Persoonsgegevens
Voornaam | Julia |
Initialen | J.C.W.F. |
Achternaam | de Voogt-Nieuwenburg |
Geslacht | Vrouw |
Leeftijd | 39 |
Woonplaats | 's Gravenhage |
Geboren | 28 september 1902 in 's Gravenhage. |
Reden arrestatie | Activiteiten als Jehovagetuige |
Gearresteerd in | 's Gravenhage |
Gearresteerd op | 22 september 1942 |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 22 september 1942 |
Oranjehotel verlaten | 22 januari 1943 |
Vervolg | Ravensbruck |
Categorieën
Vervolgden Jehova's getuigenOorlogsbronnen (www.oorlogsbronnen.nl)
Arolsen Archives (www.arolsen-archives.org)
Ingezonden verhalen over Julia Cornelia Wilhelmina Francisca de Voogt-Nieuwenburg
Julia werd op 28 september 1902 geboren in Den Haag en woonde in de Hondiusstraat 54. Haar familie was protestants maar ze waren geen kerkbezoekers. Een jongedame die Getuige van Jehovah was begon in april 1942 de Bijbel met Julia te bespreken en na 5 maanden zei ze Julia dat ze alles nu wist en gedoopt zou kunnen worden. Daarvoor zouden dan 2 mannen komen die de doopplechtigheid heimelijk zouden organiseren, aangezien dat door de Duitse bezetter ten strengste verboden was.
Julia wachtte dat moment af toen er op 22 september 1942 inderdaad 2 mannen op de huisdeur klopten. Het waren geen Getuigen maar Gestapo-agenten en ze toonden hun penning om zich te identificeren. Later bleek dat een andere Getuige die eerder gearresteerd was, het adres van Julia bij zich in een zak van zijn kleding had. De Gestapo-agenten zochten nu het huis naar verboden Wachttorenlectuur tot 18.30 uur in de vooravond.
Omdat Julia haar contacten met de Getuigen geheim had gehouden, was het voor de echtgenoot van Julia, toen hij rond die tijd thuiskwam, een enorme schok om plotseling de Gestapo bezig te zien in zijn huis. Julia werd door de agenten ondervraagd over wie de leiding namen in het ondergrondse werk van de Getuigen. Julia wist daar niets van en kon op die vraag dan ook geen enkel antwoord geven.
De agenten beweerden een hele lijst met namen van Getuigen in bezit te hebben en zeiden dat Julia er dus niet omheen moest draaien. Ze antwoordde dat het haar allemaal niets aanging en trok haar jas aan om zich gereed te maken voor vertrek. De Gestapo agenten richtten zich vlak voor hun vertrek nog tot Julia’s echtgenoot en zeiden tegen hem dat de Getuigen gemene mensen waren, dat ze al hun geld aan de organisatie moesten afgeven en dat de vrouwen werden gemaand om hun echtgenoten te verlaten.
Een politieauto arriveerde en Julia moest samen met de agenten instappen. In de auto ging het verhoor weer verder. Ze wilden de naam hebben van de jongedame die Julia Bijbelstudie had gegeven en het werd Julia duidelijk gemaakt dat Jehovah niet hield van leugenaars. Op het Binnenhof aangekomen werd Julia opnieuw door Engelsmann en Van Dijk ondervraagd. Haar werd ook een formulier voorgelegd waarmee zij haar geloofsovertuiging zou verloochenen en medewerking zou beloven aan de Duitse bezetter.
Julia weigerde dit formulier te ondertekenen en werd naar de Scheveningse strafgevangenis overgebracht. Vier weken later werd zij in deze gevangenis opnieuw verhoord. Er werden dezelfde vragen gesteld en ook werd het afzweringsformulier weer voorgelegd.
Van Dijk las de tekst van het formulier voor in het Nederlands (waarschijnlijk was het formulier in zijn handen nog in het Duits opgesteld) en hij vroeg Julia nogmaals om het te ondertekenen. Julia weigerde opnieuw en liet merken dat ze zijn mondeling vertaalde versie niet vertrouwde waarop Van Dijk woedend begon te schreeuwen. Hij vroeg Julia waarom zij hem niet vertrouwde waarop ze antwoordde dat hij haar toch ook niet vertrouwde!
In december 1942 vertrok Engelsmann en werd hij vervangen door een andere ‘Jehovah-jager’. De man beweerde dat hij de Getuigen nog harder zou aanpakken.
Het was rond de kerstdagen dat Julia nog eens werd ondervraagd door een corpulente Duitser in een grote lege kamer. Ze kreeg een hele preek te horen toen de Duitser haar vroeg of ze niet veel liever naar huis, naar haar 2 kinderen zou willen gaan. Julia zag dat hij aan één van zijn vingers een zilveren ring droeg met een doodskop erop….
De inhoud van zijn toespraak ging totaal aan haar voorbij. Opnieuw werd haar gevraagd de afzweringsverklaring te ondertekenen en opnieuw weigerde ze dat. Later bleek dat ze toen op een of andere manier haar Nederlandse staatsburgerschap is verloren.
Julia heeft tot januari 1943 in de Scheveningse gevangenis gezeten, samen met 26 andere Getuigen. Bij hun vertrek van Scheveningen werden ze één voor één uit de cel gehaald. Julia werd overgebracht naar het vrouwenkamp Ravensbrück met de instelling dat Jehovah ook daar zou zijn om haar te sterken. Terugkijkend concludeerde zij dat Jehovah haar de kracht gaf om te verduren wat Satan haar oplegde.
Uit het archief van de Stichting ’40-’45 blijkt dat Julia pas formeel gedoopt werd als Getuige van Jehovah in het Frauenlager Ravensbrück. (Zie ‘Getrouw aan hun geloof’ van Tineke Piersma, blz 86)
Bij de ontruiming van het Frauenlager Ravensbrück had Himmler toegestaan dat de vrouwen met auto’s van het Rode Kruis vervoerd zouden worden naar Lübeck. Ondanks de herkenbaarheid van deze auto’s werden ze toch vanuit de lucht onder vuur genomen door de geallieerden. Julia raakte daarbij gewond en moest in een Deens ziekenhuis verpleegd worden, terwijl haar geloofszusters uit Ravensbrück doorreisden naar Zweden. (Zie ‘Getrouw aan hun geloof’ van Tineke Piersma, blz 92).
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden