R. Kloostra

Zoon van bankwerker Tjerk Kloostra (22 januari 1872 Groningen - 29 juni 1953 Voorburg) en Josina Kooijman
(5 april 1879 Nieuw-Lekkerland).
Getrouwd op 27 mei 1936 te Den Haag met Jansje Nijhuis (7 januari 1912 Den Haag - 24 februari 2007 Delft), zij was een zuster van Frits Nijhuis (13 januari 1914 Den Haag).
Hij was de broer van : Arie (6 maart 1918 't Herpt), Jan (19 februari 1907 Nieuw-Lekkerland), Johan (29 maart 1916 Nieuw-Lekkerland), Marten (15 september 1900 Nieuw-Lekkerland) en Tjerk (18 juni 1910 Nieuw-Lekkerland).
De zwager van Franciscus van den Berg (2 juli 1904 Middelburg), Frederik Hendrik (26 februari 1918 Apeldoorn) en Willem Frederik (22 augustus 1913 Enschede) Donderwinkel, Leendert Johannes Triep (7 februari 1911 Den Haag) en Willen van Unen (13 december 1906 Deventer - 29 juni 1943 Keulen).
Kok en slager.
Nederlands Hervormd
Woonde in de Jan ten Brinkstraat 95 te Den Haag.
Had een kind.
Meteen na de Nederlandse capitulatie trad hij toe tot het Haags communistisch verzet. Hij wist aan de grote
arrestatieactie tegen leden van De Vonk-groep te ontkomen en kon onderduiken.
Gearresteerd op 6 augustus 1942 vanwege inleveren van valse suikerbon bij een filiaal aan de Hoefkade van de kruideniersketen Simon de Wit. Hij drukte valse persoonsbewijzen voor Joden en vermenigvuldigde De Waarheid en Vrij Nederland.
Op het politiebureau kwam men erachter dat hij op de opsporingslijst stond en werd hij aan de Sicherheitsdienst uitgeleverd. Hij werd door Knorr, Lange en Veefkind met de vuist en een gummiknuppel geslagen, geschopt en
gewurgd, tegen kast aangegooid enz.
Zodoende is Reinder ook slachtoffer van de infiltratie tegen het communistisch verzet die door burgemeester De Monchy op 15 mei 1940 verordonneerd werd.
Reinder werd op 10 november 1943 naar het concentratiekamp Vught gestuurd en werd vervolgens op 24 mei 1944 op transport naar het concentratiekamp Dachau gezet, zijn kampnummer was 68902. Vandaar ging hij op
12 december 1944 weer op transport naar Buchenwald.
Hij werd na de oorlog door Johann Gottlieb Crabbendam van het Bureau Nationale Veiligheid (tijdens de oorlog als chef van de Documentatiedienst hulpje van de Sicherheitsdienst, vanaf 1948 hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst) gesignaleerd als lid van de CPN.
Na de oorlog kreeg hij een baan bij de Rijksgebouwendienst. In de jaren zestig bezocht hij vaak zijn vriend Willem Harthoorn die op loopafstand van zijn werkplek woonde. Hij had regelmatig commentaar op de politieke partij
CHU, die hij consequent de Christelijke Histérische Unie bleef noemen.

Informatie uit:
rudi-harthoorn.nl
oorlogsbronnen.nl
wiewaswie.nl
openarchieven.nl