Eduard Alexander Latuperisa

Persoonsgegevens

VoornaamEduard
InitialenE.A.
AchternaamLatuperisa
GeslachtMan
Leeftijd39
BeroepOfficier KNIL
WoonplaatsDen Haag
Geboren9 april 1902 in Koedoes (Ned.-I.).
Reden van overlijdenGefusilleerd
Plaats grafGemeentelijke Begraafplaats Rusthof te Amersfoort

Reden arrestatieSabotage, Feindbegünstigung (hulp aan de vijand), politischer Bestätigung und Wortbruch
Gearresteerd op13 maart 1942

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel13 maart 1942
Cel(len)548  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VervolgAmersfoort
Vught
Haaren
Utrecht
Bijzonderheden2e OD-proces (Roëll)

 

Ingezonden verhalen over Eduard Alexander Latuperisa

Ingestuurd door Jacqueline 't Hart op 31 juli 2022

Zoon van Hendrik Alexander Latuperisa (26 januari 1869 Batavia Nederlands-Indië - 21 maart 1945 Batavia Nederlands-Indië) en Anna Sophia ichel (23 april 1870 Batavia Nederlands-Indië - 3 november 1960 Den Haag).
Eduard is op 12 september 1927 te Den Haag getrouwd met Louise Fernande Hoeke (12 juni 1902 Bandjermasin).
De kapitein van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) die bij het uitbreken van de oorlog in Den Haag woonde, is meteen zeer actief in het verzet. Hij maakt deel uit van de Ordedienst, een groep van voornamelijk militairen, die de basis wil vormen van een nieuwe Nederlandse krijgsmacht na de oorlog. Deze Ordedienst moest bestaan om ongeregeldheden te voorkomen, die kunnen ontstaan na de oorlog, na het vertrek van de Duitsers.
Onvermijdelijk ontwikkelt de Ordedienst zich vrijwel meteen tot verzetsorganisaties. Men wil bijvoorbeeld militaire steun bieden bij geallieerde landingen. Al in het eerste oorlogjaar worden spionage- en sabotage-acti-
viteiten gesteund en ondernomen. Kapitein Latuperisa staat in Den Haag in direct contact met één van de hoofd-
figuren van de Ordedienst, jonkheer Johan Schimmelpenninck. In opdracht van deze Schimmelpenninck organiseert hij onder meer bridgeavonden, die in feite zijn bedoeld om cadetten van de officiersopleiding en adelborsten (aspirant zeemachtsofficieren) tot de Ordedienst toe te laten treden. Hij trachten ook om wapens en een wapenopslagplaats te regelen, met geld van Schimmelpenninck.
Als een briefje uit de gevangenis is gesmokkeld over het transport van een gevangene is het Latuperisa die bij Schimmelpenninck aandringt een vrachtwagen te regelen om de gevangene (de Indische Johan Nout) te bevrijden. Latuperisa is ook betrokken bij de poging van drie mannen (Peter Tazelaar, Wiadi Beckman en Frans Goedhart) om in de nacht van 17 op 18 januari 1942 vanaf Scheveningen naar Engeland te vluchten. De poging mislukt, Tazelaar ontkomt, de andere twee worden opgepakt.

Ook Latuperisa wordt op 13 maart 1942 aangehouden, twee maanden na het voorval op het Scheveningse strand. De aanklacht tegen de KNIL-kapitein luidt: 'Sabotage, Feindbegünstigung (hulp aan de vijand), politischer Bestätigung und Wortbruch'. De laatste aanklacht heeft betrekking op de eed die de Nederlandse officieren op 15 juli 1940 hebben moeten afleggen, waarbij zij hebben gezworen geen vijandelijkheden tegen de Duitsers te ondernemen. De gehele Ordedienst wordt in rap tempo opgerold. Het gevolg van het feit dat reeds gevangen verdachten doorslaan tijdens het verhoor. Bovendien zijn er waarschijnlijk ook een aantal verraders.
Eddy Latuperisa zit achtereenvolgens gevangen in het Oranjehotel ( 13 maart - 6 november 1942), kamp Amersfoort (6 november 1942 - 2 maart 1943), kamp Vught (2 maart - 11 maart 1943). Op 11 maart 1943 worden Latuperisa en 89 anderen overgebracht naar Haaren (Noord-Brabant) om berecht te worden door de Duitse krijgsraad. Het proces vangt aan op 15 maart en gaat de geschiedenis in als 'Het Tweede OD-proces'. Plaats van handeling is het door de Grüne Polizei streng bewaakte seminarie in het dorp. Latuperisa behoort tot de hoofdverdachten. Hij geeft toe zich bezig te hebben gehouden met het organiseren van jongeren, maar naar zijn zeggen alleen om hen van onbezonnen daden te weerhouden. Dit wordt niet serieus genomen door openbaar aanklager dr. Klump, want Schimmelpenninck, eveneens onder de overgebleven aangeklaagden, heeft al te veel verteld. Zo heeft hij bijvoorbeeld gezegd Fl. 400,-- aan Latuperisa te hebben gegeven voor de aankoop van wapens, hoewel hij later heeft begrepen dat Latuperisa het geld ergens anders voor heeft gebruikt. De kapitein verteld de rechter daarop dat hij het geld inderdaad niet voor wapens maar voor zichzelf heeft gebruikt. Over die versie rijst weliswaar twijfel, maar het doet er niet toe. In de ogen van het hof is duidelijk dat Latuperisa zich met illegale, anti-Duitse handelingen heeft beziggehouden, duidelijk ook dat hij zijn erewoord van officier heeft gebroken. Hij wordt ter dood veroordeeld.
De kapitein draagt noch zijn vriend Schimmelpenninck noch de Duitser een kwaad hart toe, zoals in de laatste brief aan zijn gezin zal blijken - "(...) ik ga zonder eenige vijand hier op aarde achter te laten. Wil dus zoo lief zijn in mijn kennissenkring deze woorden over te brengen. (...) Hier moest ik even nog een laatste groet met Schimmel-
penninck wisselen. We zitten hier tegenover elkaar en kunnen elkaar van tijd tot tijd zien door een luikje dat openstaat."
Latuperis ligt begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats Rusthof te Amersfoort, vak 12, rij C, nummer 145.

Informatie uit:
oorlogsgravenstichting.nl
4en5meiamsterdamzuidoost.nl
geneanet.org.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken