Hans Maria Scheifes

Persoonsgegevens

VoornaamHans
InitialenH.M.
AchternaamScheifes
GeslachtMan
Leeftijd38
BeroepComponist, muziekrecensent, dirigent
WoonplaatsAmersfoort
Geboren6 oktober 1906 in Gelsenkirchen.
Overleden24 november 1989.

Reden arrestatieDesertie
Gearresteerd op23 april 1945

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel26 april 1945
Oranjehotel verlaten5 mei 1945
Bijzonderhedenschuilnaam "Willem Vervloet", groep Rehorst

 
Bron(nen):
Formulier persoonsgegevens oud-gevangenen
Oorlogsbronnen.nl

Ingezonden verhalen over Hans Maria Scheifes

Ingestuurd door Relinde de Bruin - Scheifes op 03 november 2024

Biografie van Johannes Maria Scheifes
Geboren 6 oktober 1906 te Gelsenkirchen(D), overleden 24 november 1989 te Etten-Leur
Vader: Wilhelm Scheifes, geboren 6 juni 1875 te Krefeld(D), overleden 29 mei 1935 te Gelsenkirchen(D)
Moeder: Elisabeth Laaks, geboren 9 februari 1879 te Gelsenkirchen(D), overleden 28 augustus 1963 te Telgte(D)
Gehuwd met Wilhelmina Hendrika Margaretha Smink
Geboren te Amersfoort 12 juni 1920, overleden te Breda, 27 februari 2003
Vader: Christiaan Wilhelmus Joseph Smink, geboren 26 december 1892 te Amersfoort, overleden 29 april 1960 te Amersfoort
Moeder: Alida Theodora Maria Kuntz, geboren 26 mei 1893 te Amersfoort, overleden 30 september 1976 te Amersfoort

Hans groeide op in Gelsenkirchen. Zijn vader was directeur en hoofdredacteur van de Gelsenkircher Zeitung. In zijn jeugd had hij zowel piano- als vioolles. Tijdens zijn middelbareschooltijd schreef hij al recensies van (muziek)uitvoeringen voor deze krant.
Hans studeerde van 1926 tot 1931 Germanistiek, Muziekwetenschappen en Geografie, eerst in München en later in Münster. In München hoorde daarbij ook de opleiding tot dirigent en componist. In Münster deed hij onderzoek naar volksmuziek in de regio Westfalen. In 1931 moest hij zijn studie onderbreken wegens een zware operatie. Voor herstel ging hij naar Nederland, waar hij verbleef in Leusden.
In München was hij lid van een katholieke studentenvereniging. Ook toen hij in Nederland was, onderhield hij contact daarmee. De vereniging keerde zich tegen de opkomst van Hitler en dus van het Nationaal Socialisme. Hans stond achter dit standpunt. Dit was de hoofdreden voor Hans om niet naar Duitsland terug te keren. Hij brak zijn studie daar af.
In 1935 keerde hij kort terug naar Duitsland voor de begrafenis van zijn vader. Zijn vader was zwaar ziek geworden, mede door de stress. Zijn krant moest, tegen zijn wil, een Nazi-krant worden. Hij stierf tijdens een noodzakelijke operatie. Hans heeft direct na de begrafenis de Nazi-vlag van het graf gehaald en is onmiddellijk weer naar Nederland teruggekeerd.
Na zijn herstel vestigde Hans zich in Amersfoort. Hij leerde de Nederlandse taal en studeerde voor het MO-A diploma Duitse taal en letterkunde. (Nu: lerarenopleiding Duits 2e graad). Hij behaalde in 1932 het diploma. Hij besloot om van de muziek zijn werk te maken. Hij bespeelde, naast piano en viool, diverse instrumenten, zoals orgel, blokfluit, gitaar en accordeon. Hij stichtte zijn eigen muziekschool, hij werkte als dirigent van verschillende koren en hij was kerkorganist. Daarnaast was hij van 1935 tot 1940 kunstredacteur voor o.a. het Amersfoorts Dagblad en de Eemsbode.
Voor de inval van de Duitsers heeft hij geprobeerd de Nederlandse nationaliteit te krijgen, maar dat is hem helaas niet gelukt.
Eén van de leden van het meisjeskoor, waarvan hij dirigent was, was Wil Smink. Zij werden verliefd en zij verloofden zich toen Wil 18 jaar was.
Na de inval van de Duitsers in Nederland op 10 mei 1940, werden alle Duitse staatsburgers die in Nederland woonden gedurende korte tijd geïnterneerd. In deze chaotische dagen ontmoette hij diverse andere, voor hem onbekende Duitsers, die later in de oorlog elkaar hard nodig hadden, zoals Paul Jellinek en Ulrich Rehorst, die beiden ook in Amersfoort woonden.
Omdat Hans de Duitse nationaliteit had trouwden zij op 16 april 1941 in Amsterdam voor het Duitse Standesamt. Na het ja-woord kregen zij “Mein Kampf”, geschreven door Hitler, cadeau. Op 17 april volgde het kerkelijke huwelijk te Amersfoort. Wil bleef de Nederlandse nationaliteit behouden. Zij gingen wonen Jacob Catslaan 14 te Amersfoort. Uit veiligheidsoverwegingen verbrandde Hans “gevaarlijke” boeken en nam een abonnement op “Der Deutsche Zeitung in den Niederlanden”.
Op 22 april 1942 werd Lidewij en op 6 juni 1943 Relinde geboren. Marijke werd geboren op 8 juli 1944 te Hoogland. Zolang Hans Duitser was, kregen de kinderen de Duitse nationaliteit. Na de oorlog volgden nog 11 kinderen.
Aanvankelijk hoefde Hans niet in militaire dienst, maar hij werd wel “Reserve” gemaakt. Dat veranderde in 1942. In augustus moest hij echt in militaire dienst. Hij stond hiermee voor het dilemma: in dienst gaan of onderduiken. Na overleg met diverse mensen van de ondergrondse in Amersfoort kiest hij ervoor in dienst te gaan. Hierdoor werd het huis een prima dekmantel voor illegale activiteiten, waaronder het opnemen van onderduikers. Eén van hen, Jan van Es, werd later, in 1953, staatssecretaris van Defensie.
In de gang van hun woonhuis hing naast de voordeur een spiegel. Wanneer iemand aan de deur kwam en Wil argwaan had, draaide zij de spiegel om en het portret van Hitler kwam te voorschijn. Zij ging niet in op verzoeken om lid te worden van welke (Duitse) organisatie ook. Via Jan van Es dook in december 1942 Wim Storm met zijn vriendin in huis onder. De als arts opgeleide Wim Storm was redacteur van het verzetsblad “De Vonk” en medewerker van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, de latere NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Wanneer hij vertrekt is er plaats voor de Joodse familie Jellinek, bestaande uit Paul, Lisa en hun zonen Franz en Sepp. Door Wim Storm werd het huis ook doorgangshuis voor Joden uit Amsterdam. De organisatie van het huishouden kwam grotendeels neer op Wil en later ook op Lisa Jellinek. Wim Storm zorgde voor veel van de benodigde voedselbonnen.
Hans gaat naar een opleidingskamp van het leger in Maastricht. Omdat hij ouder dan dertig jaar was, werd hij, samen met andere “oudere” Duitsers, opgeleid tot bewaker van bruggen, strategische punten en belangrijke gebouwen. Hierbij hoorden ook schietoefeningen, die hij verafschuwde. Zijn rang was “Schütze”. In de loop van de jaren weigerde hij elke bevordering tot een hogere rang. Bevordering beschouwde hij als een aanval op zijn integriteit. Hij diende o.a. in Nijmegen, Lopik, Amersfoort en opnieuw in Nijmegen. Hij maakte daar op 22 februari 1944 het bombardement door de Amerikanen mee.
Hij schreef veel brieven aan zijn vrouw Wil en zij aan hem, waarbij beiden rekening moesten houden met de censuur. Brieven werden geopend en gelezen. Daarnaast schreef hij gedichten en verhalen en componeerde liederen. Hij kookte voor zijn mede-bewakers in de huizen waar zij waren gehuisvest. Maar zeker zo belangrijk waren de ontspanningsavonden voor officieren, waar hij als violist met hen musiceerde in kleine orkestjes. Hier stonden zijn oren wijd open en bijzonderheden speelde hij door aan de ondergrondse. Op de brug in Nijmegen bracht hij boodschappen van het verzet over van de ene naar de andere kant via hem onbekende mensen.
Uit de briefwisseling van Hans en Wil blijkt dat ze een enkele keer geluk hebben gehad dat een brief van Wil niet geopend werd. Hierin stonden voornamen van mensen die connecties hadden met het verzet of die zelf in het verzet zaten. Er wordt o.a. verwezen naar Ulrich Rehorst, die een verzetsgroep leidde die later verraden is. Deze groep had o.a. contact met Wilhelm Staehle, een Duits kolonel die later deelnam aan het complot tegen Hitler. In juni 1942 bezocht Wil Scheifes een bijeenkomst bij Rehorst thuis, waar Staehle zich uitsprak tegen de jodenvervolging en tegen het nationaal-socialisme. Hans werkte intensief samen met de groep Rehorst.
Omdat Amersfoort te gevaarlijk werd, verhuisde het gezin in mei 1944 naar de Molenweg in Hoogland, nu gemeente Amersfoort. De nog steeds ondergedoken familie Jellinek kon niet mee verhuizen. Via Wim Storm kregen zij een nieuwe identiteit als de familie Jonker, zodat zij zich als Nederlanders in Amsterdam konden vestigen. Zoon Sepp ging nog wel voor enige maanden mee naar Hoogland. De gehele familie Jellinek heeft de oorlog overleefd. Ook in dit huis in Hoogland hebben mensen ondergedoken gezeten, zoals korte tijd vijf leden van een knokploeg uit die plaats.
5 september 1944 is het Dolle Dinsdag. Geruchten doen de ronde dat heel Nederland binnenkort bevrijd zal zijn, dankzij de opmars van de Geallieerden. De Duitsers hebben in die tijd gebrek aan “verse” soldaten voor het Oostfront in Rusland en voor de gevechten met de geallieerden. Zij roepen daarbij ook oudere soldaten op, zoals Hans. Voor Hans is 6 september het moment om te deserteren.
Hij dook een korte periode onder op een boerderij in Hooglanderveen. Dat werd te gevaarlijk. Rond november 1944 dook hij onder in zijn eigen huis. Hij kreeg via Wim Storm een nieuwe identiteit: Willem Vervloet. In de tweede helft van april 1945 lag het front vlak bij het huis in Hoogland. Duitse soldaten wilden het huis gebruiken als uitkijkpost voor hun schutters. Bij doorzoeking van het huis vonden zij het Duitse paspoort van Hans.
Op 23 april 1945 werd hij gearresteerd in een schuilplaats bij zijn buurman, Martin Boon. Hij kreeg de opdracht thuis zijn fiets pakken. Hij leidde de soldaten, die hem gearresteerd hadden, langs een omweg achter zijn huis langs, omdat voor het huis mijnen lagen. Hij wist, toen hij werd afgevoerd, zijn valse identiteitsbewijs als Willem Vervloet weg te gooien. Onder toezicht van Duitse soldaten gingen zij op de fiets naar Amersfoort. Na een nacht in de cel werd hij overgebracht naar het hoofdkwartier van de Duitsers op de Maliesingel in Utrecht. Daar werd hij ondervraagd en opgesloten. Op 1 mei 1945 werd hij ter dood veroordeeld en op 3 mei overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, het Oranjehotel. Hij kwam daar in de dodencel, samen met andere ter dood veroordeelden. Kort na 5 mei hadden geallieerden de gevangenis in Scheveningen overgenomen. Wel bleven de gevangengenomen Duitsers onder Duitse bewaking. Hun kleding werd vervangen door SS-uniformen. Het doodsvonnis van Hans werd niet voltrokken en omgezet in 20 jaar tuchthuis in Duitsland.
Onder Duitse bewaking moesten de gevangenen op transport naar Duitsland. De datum van vertrek uit de gevangenis is niet geheel duidelijk, maar ligt zeer waarschijnlijk na 24 mei. De bedoeling was eerst dat ze per schip vanuit IJmuiden zouden worden vervoerd. Toen zij lopend in de buurt van Noordwijkerhout waren aangekomen, kregen zij contact met Nederlandse militairen. De Duitse gevangenen wisten hen ervan te overtuigen dat zij geen misdadigers waren, maar gevangengenomen deserteurs. De Nederlandse militairen besloten hen niet verder te laten lopen naar IJmuiden en een onderzoek in te stellen. Daarop werden de gevangenen per auto naar Haarzuilen gebracht, waar zij werden ondergebracht in een dakpannenfabriek. Daar zag Hans een jongen lopen, die hij kende uit Amersfoort. Hij heeft deze jongen een briefje meegegeven voor zijn schoonvader Chris Smink, die contact opnam met de Binnenlandse Strijdkrachten in Amersfoort. Deze schakelde de recherche in van de Politieke Opsporingsdienst Amersfoort. Commissaris E. de Vries van de POD “Utrecht Oost” schreef het verzoek om Hans van uit het kamp mee te geven aan de brenger van het verzoekschrift, een politieagent, omdat Hans nodig was voor verhoor. Dit lukte, waardoor Hans op 1 juni 1945 in Amersfoort te horen kreeg dat hij vrij man was.
Vanaf 23 april leefde Wil in grote onzekerheid. Zij was in verwachting van hun vierde kind. Zij heeft ziekenhuizen en begraafplaatsen afgezocht. Op 1 juni 1945 was Hans weer thuis, bevrijd en herenigd met zijn Wil en zijn drie kinderen.
Tijdens de perioden van gevangenschap in Utrecht en in het Oranjehotel schreef hij een groot aantal composities op kladblaadjes. Muziek hield hem af van het denken over wat hem te wachten stond, het dreigende einde van zijn leven. Al deze 60 blaadjes zijn bewaard gebleven. Daarnaast componeerde hij ook nog een bundel met 10 Kerstliederen, op teksten die hij zich herinnerde. Diverse van deze composities heeft hij later uitgewerkt. Zo’n drie en een halve maand na zijn vrijlating op 1 juni voltooide hij het koorwerk “Reizang van burgers, terugkerend uit ballingschap” voor het Amersfoorts Mannenkoor op tekst van P.C.Boutens.
In 1946 werden 12 bundels met liederen op Nederlandse teksten uitgegeven bij Uitgeverij St. Gregorius te Utrecht.
In 1948 doet hij opnieuw een poging een bundel met liederen op Duitse teksten uit te geven onder de titel “Lieder von Einkehr und Glück”. In deze naoorlogse jaren was er geen ruimte om iets uit te geven dat refereerde aan de voormalige bezetter en het lukte dus niet een uitgever te vinden die dit aandurfde.
Hij was in de periode van 1945 tot 1949 betrokken bij de bevrijdingsfeesten in Amersfoort en bij de oprichting van de Beiaardschool aldaar. Het was voor hem moeilijk om in Amersfoort aan voldoende werk te komen. In de ogen van velen bleef hij een Duitser en dat was hij ook nog steeds.
In 1949 werd hij gevraagd organist en dirigent te worden van de Lambertus parochie in Etten (NBr) en directeur van de op te richten muziekschool aldaar. Hij nam de benoeming aan. Een week na de geboorte van Goedele op 13 augustus 1949, het zevende kind, verhuisde de familie van Hoogland naar Etten en Leur.
Bij zijn aanstelling als directeur van de muziekschool was een huis beloofd voor het gezin van Hans en Wil. Dat huis bleek er (nog) niet te zijn. Het gezin werd ondergebracht in het Mariahuis, het gemeenschapshuis, waar ook het arbeidsbureau in gevestigd was. De 7 kinderen sliepen op het toneel en de zaal was de huiskamer. Toen na een jaar het arbeidsbureau een nieuw kantoor kreeg, hebben Hans en Wil de lege kantoorruimtes gekraakt. Het protest van de gemeente en de RK Kerk in de personen van de burgemeester, de “opper” van de politie en de deken hebben zij weerstaan, omdat er nog steeds geen andere woonruimte beschikbaar was. Op eigen initiatief hebben zij na vier jaar de voormalige Dordsche Kinderkolonie op de grens van Etten en Breda kunnen huren. Hier konden alle gezinsleden veel beter tot ontplooiing komen.
Hans ging aan het werk als koordirigent en organist van de Lambertuskerk. Daarnaast richtte hij voor de gemeente Etten en Leur een muziekschool op. Hierin werden ook dans en creatieve vakken geïntegreerd. Toen de opzet van het nieuwe cultureel centrum Sint Frans klaar was, hoopte Hans Scheifes daarvan directeur te worden. Dat gebeurde niet, ondanks het feit dat hij en de kinderen op 11 november 1954 de Nederlandse nationaliteit hadden gekregen. Zijn Duitse achtergrond zat hem nog steeds in de weg.
Om inkomen te hebben werd hij leraar. Hij gaf muzieklessen o.a. op scholen in Etten en Leur en hij werd leraar Duits aan het Moller lyceum en later de Roncalli scholengemeenschap in Bergen op Zoom. Thuis richtte hij een huiskoor en -orkest op. Er werd wekelijks gemusiceerd.
Hans was daarnaast actief als eindredacteur van het tijdschrift “Sint Cecilia” van de Katholieke Bond van Harmonie- en Fanfaregezelschappen. Hij dirigeerde diverse harmonieën en was jurylid bij regionale en landelijke concoursen. Hij schreef ca. 680 composities, waaronder veel koorwerken, liederen, missen en werken voor blaasorkest. Hij bewerkte bestaande composities voor zijn koor en orkest en hij schreef werken die hij uitvoerde met zijn scholieren in Bergen op Zoom.
Het huis van Hans en Wil stond altijd open. Mensen in nood werden opgevangen. Muziekuitvoeringen werden gegeven. Kinderen en kleinkinderen waren altijd welkom, kortom het was een gastvrij huis.
Enkele jaren voor zijn dood droeg hij de leiding van het huiskoor over aan Goedele, die muziekdocente was en het huisorkest aan Ad Koks, die jaren eerste violist van het orkest was. Zijn gezondheid nam af en hij stierf op 24 november 1989. Met veel liefde heeft Wil de traditie van gastvrijheid en muziek voortgezet. Zij stierf op 27 februari 2003.

P.S.
In 2022 zijn Hans en Wil door de Staat Israël benoemd tot “Righteous among the Nations” (Rechtvaardigen onder de Volken) wegens het redden van de levens van de Joodse Paul, Lisa, Franz en Sepp Jellinek door hen onderdak te bieden gedurende een periode van de Tweede Wereldoorlog. De namen van Hans en Wil zijn bijgeschreven op “The Wall of Honour” te Jeruzalem.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken