Persoonsgegevens
Voornaam | Theodoor |
Initialen | Th.M. |
Achternaam | Chotzen |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 44 |
Beroep | Bibliothecaris Carnegiestichting 's Gravenhage |
Woonplaats | Den Haag |
Geboren | 27 juni 1901 in Amsterdam. |
Overleden | 27 februari 1945 in Gevangenis van Scheveningen. |
Gearresteerd op | 0 januari 1945 |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 24 januari 1945 |
Oranjehotel verlaten | 27 februari 1945 |
Bijzonderheden | Overleden in het Oranjehotel |
Ingezonden verhalen over Theodoor Max Chotzen
Een keltoloog, taalkundige en pacifist onder de wapenen en in het verzet.
Deze kennismaking met Theodor Max Chotzen is mogelijk gemaakt door onderzoek verricht door Kees Veelenturf en Lauran Toorians, verhalen verteld door zijn dochter , de Grebbestichting , onderzoek bij het NIOD en medewerking door de OGS.
Theodor Max Chotzen werd geboren in Amsterdam op 27 Juni 1901. Het vierde kind in het gezin van Waldemar Chotzen en Elise Chotzen – Mendel. Hij had drie oudere zusters; Gisela, Rosalie en Hélène. Op 20 November 1929 treed hij in het huwelijk met Go van Driel en op 16 April 1931 word hun dochter Cornelia Margaretha Elisabeth geboren.
Betere tijden, de familie Chotzen in de tuin achter hun huis in Den Haag.
Studie
Na de lagere school ging hij naar het HBS in Amsterdam, daar deed hij op 17 Juli 1918 eindexamen en vervolgens op 9 Augustus 1919 staatsexamen. Zijn universitaire studie startte hij in Leiden met de opleiding Taal en Letterkunde van de Oost-Indische Archipel. Taal studies volgde elkaar in snel tempo op: akte middelbaar onderwijs in de Franse taal, kandidaats examen in de romaanse talen, colleges Maleis, Javaans en Arabisch, studie Wels. In 1923 gaat hij in Amsterdam studeren Romaanse taal en letterkunde en een privatissimum Wels en start met de studie van het Bretons. In 1924 studeerde hij cum laude af in de letteren. Na dit examen vervolgd hij zijn studie met onderzoek naar de poëzie van de veertiende-eeuwse dichter Dafydd ap Gwilym, studeert nog Gotisch en doet paleografische vaardigheden op. Tevens gaat hij nog een tweede en derde privatissimum voor Modern Iers en Oudiers volgen. Op 7 Juli 1927 promoveert hij cum laude na het verdedigen van zijn in het Frans geschreven proefschrift Recherches sur la poesie de Dafydd ab Gwilym. Dit proefschrift word nog steeds als een gezaghebbende studie over deze materie beschouwd. Vele indrukwekkende publicaties volgen nog.
Onder de wapenen.
Van januari tot juli 1926 was Theodor Max als pacifist voor zijn eerste oefening onder de wapenen. Bij de 1ste sectie 1926 2de compagnie van de infanterie eerst in Naarden en vervolgens in Oldenbroek. Zijn pacifistische instelling doet hem besluiten niet aan de officieren opleiding deel te nemen maar als soldaat te dienen. Tijdens deze periode werkt hij gestaag door aan zijn dissertatie en komen er ook nog twee artikelen tot stand. Herhaling voor militaire dienst volgt in 1930.
Groepsfoto van 1ste sectie 2e compagnie in Naarden met Max (achterste rij, tweede van rechts).
Carrière.
Theodor Max krijgt in november 1928 een aanstelling bij het Vredespaleis als tweede assistent bibliothecaris. In 1931 aanvaard hij naast zijn functie bij het Vredespaleis de functie van privaatdocent aan de universiteit van Amsterdam. Kernthema’s in zijn werk laten zich schikken onder de hoofden:
- Dafydd ab Gwilym.
- Historische relaties.
- Arthuriana.
- Bretons toneel.
Oorlogsjaren en mobilisatie
Een geleerde onder de wapenen, uit de vele brieven die hij naar huis stuurde blijkt dat hij het allemaal redelijk vermakelijk vond. Hij kan goed met de andere soldaten, die toch veelal een stuk jonger waren op schieten en gaat één van hun lezen en schrijven leren. Met zijn grote talenkennis word hem gevraagd als tolk te dienen voor de eventuele krijgsgevangenen. Tijdens deze mobilisatietijd ziet hij kans door te werken aan zijn onderzoek naar het Bretonse mysteriespel. Toen op 10 Mei de Duitsers ons land binnen vielen, was Max als ordonnans bij de verbindingsafdeling 2 III 8 van het wapen der infanterie gestationeerd op de Grebbeberg. Niet de meest veilige plek om je te bevinden in deze dagen. Uit verslag van luitenant van der Boom volgen de volgende fragmenten:
12-5-1940 Aanhoudend gaat het vuur maar door. We krijgen gewonden. Van de 3e sectie krijg ik regelmatig bericht via de ordonnans Chotzen. Wat een kerel is dat. Over de Heimersteinselaan, die steeds onder vuur ligt komt hij regelmatig heen en weer even kalm als altijd. Al iemand lof verdient is hij het wel. Gewonden brengt hij weg; iemand met een afgeschoten voet en been, Chotzen helpt.
13-5-1940 Dodelijk vermoeid, vaak gewond, struikelend onder de luchtdruk van de granaten maar bovenal met een indrukwekkende moed hielden de verdedigers hun positie vast. Iedereen die een wapen vast kan houden deed mee. Chotzen die zich op 12 mei al had onderscheiden door onder vuur berichten over te brengen en door het in veiligheid brengen van gewonden, had ook een plaats in de loopgraaf gevonden. Met zijn karabijn vuurde hij op de vijand, vóór hem had hij een foto van zijn gezin geplaatst.
Toen het onderdeel van Theodor Max Chotzen zich overgaf onttrok hij zich aan capitulatie en wist in de commandopost te komen. Dit paviljoen werd verdedigd door majoor Landzaat commandant van het 1ste bataljon van het 8ste regiment infanterie en enkele soldaten maar werd aan drie zijden door de Duitsers zwaar onder vuur gehouden. Chotzen raakt door de inslag van een granaat gewond en word afgevoerd naar de bataljonspost. Deze verdediging onder leiding van Majoor Landzaat maakt een hele grote indruk op hem. Later schrijft hij in zijn dagboek “de herinnering aan Landzaat, die je leerde hoe een offer te moeten brengen. Het hoogste offer door een man die zo intens van het leven hield “. Op 14 mei verneemt hij dat overste Henning wil doorbreken en sluit zich bij hem aan. De groep valt uiteen door mitrailleurvuur en Theodor Max sluipt een leeg huis binnen om daar een gelegenheid tot oversteek naar de groep met kapitein Höpink af te wachten. Op 15 mei een uur na de Nederlandse capitulatie word hij krijgsgevangen gemaakt. Zijn echtgenote heeft later in mei het typescript waaraan hij al jaren werkte onder de puinhopen van zijn verblijf in Wageningen opgedolven, waardoor dit werk niet verloren is gegaan.
Vanuit Arnhem word hij samen met de andere gevangenen per trein afgevoerd naar Dulag Bocholt, op 20 mei wordt hij overgebracht naar Stalag Neu-Brandenburg. In zijn notities die hij maakte tijdens dit gevangenschap lees je zijn zeer besliste besluit geen enkele concessie te doen aan deze Duitsers. Op 14 juni keerde hij weer terug uit krijgsgevangenschap, hij schrijft daarover in zijn dagboek” Je hebt in elk geval ontdekt; de gemeenschap waarvoor je je moet geven, neen mag geven. Wat hield je au fond niet idioot veel van de compagnie, de jongens. Verbonden met het volk, de ontvangst in Arnhem voor en na de krijgsgevangenschap, een prop in je keel. Eigenlijk de periode van je leven waarop je met onvermengde voldoening terugziet. Dit bepaald waarschijnlijk mede zijn verzet tijdens de oorlogsjaren.
