Johannes Pieter Scheepmaker

Zoon van Jean Pierre Scheepmaker (12 juni 1872 Amsterdam - 8 december 1936 Arnhem) en Josephine Wilhelmina Caron (12 april 1897 Arnhem - 30 juni 1962 Arnhem).
In 1924 te Soerabaja verloofd met Thiberghien de Moulin.
Getrouwd op 29 april 1932 te Amsterdam met Josephine Marie Leonie Pauline Bergansius (4 augustus 1902 Den Haag - 14 juli 1961 De Steeg, Rheden). Het echtpaar is gescheiden op 11 mei 1939 te Alkmaar.
Opnieuw getrouwd op 12 februari 1941 te Den Haag met Catharina (Tine) Koningstein (5 juni 1910 Den Helder - 17 september 1984 Alberquerque, Verenigde Staten). Het echtpaar is gescheiden op 1 februari 1946 te Den Haag.
Opnieuw getrouwd op 9 februari 1948 te Soerabaja met Rudi Sayers.
Officier van administratie der 1ste klasse bij de Marine. In mei 1940 ontheven van de administratieve dienst bij de Marinekazerne in Willemsoord en geplaatst bij het Departement van Defensie, toegevoegd aan de Hoofd-
intendant der zeemacht, te Den Haag. In november 1940 ontslagen wegens opheffing van zijn betrekking.
Leende zijn woning aan Gerard Dogger als onderduikadres en verzamelplaats.
Opgepakt op 13 maart 1942.
Gedeporteerd naar Natzweiler. Vanaf 4 september 1944 zat hij gevangen in Dachau. Zijn kampnummer was 98739. Op 29 april 1945 is hij bevrijd in Dachau.
Johannes Pieter Scheepmaker is overleden op 23 september 1981 in Den Haag. Begraven in Nieuw Eik en Duinen, Den Haag.

Informatie uit:
genealogieonline.nl
geni.com
wiardibeckman.com
oorlogsbronnen.nl

Portret

Naam: Johannes Pieter ‘Joop’

Scheepmaker

Geboren op 18 maart 1902 te Sevenum

Beroep: admin. officier Kon. Marine

Woonplaats: Den Haag

Gearresteerd op 13 maart 1942

Straf: abgetrennt

IM 314 OD lijst: J; nr. Anklage 2e OD-proces: 16

Overleden: 1981 te Den Haag

Joop Scheepmaker is officier van administratie der 1ste klasse bij de Koninklijke Marine. Hij wordt na de capitulatie van het Nederlandse leger in mei 1940 ontheven van de administratieve dienst bij de Marinekazerne in Willemsoord. Hij wordt dan geplaatst bij het departement van Defensie, toegevoegd aan de Hoofdintendant der zeemacht in Den Haag. In november 1940 volgt ontslag wegens opheffing van zijn functie. Scheepmaker is een vriend van Gerard Dogger, die actief is in de Ordedienst (OD). Een aantal Haagse OD-mensen benaderen hem om zich aan te sluiten bij die OD. Hij weigert dit, omdat hij zich bij een inval van de geallieerden direct weer moet melden bij de Marine. Dan kan hij dus niet actief zijn binnen de OD. Wel wil hij zo nu en dan helpen. Scheepmaker is gehuwd en woont in Scheveningen, in de Groningsestraat 24.

In de winter van 1941-1942 worden vanuit het Algemeen Hoofdkwartier OD diverse pogingen gedaan om Dogger, Engelandvaarder Peter Tazelaar en politicus Wiardi Beckman met een boot van Contact Holland over te zetten naar Engeland. Daarvoor worden wisselende adressen gebruikt als verzamelplaats in Scheveningen. Het huis van de familie Scheepmaker is één van die locaties. Bij een afhaalpoging op 18 januari 1942 fungeert zijn woning als verzameladres. Deze afhaalpoging loopt slecht af met diverse arrestaties. Dogger weet die nacht met de door het ijskoude water bijna bewusteloze Peter Tazelaar ternauwernood het huis van Scheepmaker te bereiken. Scheepmaker en zijn vrouw vangen hen op en zorgen ervoor dat ze een beetje bijkomen. Daarna vertrekken ze naar het huis van dr. Krediet in Wassenaar.

Het is direct de laatste poging die vanuit Scheveningen wordt ondernomen. In de grote arrestatiegolf in de maanden erna wordt ook Joop Scheepmaker opgepakt op 13 maart 1942. Scheepmaker is dan wel geen lid van de OD, hij wordt behandeld als één van hen. Hij komt in het Oranjehotel terecht in Scheveningen, op een steenworp afstand van zijn woning, en vandaar in Kamp Amersfoort en Kamp Vught. Na het 2e OD-proces in Haaren in april/mei 1943 wordt ook hij afgevoerd naar Natzweiler in de Elzas. Bij de evacuatie van dat kamp komt hij in Dachau en blijft daar tot de bevrijding van dat kamp.