Jacob Gerardus Hogetoorn

Woonde in Den Haag. Zoon van kapper Gerardus Hogetoorn (9 mei 1883 Groningen-3 juli 1953 Den Haag) en Johanna Hermina Felix ( 24 mei 1887 Den Haag-27 december 1955 Den Haag). Ongehuwd. Kapper / masseur. Sergeant bij het Regiment Jagers. Lid verzet behorend tot de verzetsgroep Mekel. Volgens vader Hogetoorn ontmoetten leden van de groep Mekel elkaar in zijn zaak. Op 11 juli 1941 keerde zijn zoon 's avonds niet naar huis terug. Hij belde het privé-adres van politieman Marten Slagter op. Van diens echtgenote kwam hij te weten dat Jaap was gearresteerd. Acht dagen later werd hij zelf door Slagter in zijn woning gearresteerd. Dertien weken zat hij in Scheveningen gevangen. In die periode kwam Slagter herhaaldelijk met zijn zoon en zijn cel. In Amersfoort werd Jacob Hogetoorn in april 1942 door het Feldgericht des Kommandierenden Generals und Befehlshabers im Luftgau Holland ter dood veroordeeld.
Op 3 mei 1942 is hij in Sachsenhausen met acht anderen van de groep Mekel en 62 leden van de Ordedienst geëxecuteerd. Van de Duitsers vernam vader Hogetoorn op 7 mei 1942 dat zijn zoon was gefusilleerd voor spionage.
Zijn stoffelijk overschot werd gecremeerd in het concentratiekamp Sachsenhausen.

Informatie uit:
wo2slachtoffers.nl