Persoonsgegevens
Voornaam | Adrianus |
Initialen | A.C. |
Achternaam | Ardon |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 26 |
Beroep | kleermaker |
Geboren | 6 januari 1915 in Rotterdam. |
Overleden | 17 juli 1942 in Bunnik/Fort Rijnauwen. |
Reden arrestatie | verzet |
Gearresteerd op | 21 augustus 1941 |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 21 augustus 1941 |
Oranjehotel verlaten | 10 juni 1942 |
Cel(len) | 553 / 555 | Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden |
Vervolg | Utrecht |
Bijzonderheden | lid van Ordediensst; gefusilleerd in Utrecht |
Ingezonden verhalen over Adrianus Cornelis Ardon
Aanvullende informatie Adrianus Cornelis Ardon (Adrie)
ten behoeve van het Nationaal Monument Oranjehotel
Ingestuurd door mw Ardon.
Geboren 06-01-1915 in Rotterdam
Overleden 17-07-1942, gefusilleerd 17-07-1942. waarschijnlijk in Fort Rijnauwen bij Bunnik
Woonden aan de Putselaan 158 in Rotterdam en was kleermaker.
In juni 1940 kwam hij vrij uit militaire dienst.
Hij en zijn broer Jan Ardon (21-07-1920) besloten beiden zich vroeg aan te sluiten bij het verzet.
Ze sloten zich aan bij de Groep “De Geuzen”.
Citaat uit een dagboek van Jan Ardon:
“Door grote onervarenheid, stom en stoer geklets, werd de groep “De Geuzen” grotendeels door demoffen opgerold, hetgeen grote en zware gevolgen had. Verschillende mensen moesten het met de dood bekopen.
Met uiterste voorzichtigheid en zo goed mogelijk selecteren van verschillende mensen, is er een nieuwe groep ontstaan, die de groep “Schoenmaker” werd genoemd.” Einde citaat.
Adrie had de opdracht om te helpen Engelse piloten naar de grens met België te brengen.
Vandaar werden ze via Frankrijk en Spanje terug gebracht naar Engeland.
Er werden ondergrondse blaadjes gedrukt en onder verschillende mensen verspreid. Adrie verzorgde wel eens zo’n blad en hij eindigde altijd met het gezang: ”Een vaste burcht is onze God”.
Op 15-08-1941 stonden Adrie en Jan met 6 man op het station Feijenoord in Rotterdam om met de trein van 18.20 uur naar Den Haag te gaan. Het was 18.00 uur. Een koerierster sprak ons aan en vertelde dat één van ons naar IJsselmonde moest voor een vergadering bij Mr. Hazenberg. Jan ging naar IJsselmonde en Adrie naar een vergadering in Den Haag. Ze spraken af ’s-avonds hun ervaringen wel uit te wisselen.
Om 21.00 uur kreeg de heer Hazenberg telefoon. De zaak was goed behandeld in Den Haag, gaf dat door aan Jan en die ging naar huis. Jan was om 22.00 uur thuis, maar Adrie kwam niet opdagen.
De volgende ochtend om 05.30 uur werd Jan uit bed gebeld. Hij moest zo snel mogelijk verdwijnen, want Adrie met de zijnen waren de avond ervoor (15 augustus) om 21.15 uur overvallen en gearresteerd.
Waarschijnlijk is hij toen naar het Oranjehotel gebracht.
Voor hem begon een slopende tijd van eindeloos verhoor, wat gepaard ging met slaan en schoppen.
Soms duurde de verhoren 36 uur, waarbij hij ook vaak werd gemarteld om hem dingen te laten bekennen die hij wel of niet had gedaan.
Na 7 maanden gevangenschap kreeg de familie bericht dat hij bij zijn rechtzaak een Duits advocaat toegewezen zou krijgen. Dat heeft de familie geweigerd en zelf een Nederlandse advocaat genomen. Dit heeft ook de zaak van Aart Koedoot en Piet Roos behandeld (ook leden van zijn groep).
Kort na zijn veroordeling is hij overgeplaatst naar de gevangenis in Utrecht aan het Wolverplein. Daar hebben zijn ouders hem driemaal bezocht. Jan is er een keer bij geweest.
Op 17 juli 1942 werd hij ‘s-nachts om 3 uur uit zijn cel gehaald. Moest zich aankleden en kreeg 1,5 uur om een afscheidsbrief naar huis te schrijven.
Daarna is hij overgebracht naar Fort Rijnouwen. Geestelijke bijstand is hem verleend door Ds. Martens van Zevenhoven uit Utrecht.
Zes weken na de dood van Adrie mocht die dominee zich in verbinding stellen met de familie.
Adrie is 27 jaar geworden. Zijn laatste woorden waren: “God heeft mij 11 maanden de tijd gegeven om te kunnen sterven. Ik sterf niet als een misdadiger, maar voor mijn land en volk”.
Op 19 juli kreeg de familie zijn afscheidsbrief met een bundeltje kleding.
Pas in 1945 is hij uitgeschreven uit het bevolkingsregister in Rotterdam, nadat de familie bericht had ontvangen van het Rode Kruis dat hij in Velsen is gecremeerd op 17 juli 1942.
Bronnen:
Bovenstaande informatie komt uit een boekje dat Jan Ardon (de broer van Adrie) heeft geschreven voor zijn kinderen in februari 2004. De titel luidt:
Dit is mijn verhaal!
De oorlogsjaren 1940 – 1945
Waarschijnlijk is er een exemplaar gestuurd naar het NIOD in Amsterdam.
Zijn naam staat ook vermeld in het boekje "De Rotterdamse Gevallenen van het verzet 1940 – 1945”
op de pagina’s 19, 71 en 82.
Tevens in het boekje “De gevallenen in de Forten van Utrecht 1942 – 1945” op de pagina’s 17, 25 en 61.
In Fort Rijnouwen en Fort De Bilt staan gedenkstenen waarop zijn naam staat vermeld.
Deze notitie is geschreven door Adrianus Cornelis Verbeek (02-04-1943).
Mijn moeder was een zus van Adrie en ik was het eerste (klein) kind dat na zijn overlijden is geboren en ben naar hem vernoemd.
Rhenen, november 2019.
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden