Persoonsgegevens
Voornaam | Gerardus Johannes Petrus Paulus |
Initialen | G.J.P. |
Achternaam | Bastiaans |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 33 |
Beroep | Chauffeur |
Woonplaats | Den Haag |
Geboren | 29 juni 1908 in Den Haag. |
Overleden | 5 februari 1943 in Leusden. |
Reden arrestatie | verzet |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 30 maart 1942 |
Oranjehotel verlaten | Juli 1942 |
Vervolg | Amersfoort, Vught, Amersfoort |
Bijzonderheden | "Ordedienst" |
Ingezonden verhalen over Gerardus Johannes Petrus Paulus Bastiaans
Ingezonden door Betty Hoogeveen-Bastiaans:
Gerard (Gerardus Johannus Petrus Paulus) Bastiaans
Gerard Bastiaans is geboren in Den Haag, op 29 juni 1908. Hij was enige tijd voor de oorlog uitbrak verloofd, met Jo de Moet. Zij waren al een eind op weg met het bijeensparen van hun uitzet.
Samen met zijn vriend Luc Honselaar, die net als hij chauffeur was, en zijn jongere broer Henk werd Gerard al snel na de capitulatie actief in het verzet. Zij wilden naar engeland maar dat lukte niet. Aanvankelijk sloten zij zich aan bij de verzetsgroep van Johan Nout, en na diens arrestatie bij Kap. Chr. van den Berg (binnen de Ordedienst). O.a. ook Bill Roeske, Albert Nout, Rudolf Bierman, Hans Smits, George Elders en Henri Drenth zaten in die groep.
Na een wapendropping in Hooghalen waar Kap. van den Berg en enkele andere leden van hun groep bij betrokken waren, kwam er een grote arrestatiegolf op gang. Gerard, die kort daarvoor vanuit zijn onderduikadres bij familie in Willemsoord (Overijssel) was teruggekeerd naar Den Haag, werd daar op maandag 30 maart 1942 in zijn ouderlijk huis gearresteerd samen met zijn broer Henk en zijn kameraad Luc Honselaar. Zij zijn na hun arrestatie eerst naar het Binnenhof gebracht en voorgeleid en daarna al snel naar Scheveningen, naar het Oranje-Hotel gevoerd.
Na enige tijd, waarschijnlijk medio juli 1942, werd Gerard overgebracht naar het “Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort”. In een proces bij het Feldgericht Utrecht werd Gerard met een aantal van zijn kameraden ter dood veroordeeld. Waarschijnlijk was dit mede, omdat zij in oktober 1941 in Haarlem een aanslag hadden gepleegd op de V--man (verrader) Gerardus Stelbrink. En inmiddels was door een andere verrader, Ridderhof, al veel over hun groep aan de Duitsers doorgespeeld.
Omdat kamp Amersfoort overvol was werd Gerard, net als vele andere gevangenen, in januari 1943 naar Vught getransporteerd; zijn broer Henk was daar inmiddels al. Gerard werd samen met 4 van zijn kameraden op 5 februari 1942 gefusilleerd op de Leusderhei. Samen met hen werden ook 13 verzetsmensen van Het Parool en 2 van de communistische Nederlandse Volks Militie (van Sally Dormits) doodgeschoten.
In het dagboek van zijn broer Henk Bastiaans (die als NN-gevangene na Amersfoort en Vught nog 5 andere kampen overleefde, o.a. Natzweiler en Mauthausen) staat een aangrijpend stuk over de laatste avond (3 februari) van de ter dood veroordeelden in kamp Vught. De avond, voordat Gerard en zijn lotgenoten vertrokken uit kamp Vught om te worden terechtgesteld.
Zij zaten allen in een kring op de grond en haalden herinneringen op uit hun jeugd. Zij wisten dat zij over twee dagen niet meer zouden zijn. De dag waarop het doodvonnis door de kogel voltrokken zou worden, was die ochtend officieel aangezegd. Wie hen echter nu zo zag zitten, zou niet geloven dat deze echt Nederlandse mannen de dood tegemoet gingen. Rustig en kalm zaten zij daar, elkander steunend door hun moed en vastberadenheid. Zij vreesden de dood niet. Af en toe klonk er een gelach als een van hen een leuke anekdote uit zijn jeugdjaren vertelde, even later keken zij weer ernstig en met weemoedige trek op hun gelaat als een ander over zijn vrouw en kinderen praatte, die hij in dit leven nooit meer zou zien. Stil en vervuld van diepe ontroering luisterde ik toe. Dit was iets wat ik nog niet begreep. Deze berusting in hun lot en deze overgave aan Gods H. Wil was voor buitenstaanders een onbegrijpelijk iets. Ook mijn broer vertelde. Eerst over zijn kinderjaren, zijn ouders en andere familieleden, dan over het tijdperk dat hij naar zijn eerste baas ging en steeds als hij tot mij zei: “weet je nog wel, Henk” dan knikte ik maar, want spreken kon ik niet, daar een prop in mijn keel zat. Verder over zijn verloofde en de plannen die hij gehad had. Allen luisterden toe en leefden in gedachten mede. Zo kreeg ieder zijn beurt. De gehele nacht door bleven zij praten en toen ik de ochtend daarop opstond om afscheid van hen te nemen, was ik gebroken. Ik beloofde hen om, wanneer ik ooit levend uit die hel zou komen, ik hun bloedverwanten de groeten zou doen. Een laatste handdruk en het was voorbij. 5 februari 1943 werden zij gefusilleerd.
Gerard is na de oorlog herbegraven begraven op Nederlands ereveld Loenen, Apeldoorn, vak A graf 804.
Betty Hoogeveen-Bastiaans, dochter van Gerard Bastiaans’ broer Henk.
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden