Willem Karel Eduard de Ruyter

Persoonsgegevens

VoornaamWillem
InitialenW.K.E.
Achternaamde Ruyter
GeslachtMan
Leeftijd31
BeroepJournalist (redacteur NRC)
Geboren8 maart 1913 in Rotterdam.
Overleden1 april 1945 in Buchenwald (kdo. Weimer).
Plaats grafConc. kamp Buchenwald te Weimer

Gearresteerd inRotterdam
Gearresteerd op21 februari 1944

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel21 februari 1944
Oranjehotel verlaten5 juni 1944
Cel(len)549 / 557  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
VervolgVught
Sachsenhausen
Buchenwald

 
Bron(nen):
Oorlogsbronnen.nl
Oorlogsgravenstichting.nl
Dodenboeken Oranjehotel

Ingezonden verhalen over Willem Karel Eduard de Ruyter

Ingestuurd door Jan-Willem Meijer op 21 augustus 2024

Willem Karel Eduard de Ruyter
Rotterdam 8 maart 1913 – Buchenwald 3 april 1945


Wim de Ruyter raakte op het Rotterdamsch Lyceum bevriend met zijn leraar Nederlands Menno ter Braak. Na het in Leiden behaalde kandidaats rechten ging hij in 1938 werken bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Teneinde de meestertitel te behalen heeft hij op de Vrije Universiteit nog enkele tentamens afgelegd. Hij staat als W.K. de Ruyter vermeld op de plaquette van de V.U. met namen van oorlogsslachtoffers.
Op 20 februari 1944 is hij opgepakt door Nederlandse politieagenten in zijn appartement aan het Emmaplein, een dag later zat hij geïsoleerd in het Oranjehotel. Hij had distributiekaarten aan joodse onderduikers gegeven maar vertikte het om namen te noemen. Hij moet verraden zijn. In zijn enige brief uit het Oranjehotel vraagt hij nadrukkelijk om etenswaren, maar vergeefs, want in rode potloodletters staat boven aan de brief Pakketten niet toegestaan.
De zeventienjarige J.H. Barkey Wolff, die van 28 maart tot ongeveer 20 april 1944 in het Oranjehotel zat, heeft gesproken met W.K.E, en noteert de volgende herinneringen:

“Dat wij met elkaar konden praten was overigens wonderlijk en ik ontdekte het als volgt: toen ik in mijn cel belandde, ben ik prompt op het tafeltje in slaap gevallen (4 uur lang, vertelde Willem), waarna ik als een soort godswonder ineens een stem uit het plafond hoorde met: wie ben je ?, wat is er gebeurd ?, waarom antwoord je niet ? Die stem, Willems stem, bereikte mij via een gat tussen 2 CV-buizen die langs het plafond liepen.
Ik meende op mijn hoede te moeten zijn en gaf dus wat vage antwoorden, incluis dat ik ziek was, waarop Willem prompt : roep de dokter op, dat doe je zo en zo. Die dokter
verscheen de volgende dag – een volstrekt overspannen en doodsbange gevangene die
meteen mijn pillen weg ritste). Willem wat later: wat gebeurde er bij jou ? Ik: een dokter
die gek is. Waarop Willem: ga wat slapen... en kijk naar de wolken, anders ga je scheel
kijken.

Inmiddels had mijn huisarts contact kunnen krijgen met de 'normale' gevangenis-arts
die warempel in mijn cel verscheen (begeleid door alweer een HolIandse SD’er)
en die mij mededeelde dat mijn longontsteking vrijwel over was, plus dat ik ‘goede'
pap zou krijgen.
Willem wat later : Wat gebeurde er bij jou ? Ik ; een andere dokter. … .. ik krijg pap.
's Avonds vertelde ik Willem dat ik zowel de normale preu als die pap had ontvangen
en bij Joost niet wist wat ik ermee moest beginnen.
Willem: alsjeblieft, probeer het, zet je kruk op je matras en duw wat van die preu in
wat toiletpapier door dat gat...
Met angst en beven - stel dat de bewaking het hoort of ziet / stel dat je omlaag dondert –
ben ik de klim toch begonnen en waarachtig: het lukte.
En Willem retourneerde, zeer tevreden, wat opbouwende woorden.

