Aaron Swaab

Zoon van Joseph Swaab (1 maart 1873 Amsterdam - 21 december 1939 Amsterdam) en Jetje Berkhof ( 2 januari 1871 Amsterdam - 27 augustus 1943 Auschwitz).
Zijn broers en zusters, die eveneens tijdens de Holocaust zijn omgekomen waren: Benedictus (16 december 1891 Amsterdam - 6 maart 1944 Auschwitz), Hartog (9 februari 1894 Amsterdam - 17 september 1943 Auschwitz), Mozes (19 november 1897 Amsterdam - 2 april 1943 Sobibor), Sientje (7 juni 1899 Amsterdam - 10 september 1943 Auschwitz), Anna (14 januari 1901 Amsterdam - 9 juli 1943 Sobibor), Samuel (17 oktober 1906 Amsterdam - 27 augustus 1943 Auschwitz), Heintje (10 januari 1912 Amsterdam - 22 oktober 1943 Auschwitz).
Rebecca (12 december 1895 Amsterdam - 20 maart 1989 Bussum) en Eva (16 augustus 1908 Amsterdam -23 juli 1952 Amsterdam) overleefden de oorlog.
Getrouwd op 17 juli 1929 te Amsterdam met naaister Sara Baruch (24 februari 1905 Amsterdam - 3 december 1942 Auschwitz).
Ze kregen twee dochters, Betty (6 juli 1938 Amsterdam - 3 december 1942 Auschwitz) en Henriëtte ( 23 december 1930 Amsterdam - 3 december 1942 Auschwitz).
Van Joodse afkomst
Regenjassenplakker
Woonde in de Tilanusstraat 75 III in Amsterdam
Aaron was sinds maart 1935 werkzaam bij de textielfabriek Hollandia-Kattenburg in Amsterdam.
Rond 1 augustus 1942 heeft hij zich aangesloten bij de Nederlandse Volks Militie.
Op woensdag 11 november 1942, omstreeks 16.30 uur, deed de Sicherheitspolizei onder leiding van Willy Lages een inval in de Hollandia-fabrieken. Alle uitgangen werden afgezet en de joodse medewerkers van het bedrijf werden 's avonds weggevoerd. Van alle die avond weggevoerde werknemers, maar ook van de werknemers die al eerder op transport waren gesteld, is in het 'Boek der tranen' een foto genomen.
Op beschuldiging in het Hollandia-bedrijf het illegale blad De Waarheid te hebben verspreid en te hebben opgeroepen tot sabotage van de voor het Duitse leger bestemde productie van regenjassen door langzaam te werken of de lopende band onklaar te maken, werd een aantal werknemers gearresteerd.
In januari 1943 werd tegen een eerste groep van vijf in Utrecht een proces gevoerd. Een tweede proces tegen de andere vijf werknemers ging niet door. De vijf joden werden als strafgeval naar Westerbork overgebracht en vandaar naar Auschwitz op transport gesteld. Aaron Swaab was één van hen.
Eerste arrestatie 7 augustus 1942. Vrijgelaten op 15 augustus 1942.
Tweede arrestatie 14 november 1942.
De eerste keer kwam hij in Westerbork binnen in het kader van de Holocaust'; hij werd vermoedelijk vrijgelaten omdat hij een Wehrmachtstempel had dat hij bij Hollandia-Kattenburg voor de Wehrmacht werkte.
Op 14 november 1942 werd hij opnieuw Westerbork binnengevoerd en kort daarop naar het Oranjehotel overgebracht. In het Oranjehotel moesten Jacob Smeer en Bernard Luza van elkaar gescheiden onder fysieke dwang actieve communisten aanwijzen. Swaab was één van de aangewezenen, werd naar een onbekende plek overgebracht en op 20 november 1942 opnieuw het Oranjehotel binnengevoerd.
Nacht und Nebel gevangene
Zijn partner en twee kinderen werden ook meteen opgepakt, naar Westerbork overgebracht en op 3 december
1942 in Auschwitz vermoord.
Op 21 januari 1943 is Aaron Swaab omgekomen in Auschwitz.

Informatie uit:
joodsamsterdam.nl
joodsmonument.nl
rudi-harthoorn.nl
genealogieonline.nl
oorlogsbronnen.nl