Barend Gerrit Hazenkamp

Zoon van koopman Gerrit Jan Hazenkamp (28 augustus 1859 Hengelo - 1 mei 1924 Hengelo) en Dina van den Bos (20 mei 1863 Stad Almelo - 26 augustus 1938 Grave).
Broer van : Jan (15 maart 1887 Hengelo-Driene - 2 januari 1945 Hengelo), Johannes (2 augustus 1889 Hengelo-Driene -
3 oktober 1957 Deventer), Engelina (1 april 1891 Hengelo-Klein Driene - 21 juli 1964 Hengelo), Gerritdina (6 mei 1895 Hengelo), Mina Johanna (10 augustus 1897 Hengelo - 18 februari 1972 Enschede) en Gerrit Jan (24 mei 1902 Hengelo).
Getrouwd op 19 oktober 1918 te Almelo met Gerritdina de Jong (12 september 1892 Ambt Almelo).
Letterzetter
Woonde in de Galileistraat 76A te Schiedam
Anti-militaristisch propagandist (1921). Communist Kandidaat C.P voor Provinciale Statenverkiezing 1923. Voorzitter afdeling Schiedam der I.R.H. (1938).
Hij was voor de oorlog actief in het vakbewegingswerk. Bestuurder van de Algemene Nederlandse Typografenbond. Hij stencilde en verspreidde De Waarheid. Hij werkte in de groep van Gerrit Kastein.
Gearresteerd op 28 januari 1942 door Lange (Sicherheitsdienst), Veefkind (Inlichtingendienst). Wegens medewerking aan De Waarheid, afd. Schiedam, C.P. Nederland. Als gevolg van informatie verkregen tijdens de martelmoord op Herman Hol-
stege en daarmee indirect door de infiltratie door politiespion Van Soolingen.
Van 28 januari 1942 tot 31 januari 1942 zat hij gevangen in Huis van Bewaring Noordsingel in Rotterdam.
Hij werd tijdens een proces van 20-23 oktober 1942 in Amsterdam ter dood veroordeeld.
Hij zat samen met de student Edmund Wellenstein (studentenverzet) in een cel van het Oranjehotel. Hazenkamp heeft Wellenstein nog in Kamp Amersfoort vlak voor zijn executie ontmoet. Hij schreef vlak voor zijn executie een afscheidsbrief aan zijn vrouw.
De ministers van Justitie Goseling (Katholiek) en Gerbrandy (Antirevolutionair) zijn medeverantwoordelijk voor de moord, omdat ze opdracht hebben gegeven dat de Politie Inlichtingendiensten tijdens de bezetting voor de bezetter moesten blijven door werken; burgemeester De Monchy (Liberaal) is medeverantwoordelijk omdat hij op 15 mei 1940 opdracht aan de Haagse Politie Inlichtingendienst gaf om voor de bezetter communisten te blijven opsporen; het latere hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst is medeverantwoordelijk omdat hij in nauwe samenwerking met de Sicherheitsdienst leiding gaf aan de opsporing van communisten.

Erelijst CPN : Werd voorgedragen voor het CPN Eereboek voor omgekomen communisten.
Nationale Erelijst : Stond daarop opgenomen als gevallene in het verzet.

Informatie uit:
genealogieonline.nl
oorlogsbronnen.nl
rudi-harthoorn.nl