Bizar was het volgende evenement met dat gat. 0p een gegeven moment zegt Willem, met schrik in zijn stem, ze hebben door het kijkgat gekeken en vermoedelijk gezien dat ik zat te schrijven.
Ik hoor hem het potloodje terug leggen in dat gat - maar te laat. Even later allerlei mannen in zijn cel, Wo Bleistift ?, Willem weer de kruk op om het te pakken, en dan ineens gejuich bij die duitsers.

Later vertelt een ontdane Willem: toen ik daarboven op die kruk stond, toen barstte een elastiek in mijn onderbroek waardoor een serie beschreven velletjes pleepapier naar beneden dwarrelde - tot vermaak van de duitsers.
Maar wat schreef je dan ?
Willem: een synopsis voor een boek over kunst-filosofie ... wat moet ik nu beginnen ?
Voor mij was het wonderlijk dat Willem in zijn situatie zoiets kon opbrengen. Maar hij deed het. En meteen adviseerde hij mij toch vooral lang over éen onderwerp na te denken - ter afleiding.”


Van Barkey Wolf weten we ook dat De Ruyter regelmatig naar de aparte afdeling van de Sipo/SD (Sicherheitspolizei en Sicherheitsdienst, de politieke recherche en geheime inlichtingendienst) die zich speciaal met Joodse Zaken bezighield in het kantoor op de Haagse Mesdagstraat werd gebracht waar de gevreesde Kaptein hem dan aan een nader “verhoor” onderwierp.

Op 5 juni werden alle gevangenen naar Vught getransporteerd. Het briefje dat hij toen clandestien in de trein heeft geschreven spreekt van andere omstandigheden dan zijn opgewekte gecensureerde brief: “Ik heb drie maanden alleen in een cel gezeten, zonder luchten, zonder boeken en zonder gezelschap.”
In Vught kreeg hij veel meer te eten dan in het Oranjehotel, dankzij pakketten van thuis en Het Rode Kruis.

Op 5 augustus – de geallieerden rukten verder op - werden alle mannen uit Vught afgevoerd naar Sachsenhausen, waar hij op 5 oktober 1944 werd ingezet bij de Grosz Ziegelwerke, een steenfabriek. Dat betekende zwaar werk en weinig eten.
Van 19 oktober tot 24 november zat hij in een in Schonungsblock. “Dort wurden arbeitsunfähig kranke Häftlinge ohne medizinische Versorgung bei halber Essensration zusammengepfercht”. En op 29 november werd hij als ‘Hilfsarbeiter’ aangesteld in Lehnitz, bij Oranienburg, waar een fabriek werd opgezet voor de Heinkelfabriek. ”Die “Hilfsarbeiter” wurden konsequent ausgebeutet, anschlieszend gegen “arbeitsfähige” Häftlinge ausgetauscht und “auf Transport” geschickt (u.a. nach Bergen-Belsen)”. In Sachsenhausen is hij ontmand, waarschijnlijk omdat hij aan epilepsie leed.

Ook Sachsenhausen werd ontruimd, en op 6 februari 1945 is hij in Buchenwald aangekomen in het zgn. Kleine Lager, waar de omstandigheden nog beroerder waren dan in het grote kamp (barakken zonder ramen of WC). Hij leed aan tbc en was zeer verzwakt. In barak 65 is hij waarschijnlijk overleden. Het rapport van de K.L. Buchenwald “Lagerartzt“, gedateerd 4 april 1945, vermeldt als sterfdatum 3 april 1945, ”an Herzschlag”. Zondag 1, en maandag 2 april was het Pasen.

Bronnen: archieven van het NIOD, van Buchenwald en Sachsenhausen, brieven van medegevangenen die het overleefd hebben, documenten en uitspraken van de familie van WKE. Artikel in Vrij Nederland van 2 september 1995 o.a. over J.H. Barkey Wolf. Brief van Barkey Wolf aan J.G. Meijer van october 1995.

Jan-Willem Menno Meijer, Den Haag (e-mail: jwmmeijer@planet.nl) 29 januari 2021
(W.K.E. was een broer van mijn moeder, H.W. Meijer-de Ruyter)



Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken