Christiaan Barend Willem Guijkens

Zoon van Pieter Rudolph Guijkens (3 mei 1881 Amsterdam - 11 april 1945 Soest) en Theresia Frederika Hubertina van Embden (6 oktober 1886 Herwen en Aerdt).
Rooms-Katholiek. Timmerman.
Volgens de Oorlogsgravenstichting en de Erelijst van Gevallenen maakte Guijkens deel uit van het verzet.
Het Dodenboek van het Oranjehotel geeft aan dat hij op 28 februari 1942 voor spionage en sabotage is gearres-
teerd. Tot 6 november 1942 zat hij in de Scheveningse gevangenis vast. Via Kamp Amersfoort, Kamp Vught, Haaren en de concentratiekampen Natzweiler en Dachau kwam hij uiteindelijk in buitenkamp Grödtz terecht.
Tijdens de ontruiming van dit kamp - een buitenkamp van concentratiekamp Flossenbürg - is Guijkens met 187
andere zieke en zwakke medegevangenen neergeschoten, aldus het Dodenboek.

Informatie uit:
wo2slachtoffers.nl
wiardibeckman.com

Portret

Naam: Christiaan Barend Willem Guijkens

Geboren op 1 oktober 1917 in Den Haag

Beroep: timmerman

Woonplaats: Den Haag

Gearresteerd op 27 februari 1942

Straf: abgetrennt

IM 314 OD lijst: J; nr. Anklage 2e OD-proces: 22

Overleden: 17 april 1945 te Gröditz

Christiaan Guijkens is ongehuwd en is timmerman in Den Haag. Hij woont in de Schuytstraat in het Zeeheldenkwartier, niet ver van de Zoutmanstraat. Hij komt vaak bij Jacob Metzer, die een boekhandel heeft in die straat. Metzer is een actieve verzetsman binnen de OD, die zich o.a. bezighoudt met wapens. Guijkens helpt hem met het aanschaffen en doorgeven van vuurwapens. Begin zomer 1941 verbergt hij bijv. een paar karabijnen voor Metzer in zijn timmermanswerkruimte.

In de boekhandel van Metzer leert hij een Joodse man kennen, Abraham Cohen, die net als Metzer actief is in de groep van Mekel. Met deze Cohen wisselt hij spionagemateriaal en ‘haatschriften’ uit. Als Metzer aan Guijkens vraagt om ook voor hem op spionagemateriaal uit te gaan, doet hij dat. Hij geeft hem dan onder meer informatie over gecamoufleerde tankschepen, die in de Nieuwe Haven bij de Hoornbrug in de buurt van vliegveld Ypenburg liggen. Ook aan anderen uit het Delftse verzetsnetwerk rond Mekel en de Technische Universiteit, zoals aan Van Holst Pellekaan, geeft hij inlichtingen door. Hij heeft een zeer jeugdig uiterlijk en door er als timmerman op uit te trekken, kan hij op onschuldige wijze veel informatie verkrijgen.

Als Metzer in juli 1941 gearresteerd wordt, geeft Guijkens de wapens die hij verborgen heeft door aan anderen en duikt hij onder. Eind oktober van dat jaar bellen de politieagenten Slagter en Poos aan bij het huis van zijn moeder. Zij doen daar huiszoeking, vinden niets en nemen haar mee naar het Oranjehotel. Zij weet niet waar haar zoon is en vertelt dat ook tijdens de verhoren. Na twee weken wordt ze vrijgelaten. Guijkens heeft door zijn verzetswerk ook contacten gekregen met leden van de Ordedienst (OD). Hij vindt via de OD’ers Gerard Vinkesteijn en dr. Krediet onderdak in het Gelderse Dieren. Als hij eind februari 1942 terug is in de regio Den Haag en rondloopt in de buurt van het huis van dr. Krediet in Wassenaar, wordt hij daar opgepakt. Hij vertelt later aan een medegevangene in Haaren dat hij daarbij door een auto is aangereden en toen door de inzittenden van die auto, Poos en Slagter, gearresteerd is. Krediet zelf was eerder die dag in Den Haag gearresteerd.

Guijkens komt in het Oranjehotel terecht en gaat via Amersfoort en Vught naar Haaren voor het 2e OD-proces. Zijn moeder ziet hem daar weer voor het eerst na zijn onderduiken. Hij gaat met de meeste andere in dat proces Abgetrennten naar Kamp Natzweiler en in september 1944 naar Dachau. Vandaar wordt hij met een aantal lotgenoten op transport gezet naar Gröditz. Daar wordt hij op 17 april 1945 om het leven gebracht bij de nadering van de bevrijdingslegers.