nu was het wachten op de duisternis. Geen straatlantaarns, pikdonker. Voorop liep ik. Spiedend naar onraad, wachtposten, patrouilles. Na 20 meter liep mijn moeder met Alex
(Gearmd als echtparen) na 20 meter mijn vader met Sara. Station verkennen. In de trein niet bij elkaar zitten maar bij de uitgang en wc als vluchtmogelijkheid.
Bij elk station liep ik quasinonchalant door de trein of er controle instapte. SS of Grune polizei.

Uitgestapt in Maarsen i.p.v. Utrecht (minder kans op Duitsers) nog 3 kwartier lopen in dezelfde volgorde. Bij onraad zou ik waarschuwen. Spannende tocht voor een 12-jarige.

Het verblijf

Zorgvuldig voorbereid. Kamer boven. Niemand wist iets. Buren hebben ook nooit iets gemerkt. Poort al een hele tijd op slot. Niemand kon achterom i.v.m. toilet gebruik van de joden. Zogenaamd tegen diefstal. Loge’ s werden met smoesjes geweigerd. We kregen weinig bezoek, wegens geluid van boven (kopje valt) Tante Cis uit Alblasserdam was op de hoogte en daar logeerde ik wel eens (is een zus van mijn moeder) zij trainde mijn zwijgkunst. Dan zei ze bijvoorbeeld: nu zitten je vader en moeder helemaal alleen…Ik zei dan…. Nee hoor de poes is thuis. Ik Wist niet dat zij mij trainde. Zwijgen was mijn 2de ik geworden. Achteraf heb ik vaak gedacht dat het zwijgen over zoiets spannends heel wat was op die leeftijd, vooral op school en bij vriendjes. Ik verbaas mij daar wel over.


Voor Alex en Sara gold; niet bij het raam, op de kamer blijven, bij bezoek zitten blijven enz. ’s avonds (donker) mochten ze vaak even naar beneden (Alex rookte dan met mijn vader een sigaar in de poort naast het huis en Sara at wat druiven).
Mijn contact met hen was intens: uit school ging ik altijd naar boven en vertellen, nieuws, belevenissen, zondag voor de kerk kamde hij mijn haar, en na de kerk rookte ik stiekem bij hem een sigaretje. Ik had fijn contact met ze.

Het eten was op de bonkaarten en die haalde je op stamkaarten. Met deze stamkaarten gingen mijn vader en ik naar Amsterdam om in het distributiekantoor bonkaarten te halen. Een uiterst spannende reis, achteraf vind ik het zelfs wat dom, te groot risico. Eerst naar het getto, naar hun huis om te kijken of dat al verzegeld was, want als dat zo was dan waren de kaarten al opgehaald. Zo niet, dan gingen we naar het distributiekantoor. Daarvoor stonden Duitse wachtposten. Ik bleef dan aan de overkant wat verdekt opgesteld staan en mijn vader ging naar binnen en gaf de stamkaarten af in de hoop dat ze niet geschrapt waren; dan zou hij gearresteerd worden en moest ik alleen naar huis om dat te melden. Ik geloof dat we dat ook niet lang gedaan hebben. De bonkaarten kregen we later van oom Pleun (broer van mijn moeder) hij deed regelmatig overvallen op distributiekantoren. Hij was op de hoogte en had zelf ook joden in huis. Deze oom Pleun en tante Cis uit Alblasserdam waren de enigen die op de hoogte waren van onze onderduikers.

Arrestatie 4 oktober 1943 (ongeveer een jaar later).

Uit school naar huis. Oom Wim

Huis was open, alles weg. Ouders en Alex en Sara weg. Wat was er gebeurd. Het hele huis doorzocht en alles was overhoopgehaald. Het was duidelijk wat gebeurd was. Ik kwam thuis en heb 4 weken niet geweten waar mijn ouders waren.

Hoe kon het nou, het ging zo mooi.

Regelmatig zwierf ik rond ons huis, doelloos, verlaten en alleen. Mijn onderkomen was bij oom Wim, een broer van mijn moeder op 10 min lopen.

Buren een oud mannetje haalde mijn binnen, daar kreeg ik snoep en werd getroost, ze begrepen er niets van en ik ook niet. Een vriendje deelde mij mede “die zie je nooit meer terug” dat kostte hem een draai om zijn oren van zijn vader. Na enkele weken werd een gevangene ontslagen, die had samen met mijn moeder in een cel gezeten. Gewoonte was dat die ging berichten hoe het was. Zij maakte het goed en zat in Scheveningen in het “Oranjehotel”.


Contact met mijn ouders


Na 4 weken kreeg ik een brief van mijn moeder. Mijn oom Pleun, wist op slinkse en brutale wijze door te dringen tot de secretaresse van Herr Nagel en wist haar via dreigementen te ontfutselen wanneer mijn moeder vrijkwam. Hij wachtte haar die dag op bij de gevangenis, tot grote verbazing van mijn moeder. Van haar hoorde ik de gang van zaken bij de arrestatie.

Er werd aan de deur gebeld. Mijn moeder naar het erkerraam. Daar stond een man. Sie haben juden im haus. Aufmachen!!!
Gauw naar de alarmknop. Inmiddels 2 SS-ers via sportterrein achterom en waren al boven.

Pa opgehaald uit de fabriek met de waarschuwing niet te vluchten. Iedereen in de hoek van de kamer. Mij ophalen vond de commandant gelukkig niet nodig. Alle vier naar politiebureau in Zuilen. Daar moesten ze wachten op transport, toen de Duitsers weg waren vond de agent, dat ze maar bij elkaar moesten gaan zitten om afspraken te maken omtrent het verhoor. De agent durfde ze niet te laten vluchten omdat hij bang was voor represailles in zijn gezin. Ik denk dat er andere mogelijkheden waren geweest….


Later kwamen er brieven.
Mijn moeder is 6 weken in het Oranjehotel geweest.
Pa 3 maanden Oranjehotel en nog 9 maanden strafkamp Vught; daarna thuis.

Mijn moeder heeft vele wegen bewandeld om hem vrij te krijgen, maar zonder succes. Wel mochten wij een keer per maand voedselpakketten en een brief sturen. Na 6 maanden Vught hoopten wij dat hij die dag vrij zou komen en hebben de hele dag samen op het station zitten wachtten. S ’avonds teleurgesteld naar huis. Mijn moeder was deze periode reuze flink en ondernemend, daar had ik bewondering voor. Mijn vader kwam na 9 maanden Vught thuis.


Hoe is het afgelopen met de Agsteribbe, Alex en Sara


De Agsteribbe zijn direct op 4 Oktober doorgestuurd naar Westerbork, waar zei op 18 oktober op de trein, bestaande uit veewagens, zijn gezet en zij op 22 oktober aangekomen in Auschwitz-Birkenau, waar zij ook op diezelfde dag zijn omgebracht.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken