Christine Pieters-Gill

Portret

Naam: Christine Pieters-Gill

Geboren op 23 maart 1915 te Tebing-Tinggi (Ned.-Indië)

Beroep: studente

Woonplaats: Leiden

Gearresteerd op 26 februari 1942

Proces/straf: zonder proces weggevoerd

IM 314 OD lijst: K; nr. bijlage 3B: 125

Overleden: onbekend

Christine Pieters-Gill is geboren in een katholiek gezin in Tebing-Tinggi, op het eiland Sumatra in Nederlands-Indie. Ze verhuist naar Den Haag en trouwt daar op 31 mei in 1935 met Robert Egbert François Pieters. Robert is dan aspirant-controleur bij het Binnenlands Bestuur en zij vertrekken naar Nederlands-Indië. Hij overlijdt twee jaar later al en zij verlaat Batavia op 16 maart 1938 met de m.s. “Dempo”, naar Rotterdam. Ze gaat dan in Leiden Indisch recht studeren en doet in 1940 haar kandidaatsexamen. Pieters-Gill woont in Leiden in de Breestraat 121a, daar huurt ze een kamer.

Zowel Pieters-Gill Wilkens als Johannes Wilkens, die in datzelfde huis een kamer huurt, is actief in het verzet in de groep rond Sjoerd Nauta en Van der Schrieck. Waarschijnlijk heeft zij Van der Schrieck leren kennen doordat ze allebei Indisch recht studeren in Leiden. Pieters-Gill houdt zich bezig met tal van illegale activiteiten. Ze maakt foto’s van vliegvelden en geeft vliegtuigplannen, die ze in handen weet te krijgen, door aan een Engelandvaarder. Ze maakt valse stempels voor documenten, zamelt geld in voor de verzorging van ondergedoken verzetsmensen en vliegeniers en helpt hen ook feitelijk. Zo regelt ze dat de zieke Servaas, een man die met een boot naar Engeland probeert te ontsnappen en bij die poging in het water is gevallen, onderdak krijgt bij haar huisgenoot Wilkens en door hem verzorgd wordt. Ze helpt mee bij ontsnappingen via de Van Niftrikroute, de vluchtroute door Frankrijk waarlangs Van der Schrieck veel mensen helpt te ontkomen naar niet-bezet gebied. En ze laat zich in met explosieven; ze geeft Van der Schrieck chemische preparaten om brandbommen te maken. Pieters-Gill neemt regelmatig deel aan besprekingen met haar verzetsvrienden. Bij één van die besprekingen wordt zij in november 1941 gearresteerd. Ze wordt diezelfde avond echter alweer vrijgelaten, waardoor ze Van der Schrieck snel kan informeren over wat er voorgevallen is.

Op 27 februari 1942, kort na de arrestatie van haar huisgenoot Wilkens, wordt zij weer opgepakt, nu definitief. Ze wordt in het Oranjehotel verhoord door Makowski en blijft daar tot maart 1943. Hoewel Pieters-Gill een zeer actieve rol heeft gespeeld in het Leidse verzetsnetwerk dat nauw verbonden is met de Ordedienst (OD) staat zij, in tegenstelling tot veel van haar mannelijke verzetsvrienden, niet terecht in het 2e OD-proces. Uiteindelijk is haar lot hetzelfde: zij wordt net als de meeste mannen abgetrennt, al is het zonder proces. Pieters-Gill wordt samen met enkele andere vrouwen rond de OD in maart 1943 op transport gezet naar Ravensbrück. Aan het eind van de oorlog belandt zij in Bergen-Belsen. Daar wordt ze op 15 april 1945 door de Britten bevrijd. Ze keert terug naar Nederland en zal net als de andere overlevenden uit de concentratiekampen haar ervaringen haar verdere leven meedragen.