Florian Franciscus Aberle

Portret

Naam: Florian Aberle

Geboren op 25 februari 1921 te Rotterdam

Beroep: sleutelmaker of bankwerker

Woonplaats: Den Haag

Gearresteerd op 24 juli 1942

Straf: doodstraf; apart proces?

IM 314 OD lijst: K; nr. op bijlage 3B: 101

Overleden: gefusilleerd op 8 juni 1944 te Keulen

Florian Aberle is vernoemd naar zijn vader, de Duitser Florian Aberle. Hij heeft een Nederlandse moeder, Francisca Cornelia Spierenburg. Florian wordt geboren in Rotterdam als zijn ouders daar op familiebezoek zijn. Hij woont de eerste tien jaar van zijn leven in Stuttgart. Zijn ouders scheiden eind 1929 en Florian verhuist in 1931 met zijn moeder naar Nederland.

In 1941 krijgt Aberle een oproep om in dienst te gaan bij de Duitse Wehrmacht. Zijn moeder, die hertrouwd is met een Nederlander en in Den Haag is gaan wonen, verklaart later: “Daar hij lid was van een verzetsorganisatie en zich geheel Nederlander voelde, voldeed hij niet aan deze oproep en dook hij onder. “ Hij sluit zich aan bij de Ordedienst (OD). Via Hertly, een actieve Haagse OD’er met veel illegale contacten, duikt hij onder bij Frederika Kuhlman op het Petuniaplein in Den Haag. Op datzelfde adres zit ook Abraham Wijnberg ondergedoken, eveneens een bekende van Hertly. Beide mannen worden actief in de verzetsgroep van Hertly binnen de OD en Aberle wordt een van diens belangrijkste medewerkers.

De groep houdt zich vooral bezig met het verkrijgen en verbergen van wapens, munitie en explosieven en ook met zenders. Eén van hin acties is de overval op 20 april 1942 op het huis van de NSB’er Van der Zanden aan de Hanenburglaan. Aberle weet dat er wapens in dat huis zijn en dat Van der Zanden die avond niet thuis is. Samen met Wijnberg en enkele anderen van de groep gaat hij naar het huis. Als ze nog bezig zijn de woning te doorzoeken, komt Van der Zanden onverwachts thuis. Aberle doodt Van der Zanden en de mannen gaan er vandoor. Hij en de andere mannen ontkomen na deze actie aan arrestatie.

Bij een andere actie, een paar maanden later, loopt het voor hen minder goed af. Aberle heeft een zekere ‘Blonde Jan’ leren kennen en vertrouwt die volkomen. ‘Jan’ heeft contacten met Londen en heeft afgesproken dat er wapens gedropt zullen worden dichtbij Ede. Hij vraagt Aberle om met zijn groep daarheen te komen om de wapens te komen bergen. Aberle, Wijnberg en nog zes andere mannen van de groep gaan in kleine groepjes met de trein naar Ede, ondanks bedenkingen van Hertly. Daar worden ze één voor één ingerekend. ‘Blonde Jan’ blijkt een infiltrant te zijn, de V-man Anton van der Waals. De mannen worden diezelfde avond nog naar Scheveningen gebracht. Naast hen worden meer Haagse OD’ers – o.a. Hertly en stadscommandant Velu van Den Haag - slachtoffer van deze actie, evenals een aantal verzetsmensen van de ID en uit Brabant.

In tegenstelling tot de anderen van de groep van Hertly staat Aberle niet terecht in het 2e OD-proces. Als Reichsdeutscher en gedeserteerde Duitse militair wordt hij vanuit het Oranjehotel – waar zijn moeder hem enige keren heeft kunnen bezoeken - overgebracht naar Keulen. Daar wordt hij op 8 juni 1944 gefusilleerd.