Op 20 Juni hervat hij zijn werk bij het Vredespaleis, het Vredespaleis is gedurende de oorlogsjaren ongemoeid gelaten door de Duitsers. Het bevel aan het bestuur van de Carnegie Stichting om een lijst van Joodse werknemers te overleggen werd afgewezen en hierdoor werd zijn naam en die van de andere medewerkers nooit aangemeld. In September hervat hij zijn werkzaamheden in Amsterdam. Echter in December ontvangt hij van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam de formulieren ten behoeve van de zogenaamde Ariër- verklaring. De reactie van Max is onverzettelijk en tekenend voor zijn persoon. Hij schrijft het volgende aan de burgemeester. Tot mijn leedwezen is het mij niet mogelijk te voldoen aan Uw uitnoodiging om door invulling van de bijgevoegde formulieren mee te werken aan het ter zijde stellen van Grondwettelijke rechten ter uitvoering van een verordening van den bezetter, welke in strijd met art. 43 van het internationale Regelement op den Landoorlog. Dit verbiedt mij niet in de laatste plaats de herinnering aan mijn vele kameraden, die ik op de Grebberg hun leven heb zien offeren voor de handhaving van onze vrijheden, waaronder ook deze. Kenmerkend voor zijn integriteit en de zachte aard van Max is dat hij in zijn dagboek schrijft. Geweigerd de ahnenformulieren in te vullen. Achteraf enige spijt over brutale brief, omdat burgemeester de Vlugt zeer ziek blijkt te zijn. Maar ik kan ’t principieel niet anders dan als eenige weg zien. Het gevolg was dat zijn privaat-docentschap werd ingetrokken. Zelf trekt hij een typeschrift terug vanwege de “eigenaardige rol van de voorzitter”, hij doelde daarmee op de pro-Duitse opstelling. Max blijft gedurende de oorlogsjaren aan allerlei onderzoeken en artikelen werken. Zijn werk bij het Vredespaleis geeft hem de mogelijkheid om op een in de kelder verstopte stencilmachine, die van zijn schoonfamilie afkomstig was, illegale kranten te drukken. Met de verspreiding hiervan was ook zijn dochter betrokken. Vader en dochter maken deel uit van de verzetsgroep “Hein “ het gezin verborg ook onderduikers en officieren. Tegen het einde van 1943 probeert Max een poging om naar Engeland te komen, hij voelt een grote behoefte om te kunnen bijdragen aan de bevrijding van Nederland. In Engeland wilde hij zich beschikbaar stellen voor deze oorlogsvoering. De reis was mede voorbereid door de weduwe van majoor Landzaat. Max wist tot diep in Frankrijk door te dringen, maar daar bleek het onmogelijk om naar Engeland over te steken. Hierna keerde hij weer huiswaarts.
Vals Frans paspoort benodigd voor de poging om naar Engeland te komen
Op 16 Januari 1945 wordt mevrouw Chotzen – van Driel door leden van de Landwacht Nederland gearresteerd op verdenking van koerierswerk. Haar naam is vermoedelijk door gegeven door een dubieuze contactpersoon van Oom Arie, uit de verzetsgroep Hein. Aangezien zijn dochter Cornelia Margaretha Elisabeth ( Kees ) Chotzen pas 13 jaar was veronderstelde men dat de benaming Miss Chotzen op haar moeder moest slaan. Tijdens verhoor op de Frederikskazerne bleek dat zij niet de juiste persoon was, bovendien was zij inmiddels in de veronderstelling dat haar man en dochter waren ondergedoken.
M.A. Ellinkhuizen gaf opdracht aan rottenführer Jan Hooreman de rest van het gezin te arresteren. Beide werden naar de Frederikskazerne overgebracht en werden afzonderlijk ondervraagd. Uit latere rapporten blijkt dat Max tijdens deze verhoren met een koppelriem en gloeiende tangen is mishandeld. Zijn dochter is zo onder druk gezet, dat als zij de adressen niet zou geven dat haar vader dan om 14.00 dood zou worden geschoten. Uit latere brieven aan haar oma verteld zij dat Peis ( zoal zij haar vader noemde ) deze adressen ook wist en dat als hij van mening was dat ze het konden vertellen dat hij dit zelf ook zou kunnen doen. Ze hield dan ook haar mond. In latere verklaringen van de landwachten die de arrestatie hadden verricht, geven zij aan dat ze het niet verantwoord vonden een kind van 13 jaar alleen thuis te laten en dat ze haar daarom ook maar hadden meegenomen. Duidelijk een hele pedagogische keuze. Na ongeveer 10 dagen wordt het gezin Chotzen overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, het “Oranjehotel”. Max werd daar gescheiden van zijn vrouw en kind gevangen gehouden. Op 20 Februari worden zijn vrouw en dochter vrij gelaten. Thuis troffen zij naast de overleden kat een grote puinhoop aan. De rest van de oorlog durfde zij niet meer op dit adres te verblijven. Zijn dochter heeft de rest van de oorlog op alle dagen vele uren bij het poortje van het Oranjehotel zitten wachten op een teken van leven van haar vader. Wat Max in het Oranje hotel is overkomen laat zich raden. Uit naoorlogs politieverhoor van de landwachter Jan Hooreman blijkt dat Max zich tijdens zijn detentie principieel oncoöperatief heeft opgesteld. Hij weigerde verklaringen af te leggen en vermelde dat hij van haat vervuld was jegens allen die het nationaal-socialisme waren toegedaan. Max had zich hiermee een vijand gemaakt die niet terug schrok voor mishandelingen. Door de martelingen en door zijn toestand van ondervoeding is Max waarschijnlijk rond 27 Februari overleden.
Langer dan een jaar bleef elke informatie over Max uit. Na de oorlog werden er veel pogingen door zijn familie gedaan om enige duidelijkheid te krijgen. In Maart 1946 werd de bibliothecaris van het Vredespaleis Jo Vinke geattendeerd op een passage in een gedenkboek over het Oranjehotel celmuren spreken gevangenen getuigen van J.P. Weber, waarin de naam Chotzen voorkomt en bericht hierover de familie Chotzen. In de eerste uitgave van dit boek wordt melding gemaakt van het ophalen door de gemeentelijk ontsmettingsdienst van het lichaam van Theodor Max Chotzen. Deze informatie is later nooit officieel bevestigd en ook alleen in de eerste druk vermeld. Tijdens een zoektocht naar zijn eventuele graf zijn wij samen met Jan Willem Tuinman van het OGS wel op een pagina die op zijn kop in een Haags begraafboek zat geplakt gestuit, hierop staat zijn naam vermeld. Dit leverde helaas niet meer duidelijkheid op.
Op 29 Mei wordt door koningin Wilhelmina postuum de onderscheiding van de Bronzen Leeuw aan hem toegekend.
Enkele reacties nadat bekend werd dat Theodoor Max Chotzen inderdaad tijdens zijn verblijf in het Oranjehotel is overleden:
Dat ik hem gedenk als een mens, door-en –door eerlijk, die niet wist te schikken en schipperen, fel en onstuimig in zijn verdediging van vrijheid en recht en als een belangrijk geleerde. ( Maartje Draak )
(Aantekening van zijn vriend Evan D. Jones ) bij een postuum gepubliceerd artikel van Max refereert aan de laatste brief van hem “ Annibyniaeth sydd yn galw.... A brave man had answered t he call, having first cept a promise to a distant friend.
In Memoriam geplaatst door het Vredespaleis
Hiermee geven wij een summiere indruk van een bijzonder mens en de houding die hij aannam toen Nederland werd aangevallen door de vijand en zijn houding tegenover dit bezet gedurende de oorlogsjaren. Zonder graf is dit een manier om Theodor Max Chotzen te eren.
Verwacht word dat in 2016 het typescript Tragedien Sant Guilherm waar hij tijdens de mobilisatie en de oorlogsjaren aan werkte en gered door zijn echtgenote uit de puinhoop in Wageningen, wordt uitgegeven in Bretagne.
De kleinkinderen van Theodor Max Chotzen.
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden