Richard Leonard Arnold Schoemaker

Woonde in Delft, Julianalaan 149. Zoon van Jan Prosper Schoemaker (12 juli 1852 Fort Willem I Java-23 februari 1918 Den Haag) en Josephine Charlotta Wolff (24 juni 1859 Batavia-9 februari 1944 Amersfoort).
Huwde op 2 juli 1912 te Rijswijk (Zuid-Holland) met Petronella (Nelly) Huijsman (25 oktober 1889 te Batavia (Nederlands-Indië) - 22 januari 1975 Delft).
Reserve luitenant-kolonel Infanterie Koninklijk Nederlandse leger. Rooms-katholiek. Lid van verzet.
Vanaf 1905 was hij als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie actief in diverse sporten, vooral de schermsport. In 1908 nam hij deel aan het schermen bij de Olympische Spelen van 1908 in Londen. Op het onderdeel sabel werd hij derde in de tweede ronde van poule 1. Daarmee plaatste hij zich niet voor de volgende ronde.
Na de Spelen vertrok hij naar Nederlands-Indië, waar hij, net als later zijn broer C.P.Wolff Schoemaker, hoogleraar bouwkunde werd aan de Technische Hogeschool (THS) in Bandoeng, van 1920 tot 1924.
Hoogleraar architectuur Technische Hogeschool Delft van 1924 tot 1940.
In Delft was hij lid van de Vrijmetselaarsloge Loge Silentium waar hij een belangrijke rol speelde en waar hij één van de vijf slachtoffers was die in de bezettingstijd omkwamen.
Hij was lid van de "Raad der Vereniging" van de Nederlandsche Padvinders (NPV).
Vlak na het begin van de Duitse bezetting in 1940 richtte Schoemaker een verzetsgroep op. De groep spioneerde en verzamelde wapens. De Schoemaker-groep stond los van de Ordedienst maar had wel contact met de Mekel-groep. Vooral Delftse studenten waren bij deze twee groep betrokken.
Na verraad door de negentienjarige Hugo de Man werd Schoemaker opgepakt. Op 3 mei 1942 werd hij in concen-
tratiekamp Sachsenhausen gefusilleerd door de Duitsers. Schoemaker is gecremeerd in het concentratiekamp
Sachsenhausen.

In 1946 werd aan Schoemaker bij Koninklijk Besluit nr.17 d.d.7 mei 1946 postuum het Verzetskruis toegekend wegens:"Voor onder gevaarlijke omstandigheden betoonden moed, initiatief, volharding, offervaardigheid en toe-
wijding in den strijd tegen den overweldiger van de Nederlandsche onafhankelijkheid en voor het behoud van de geestelijke vrijheid, daarbij in hem eerende een der uitingsvormen van het verzet, dat in zijn veelzijdige activiteiten van 15 mei 1940 tot 5 mei 1945 in stijgende mate den vijand heeft geschaad en op onvergetelijke wijze tot de bevrijding van het Vaderland heeft bijgedragen."

In Delft is een straat naar hem vernoemd.

Informatie uit:
wo2slachtoffers.nl
genealogieonline.nl
wikipedia