Johannes Jacobus Moret

Persoonsgegevens

VoornaamJohannes
InitialenJ.J.
AchternaamMoret
GeslachtMan
Leeftijd61
BeroepAccountant
WoonplaatsWassenaar
Geboren29 september 1880 in Rotterdam.
Overleden31 mei 1945 in Bergen-Belsen.

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel29 april 1941
Oranjehotel verlaten26 maart 1942
VervolgBerlijn, Sonnenburg, Sachsenhausen, Oranienburg, Bergen-Belsen
BijzonderhedenStijkelgroep

Categorieën

Stijkelgroep
 

Ingezonden verhalen over Johannes Jacobus Moret

Ingestuurd door Nationaal Monument Oranjehotel op 24 juli 2020

Ingezonden door Herman J.A. Wachtels van den Berg, zoon van Willem Wachtels van den Berg:

Mijn vader, Willem Wachtels van den Berg, wordt op 2 mei 1941 in Waalwijk gearresteerd samen met Albert Dercksen door de Sicherheitspolizei en afgevoerd naar de Deutsches Polizeigefängnis, van Alkemadelaan 850 te Scheveningen met meenamen van hun persoonlijke post, de ploertendoder van mijn vader en de stencilmachine die bij Albert Dercksen op zolder stond. Albert Dercksen wordt opgesloten in Einzelhaft-cel 347 (B-gang) en Willem Wachtels van den Berg moet zijn cel delen met iemand; een zogenoemde ”schoft”, waarmee een crimineel wordt bedoeld die strafvermindering krijgt als hij een verzetsman weet uit te horen. Na de cel gedeeld te hebben met diverse ”schoften” wordt mijn vader bij verzetsman dhr. J.J. Moret in cel 612 (E-gang) geplaatst. In de cel wordt een potloodje gevonden en dhr. Moret schrijft een afscheidsbrief met gedicht voor zijn echtgenote en zoon. Mijn vader krijgt het verzoek deze, mocht hij eerder vrijkomen, af te geven aan zijn compagnon dhr. de Jong van Accountantskantoor Moret en de Jong in Den Haag, die de brief door zal geven. Wegens gebrek aan bewijs voor het drukken en distribueren van de verzetskrant ”Vrij Nederland” worden de twee Waalwijkers 13 juni 1941 vrijgelaten. Hun vroege arrestatie is hun geluk geweest, want later werd het Oranjehotel in zijn geheel overgenomen door de Sicherheitspolizei, het regiem werd ”Rücksichtslos” en had de bezetter geen bewijs meer nodig voor ernstige strafmaatregelen. Als duidelijk wordt dat mijn vader vrijkomt verzoekt dhr. Moret niet alleen zijn afscheidsbrief met gedicht, doch ook zijn trouwring en zegelring mee naar buiten te smokkelen en te overhandigen aan compagnon dhr. de Jong. Bij hun afscheid bedankte dhr. Moret mijn vader voor zijn ”geciviliseerde” aanwezigheid. Zodra mijn vader in vrijheid werd gesteld begaf hij zich naar het Accountantskantoor Moret en De Jong in Den Haag en verzocht de secretaresse meermalen om Dhr. De Jong te mogen spreken, maar wilde haar niet zeggen waar het over ging. Mijn vader zag er uit als een landloper: slecht verzorgd en een baard van zes weken, wat bij de secretaresse de nodige vragentekens opriep. Uiteindelijk werd hij toch in de kamer van dhr. De Jong toegelaten en overhandigde hem de afscheidsbrief met gedicht, de zegelring en trouwring van compagnon dhr. Moret uit de voering van zijn colbert. Dhr. Moret maakte naar later blijkt deel uit van de Stijkelgroep, was overste bij de Marinereserve en verbleef tot maart 1942 in het Oranjehotel. De hele Stijkelgroep is op transport gesteld naar Berlijn en daar door de Krijgsraad ter dood veroordeeld. Dhr. Moret heeft bij wijze van gratie onbepaald uitstel van executie gekregen en in het najaar van 1943 als ”Nacht und Nebel-Gefangene “ vervoerd naar Küstrin en vervolgens naar Oranienburg. Vermoedelijk februari of maart 1945 naar Bergen-Belsen, verder is niets meer van hem bekend. Willem Wachtels van den Berg zette na gevangenschap zijn verzetswerk voort door hulp aan onderduikers en distributie van voedselbonnen waar nodig op onderduikadressen en werd later begiftigd met het Verzetsherdenkingkruis.
Albert Dercksen bleek na gevangenschap sterk vermagerd en had lichamelijk het meest geleden. In maart 1942 geeft hij bloed op, er wordt tuberculose (TBC) bij hem geconstateerd en moet 10 maanden thuis kuren voor hij zijn werk kan hervatten. Ondanks zijn ziekte raakt ook hij net als Wachtels van den Berg weer betrokken bij verzetswerk. Na de oorlog bezocht weduwe Mw. Moret met haar zoon jaarlijks ons thuis en de gesprekken waren altijd nieuwsgierig naar hun belevingen en gesprekken in cel 612 van het Oranjehotel.
De ploertendoder was een geschenk van een Nederlandse politieagent die mijn vader aansprak op het centraal station van Utrecht waar ze samen stonden te kijken naar het lossen van zwaar oorlogsmaterieel door de Duitsers.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken