Persoonsgegevens
Voornaam | Maarten |
Initialen | M. |
Achternaam | de Wilt |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 29 |
Beroep | Slagers patroon/Lid van verzet |
Woonplaats | Vlaardingen |
Geboren | 30 maart 1911 in Vlaardingen. |
Gearresteerd op | 4 maart 1941 |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 4 maart 1941 |
Oranjehotel verlaten | 8 april 1941 |
Vervolg | concentratiekamp Buchenwald; op 2 mei 1945 bevrijd door de Amerikanen. |
Bijzonderheden | Lid van de Geuzen |
Categorieën
Geuzen - 157 naar BuchenwaldIngezonden verhalen over Maarten de Wilt
Maarten de Wilt ‘Ze nemen hier alles van je af’.
De Geus Maarten de Wilt wordt op 4 maart 1941 gearresteerd en opgesloten in het Oranjehotel. In een brief aan zijn verloofde Jannie schrijft hij ‘(…) Ik kan niet beter schrijven, geen tafel en geen vrijheid. ’t Is om gek te worden (…). Ze nemen hier alles van je af’. Met 155 andere Geuzen wordt De Wilt op 8 april 1941 op transport gesteld naar Buchenwald. Tijdens de oorlog zit hij in verschillende kampen. Op 2 mei 1945 wordt hij bevrijd door de Amerikanen. Jannie is hem niet vergeten en op 11 juni 1947 volgt het huwelijk.
De executie op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte van vijftien Geuzen en drie Februaristakers geldt als de eerste massa-executie tijdens de Duitse bezetting. Dit jaar dus 80 jaar geleden. Om hier bij stil te staan, plaatsen we in samenwerking met Museum Vlaardingen en het Stadsarchief Vlaardingen deze week elke dag een Geuzenportret.
Geuzenserie: Maarten de Wilt
Vlaardinger Maarten de Wilt werkt vanuit zijn slagerij op de Hoogstraat voor de eerste verzetsgroep van Nederland, de Geuzen. Hij vervoert onder meer wapens in manden, verstopt onder vlees.
‘Ze nemen hier alles van je af’
Op 4 maart 1941 wordt De Wilt gearresteerd en overgebracht naar het Oranjehotel. Daar kan hij nog gauw een bericht schrijven aan zijn Jannie, geschreven op slagerspapier dat hij misschien nog in zijn jas heeft kunnen vinden:
‘Jannie, ik maak het goed, zit in een cel. Ze zeggen dat ik lid ben van het Geuzenvendel en daarom houden ze mij hier, ik weet niet hoe lang. (…) Ik kan niet beter schrijven, geen tafel en geen vrijheid. ’t Is om gek te worden. (…) Ze nemen hier alles van je af.’
Jaren later vertelt Marla de Wilt hoe haar vader de vijftien ter dood veroordeelde Geuzen afscheid van elkaar hoorde nemen: ‘Er was één Geus, die was bij zijn verhoor doorgeslagen en die schreeuwde uit zijn cel: ‘Kunnen jullie me vergeven? Anders kan ik niet rustig sterven!’ En toen
zeiden de andere Geuzen: ‘Ja, we hebben het je vergeven’. Dat heb ik van mijn vader gehoord. Tja, wat zou jij hebben gedaan, dat weet je niet. Zo iemand kan je toch niet veroordelen?’
‘Wij zullen voor hen zorgen’
Op 8 april 1941 worden De Wilt en 155 andere Geuzen naar concentratiekamp Buchenwald gestuurd. De rest van de oorlog wordt hij naar andere kampen gedeporteerd. Gelukkig kan De Wilt over de toekomst fantaseren, hij schrijft bijvoorbeeld op 20 juli 1941:
‘Dag en nacht ben je nooit uit mijn gedachten. Als ik weer terug ben, kunnen we samen opnieuw beginnen, toch? Dat zal geweldig zijn, jij ook in een witte jurk, dat wil je toch? Ik verlang heel erg naar die tijd.’
Op 2 mei 1945 wordt De Wilt bevrijd door de Amerikanen in Malchow, een satellietkamp van Ravensbrück. Jannie is hem niet vergeten en op 11 juni 1947 treden ze in het huwelijk. Marla de Wilt: ‘Als iemand doodging dan zeiden ze altijd: ‘Wij zullen voor hen zorgen’. Dat was de algemene kreet in het kamp: ‘Wij zullen voor hen zorgen’.’ En dat gebeurt ook na de oorlog: als kinderen van de gestorven Geuzen in de slagerswinkel kwamen hoefden ze niets of heel weinig te betalen.’
(Fotobijschriften: De verlovingsfoto van Maarten de Wilt en Jannie Schouten, 1 februari 1946)
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden