Johannes Gijsbertus Breederveld

Persoonsgegevens

VoornaamJoop
InitialenJ.G.
AchternaamBreederveld
GeslachtMan
Leeftijd19
BeroepMeubelmaker
Geboren11 september 1921 in Vlaardingen.
Overleden1 maart 2019.

Reden arrestatieLidmaatschap
Gearresteerd op24 februari 1941

Oranjehotel

Onderzoeknummer
Datum in Oranjehotel24 februari 1941
Cel(len)593  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VervolgVrijgelaten
Bijzonderhedenlid van "De Geuzen"

 

Ingezonden verhalen over Johannes Gijsbertus Breederveld

Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 22 februari 2021

Fragmenten uit het levensboek van Joop Breederveld

………Arrestatie

Het was 24 februari 1941. Het leven ging weer gewoon z'n gang. Daan Hoek was een bekende houthandelaar in Vlaardingen met wie wij wel zaken deden. Ik had hout besteld en ook een revolver, want die leverde Daan ook. Waarom een revolver? Ja, gewoon, bewapenen, hè, je deed dat gewoon. Het hoorde erbij. Ik had geen geld bij me en ik sprak af dat ik dat even zou gaan halen thuis. Toen ik in de van der Driftstraat weer de trap afliep om mijn verplichtingen na te gaan komen, stonden er twee mannen onder aan de trap. Een Duitse en een Nederlandse politieagent. "Mitkommen." Afscheid nemen van mijn ouders was er niet bij, ik werd onmiddellijk afgevoerd richting Markt, het politiebureau. Het was er een drukte van belang, men was overduidelijk bezig met een actie om nog meer mensen als ik op te pakken. Het einde van de Geuzen.

Later werden we in grote auto's naar Scheveningen vervoerd. Onderweg heb ik mij nog ontdaan van een speldje dat alle Geuzen droegen: een rood-wit-blauw speldje met een leeuw en als je lid was van de Geuzen droeg je dat ondersteboven. Wij dachten echt dat de Duitsers gek waren……

…….Scheveningen, het Oranjehotel

Het lange wachten begon, de onzekerheid nam toe. De bajes was goed gevuld. Geuzen en Februaristakers. Ik zat in cel 593, twee cellen verwijderd van de dodencel van waaruit menig gevangene is afgevoerd om gefusilleerd te worden. Het grootste deel van mijn gevangenistijd zat ik alleen op een cel. Even had ik gezelschap van een Maassluizenaar die nog in het bezit was van een bijbeltje waar hij afleiding in vond. Hij telde hoe vaak het woord 'Here' erin voorkwam. Ook had ik een poosje gezelschap van een luitenant-kolonel uit het Leger, die in Deventer was opgepakt….

….Eén keer per dag werden we gelucht. Het complex had lange gangen met aan weerskanten cellen. Als het luchttijd was om 11.00 uur werd dat meteen gecombineerd met het legen van de stronttonnen. Het welbekende "raus" was een welkome onderbreking en die betekende dat je de strontton buiten de cel zette en dat je zelf met je neus naar de muur in de houding ging staan. Als er tien cellen zo geopend waren werden we afgemarcheerd naar het einde van de gang. Daar was een grote stortplaats met een fontein waar de tonnen werden omgekeerd. Wat vloeibaar was liep naar beneden, de vaste stoffen werden in grote drums verzameld en later door mensen uit de strafgevangenis afgevoerd en verspreid over tuinland. Menselijke mest….

….Communicatie

De tonnenspoelers waren tussenpersonen. Soms openden zij een ton en dan lag bovenop het water een briefje met een celnummer erop. Dat briefje deponeerden zij dan in de geleegde ton van de cel met dat nummer. Zo werd er gecommuniceerd. De smerigste communicatielijnen hadden de voorkeur, omdat we zeker wisten dat de Duitsers daar ver vandaan bleven. Andere vormen van communicatie waren praten via het tafelblad met de buurman. De qua inrichting gespiegelde cellen hadden een balk in de muur ingemetseld waarin aan beide zijden van de muur een tafelblad was aangebracht. Dat was een soort klankkast, als de één sprak kon de ander zijn oor letterlijk te luisteren leggen. Als je betrapt werd was je het haasje. Ik ben dan ook een keer bestraft met 'drei Tage kalte Kost'. Ook de verwarmingsbuizen waren middelen om contact te leggen, maar dan moest je wel het Morsealfabet kennen. Ik moest het dus anders aanpakken, bij voorbeeld door een beetje chaos te veroorzaken. Stel je voor, je wilt iets kwijt aan iemand die bij jou in de rij staat maar te ver weg. Dan wil je opschuiven. Dat lukte prima door een stuk zeep nat te maken. Ik liet dat per ongeluk expres uit mijn handen schieten. En dan snel uit de rij om het weer op te pakken en weer terug, maar dan wel een paar plekjes verder. Wie niet sterk is….

Dagvulling

Twee keer per dag kregen we eten, waarvan één keer brood, twee boterhammen voor de avond en twee voor het ontbijt de dag erna. Eén keer per week kregen we er een kadetje bij en boter en suiker of jam. Een feestmaal dat door mij onmiddellijk werd verorberd, uitgaande van de gedachte dat er misschien wel een bom op zou kunnen vallen. Het 'normale' brood daarentegen werd door mij bewaard. Ik liet het uitdrogen op mijn plank om het daarna lekker op te smikkelen. De dagen duurden wel lang. Lezen deed ik niet, een horloge had ik niet. Wel stonden er streepjes op de muur bij wijze van zonnewijzer. Dan had je nog een beetje een idee van de tijd. Maar ja, als de zon niet scheen… Eén keer ben ik afgevoerd naar het Binnenhof, waar ik in een aparte kamer werd verhoord. Ik had niets op mijn kerfstok en werd weer teruggebracht.

Inmiddels was ik niet de enige die verhoord werd en lang niet allemaal brachten ze het er zonder kleerscheuren vanaf. Ik herinner mij nog dat ik Arij Kop, één van de voormannen van de Geuzen, na een verhoor zag en dat zijn gezicht behoorlijk was toegetakeld. Regelmatig werden er ook mensen afgevoerd. Wij wisten niet waarheen, maar we veronderstelden naar Veenhuizen, een werkkamp. Dat niksdoen vond ik maar niks en ik had dan ook af en toe de smoor in dat ik in Scheveningen moest blijven. Ik uitte dat ook en een Nederlandse bewaker heeft mij toen zachtjes toegefluisterd dat ik wel van geluk mocht spreken. Later begrepen we pas dat niet Veenhuizen, maar het concentratiekamp Buchenwald de bestemming was. Uiteindelijk bleven we van de honderden gevangenen met 34 man over die op enig moment werden vrijgelaten. Waarom de één wel en de ander niet is afgevoerd, ik zal het nooit te weten komen.

Eruit

Na ongeveer vier maanden kreeg ik eindelijk een klus, ik mocht tonnenspoeler worden. Waar een mens blij mee kan zijn… Maar nog blijer was ik toen ik een paar dagen later te horen kreeg dat ik vrijgelaten zou worden. We werden voor deze mededeling in een kamer geroepen. Vervolgens moesten we weer naar onze cel terug en toen bleek toch nog weer de jeugdige onbezonnenheid. Of was het solidariteit? Ik smokkelde in de voering van die mooie bruine jas een briefje van mijn Deventer celgenoot naar buiten. En… ik jatte echt mijn houten gevangenismes mee, verstopt in mijn sok. Als aandenken! Hoe stom kan een mens zijn als hij op het punt staat om vrijgelaten te worden….

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken