Jan Hoberg

Persoonsgegevens

VoornaamJan
InitialenJ.
AchternaamHoberg
GeslachtMan
Leeftijd18
BeroepKantoorbediende
WoonplaatsCastricum
Geboren28 september 1925 in Ouder-Amstel.
Overleden13 april 1944 in Wassenaar, Waalsdorpervlakte.
Reden van overlijdenGefusilleerd
Plaats grafR.K. begraafplaats St. Pancratius te Castricum

Reden arrestatieOverval op distributiekantoor Alkmaar
Gearresteerd inAlkmaar
Gearresteerd op15 februari 1944

Oranjehotel

Datum in Oranjehotel12 april 1944
Oranjehotel verlaten13 april 1944
Cel(len)416  |  Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden
BijzonderhedenGefusilleerd op Waalsdorpervlakte

 

Ingezonden verhalen over Jan Hoberg

Ingestuurd door Jacqueline 't Hart op 08 december 2024

Zoon van Johannes Hoberg (16 augustus 1898 Amsterdam - 1974) en Alida Christina Kuilboer (16 augustus 1897 Amsterdam - 17 november 1984 Amsterdam).
Broer van : Herman Rudolph (22 augustus 1924 Ouder-Amstel), Helena Christina (24 november 1926 Ouder-Amstel), Alida Elisabeth Catharina (24 november 1926 ouder-Amstel), Anna Catharina (5 juni 1929 Ouder-Amstel) en Dirk Johannes
(5 december 1936 Castricum).
Het gezin verhuisde in 1934 naar Castricum.
Na de lagere school bezochten beide jongens een R.-K. Muloschool in Alkmaar. In 1938 werd in Alkmaar de katholieke verkennersgroep Don Bosco opgericht. In oktober 1938 kwam Herman Wagenaar, die een belangrijke rol zou spelen in de verkennerij, met groot verlof uit militaire dienst. Herman en zijn broer Emile zorgden voor de eerste aanwas van de groep. Herman werd hopman. Volgens een verslag van één van de bijeenkomsten heeft Herman Wagenaar op 5 november 1938 aan vader en moeder Hoberg toestemming gevraagd voor de deelname van Hennie en Jan. Samen met Jaap Vlas en André van Elburg werden ze lid. Door Hopman Herman en Vaandrig Emile Wagenaar werd op 9 november 1938 de eerste troepavond georganiseerd op het zolderkamertje van de Hopman aan de Stationsweg met zes verkenners.
Op 22 februari 1939 kwam het nieuwe houten clubhuis aan de Zandersloot achter het huidige AZ-terrein gereed en was het zolderkamertje niet meer nodig. Voor de oorlog waren er twee neutrale en vier katholieke padvindersgroepen en één vendel voor padvindsters. In totaal speelden 400 meisjes en jongens het spel van Scouting. De verkenners hebben niet lang van hun nieuwe hoofdkwartier kunnen genieten. Na het verbod op Scouting werden onmiddellijk de groepseigendommen in veiligheid gebracht en niet veel later werd het HK in beslag genomen door de Jeugdstorm-jongeren van de NSB. De troep van 24 verkenners bleef onverstoord doordraaien, alleen het uniform werd in de kast gehangen. Gedurende de oorlogsjaren was een kleine groep verkenners actief in het op kleine schaal de NSB en Jeugdstorm moeilijk te maken. Dit betrekkelijk onschuldige kattenkwaad monde uit tot een grootschaliger verzet naarmate de onderdrukking heviger werd. Van de Don Boscogroep waren Jan en Hennie Hoberg, André van Elburg, Jaap Vlas en Emile en Herman Wagenaar. Ook de bij de andere groepen waren leden actief in het verzet, zoals Herman Bak, Gerard Veldman en Fritz Conijn van de Katholieke Dominicusgroep, Districts commissaris Doeko Bosscher, Assistent districtscommissaris Welpen Nel Lind, de joodse Bob van Amerongen en Bob van Hilten van Groep 1 De Kaninefaten en Pieter Jacob Jongens van Groep 2 De Geuzen. Hennie en Jan moesten aan het begin van de oorlog onderduiken om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. Hennie verdween in Amsterdam en Jan vond onderdak bij Emile Wagenaar, waar hij ook op kantoor werkte.
Op 25 februari 1944 vond er een overval plaats op het stadhuis in Alkmaar. Jan en Hennie Hoberg, Jaap Vlas, André van Elburg, Herman Wagenaar en Ton waren hier actief bij betrokken. Deze jongens waren verkenner bij de Don Bosco groep met uitzondering van Ton. Hij was actief bij een andere groep. Herman was hopman van de groep., Ze maakten deel uit van de ondergrondse beweging die uit was op vernietiging van het bevolkingsregister in hun stad. Onder leiding van Wagenaar beraamden ze de overval. Wekenlang had André gespioneerd op het stadhuis en hij had – met hulp van een ambtenaar- een gedetailleerde plattegrond van het stadhuis gemaakt. Het doel was om de kluis open te breken, het bevolkingsregister te vernielen en formulieren, zegels en stempels voor persoonsbewijzen mee te nemen waarbij het kantoor van Emile Wagenaar als uitvalsbasis werd gebruikt. De avond voor de overval kwamen de jongens daar samen. Jaap en Andre hadden een paar dagen te voren al strozakken in het donker aangesleept, omdat ze wisten, dat het maandag wel eens laat kon worden. De volgende avond zouden we versterking krijgen uit de omgeving, zodat het voor ons met voldoende bewapening een kalm klusje zou worden. De overval mislukte en het merendeel van de jongens is op tijd gewaarschuwd. Ze komen de een na de ander op de afgesproken plaats, het kantoor van Emilie Wagenaar, aan. Jan Hoberg werd gearresteerd en op het politiebureau op brute en lafhartige wijze mishandeld. Hij zat in het Oranjehotel in Scheveningen van 12 april 1944 tot 14 april 1944 in cel 416. Op de 14e werd hij op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen gefusilleerd, samen met onder andere vaandrig Wim Lengton uit Zwolle. Op dat moment was hij de jongste (18 jaar) van de in Nederland gefusilleerden.
Vader Hoberg heeft na de oorlog de stoffelijke resten van zijn zoon Jan kunnen identificeren aan de hand van zijn boordje. De herbegrafenis vond plaats met militaire eer op de RK begraafplaats bij de St. Pancratiuskerk in Castricum. De familie heeft de stoet uit Den Haag opgewacht bij de grens met Limmen en een heilige mis werd opgedragen in de St. Pancratiuskerk. Zijn graf is later geruimd.
Scoutinggroepen in Alkmaar en Castricum namen als eerbetoon de naam van Jan Hoberg aan. In augustus 1945 heeft men op verzoek van de Pancratius-parochie de verkennerij St. Wilfried opgezet. De beginselen van de verkennerij zijn de leiders bijgebracht door Wil Seignette, districtscommissaris uit Beverwijk. Op 6 december 1945 werd hopman Niek de Graaf geïnstalleerd door kapelaan Van der Zalm. Ondertussen waren er twee troepen gevormd, de Jan Hobergtroep en de Jan van Hoofftroep. De twee troepen waren vernoemd naar twee verzetshelden uit de Tweede Wereldoorlog. De eerste was de Castricummer Jan Hoberg en de tweede, Jan van Hooff, was een verkenner uit Nijmegen die meehielp om de Waalbrug voor de geallieerde strijdkrachten te behouden en daarbij sneuvelde. Uit het feit dat deze namen zijn gekozen door de verkenners zelf, blijkt wel dat de oorlog een diepe indruk op de jongens had gemaakt.

Informatie uit:
vrijheid.scouting.nl
geni.com

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Account / aanmelden

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Account / aanmelden

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Account / aanmelden

Een andere gevangene zoeken