Vilmos Obermeijer

Woonde in Den Haag aan de Lijsterbesstraat 129. Hij was de pleegzoon van het echtpaar G. Dreijer en M.H. Vreeling. Zijn geloof was Gereformeerd. Ongehuwd. Student aan de Technische Hogeschool Delft.
Vilmos Obermeijer die na weigering tot tekenen zijn illegaal werk begon, betrok hierbij al spoedig ook spionage.
Waardevolle gegevens over vliegvelden, mijnenvelden, nieuwe Duitse uitvindingen op het gebied van onderwater versperringen aan de kust en vijandelijke versterkingen werden door hem verzameld, terwijl hij zich tevens inlichtingen wist te verschaffen over het Duitse terugtocht-plan en de emplacementen langs deze route. Kaarten werden gefotografeerd en in kleine kokertjes doorgegeven.
In april of mei 1944 kreeg hij een waarderend schrijven van de Intellegence Service (afd.Gs 3) en werd hij agent van deze dienst.
Obermeijer, die gebruik maakte van den naam Victor de Vries, was hoofd van de K.P. in Den Haag (De K.P. van kleine Vic).
Reeds in het voorjaar van 1944 werd hij gezocht en werd er een prijs van F 5000,-- op zijn hoofd gesteld.
Op 12 oktober viel hij op de Laan van N.O. Indië 240 in Duitse handen en na twee weken streng cellulair en vruchteloze verhoren in het Oranjehotel, van 12 oktober 1944 tot 28 oktober 1944, viel hij op 28 oktober voor het vuurpeloton.
Zijn stoffelijk overschot werd geborgen op 24 maart 1947.

Informatie uit:
wo2slachtoffers.nl
oorlogsbronnen.nl
oorlogsgravenstichting.nl