Persoonsgegevens
Voornaam | Tom |
Initialen | Th. |
Achternaam | Navis |
Geslacht | Man |
Leeftijd | 29 |
Beroep | student |
Woonplaats | Den Haag |
Geboren | 10 april 1913 in Den Haag. |
Overleden | 22 februari 1944 in Natzweiler. |
Reden van overlijden | uitputting |
Plaats graf | Oud Eik en Duinen te 's Gravenhage |
Reden arrestatie | Groep Gruthing-dAquin, verraden door V-man |
Gearresteerd in | Rotterdam |
Gearresteerd op | 7 juli 1942 |
Oranjehotel
Datum in Oranjehotel | 8 augustus 1942 |
Oranjehotel verlaten | 16 november 1942 |
Cel(len) | 644 | Een cel adopteren? Bekijk de mogelijkheden |
Vervolg | Haaren, Utrecht, Amersfoort, Natzweiler |
Bijzonderheden | Thomas Navis is de broer van Johanna Navis (zie elders in het namenregister). |
Ingezonden verhalen over Thomas Hartog Navis
Thomas Haulog Navis (Den Haag, 10 april 1913 - Natzweiler-Struthof, 22 februari 1944) was student Scheepsbouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool in Delft en verzetsstrijder tijdens de bezetting.
Tom was de zoon van Lourens Navis (Huisarts, Ridder in de orde van Oranje-Nassau) en Johanna Theodora Navis-Hulsebos. Hij groeide op aan de Prinsegracht 53 in Den Haag. In september 1932 ging Tom studeren voor scheepsbouwkundig ingenieur aan de Technische Hogeschool in Delft. In de meidagen van 1940 werkte Tom op een wijkpost in Den Haag. In november 1941 werd een van zijn beste vrienden, Boelo Koens, opgepakt. Boelo maakte onderdeel uit van verzetsgroep onder leiding van hoogleraar Mekel. Na de arrestatie van Boelo werd Tom actiever in het verzet. Tot dusver spioneerde hij regelmatig in de Rotterdamse haven en gaf informatie aan de verzetsgroep Van Hattem. Tom sloot zich aan bij groep Gruting-d’Aquin. De groep Gruting-d’Aquin maakte onderdeel uit van de zogeheten Inlichtingendienst. Zij hielden zich bezig met het verzamelen en verzenden van gegevens van militaire en politieke aard. Diplomaat Willem (Wim) d’Aquin woonde een tijd in huis bij Johanna Theodora, Tom en zus Margaretha Catharina (Katie) aan de Prinsegracht. d'Aquin getuigde na de oorlog: 'Tom Navis deed – hoewel zeer zwak van gezondheid zijnde – al het mogelijke ons terzijde te staan en was tot elke opoffering bereid. Hij was gelovig en een uitstekende vaderlander.’
V-man Anton van der Waals had uit één van de verhoren van opgepakte verzetsmensen de naam ‘Navis’ doorgekregen. Op advies van SS-er Joseph Schreieder belde hij naar het woonhuis van Tom. Johanna Theodora verklaarde na in 1947 dat er gebeld werd door een onbekend persoon uit Rotterdam, maar dat Tom niet thuis was. De man in kwestie wilde zijn naam niet noemen en vertelde een vriend van Tom te zijn. Later belde Anton nogmaals en maakte een afspraak met Tom bij een telefooncel op het Centraal Station van Rotterdam. Ze liepen elkaar mis. Tom wachte samen met Willem d’Aquin in de stationshal en Anton voor het station. Een dag later belde Anton opnieuw naar het huis aan de Prinsegracht. Volgens Johanna Theodora is Tom daarna naar Rotterdam gegaan en niet meer thuisgekomen. Van der Waals bood Tom diverse technische instrumenten aan die hij nodig had. Ze ontmoetten elkaar in het bijzijn van G.A.J. Huussen op het Hofplein in Rotterdam.
Op 24 mei 1942 rekende de SD met behulp van Anton van der Waals een groot deel van de verzetsgroep aan de Burgemeester Prinslaan 66 in Ede in. Tom was hier niet aanwezig. Op dat moment zat hij ondergedoken bij mevrouw Root aan de Schiedamscheweg 177B in Rotterdam. Tom werd op 7 juli gearresteerd en naar het Huis van Bewaring in Rotterdam gebracht. Daarna werd hij gevangen gezet in cel 644 het Oranjehotel in Scheveningen. Op 9 augustus 1942 schreef Tom zijn eerste brief vanuit gevangenschap aan zijn moeder. In november werd hij naar Kamp Haaren verplaatst. Hier verbleef hij tot 9 april 1943. Vanaf die tijd deelde Tom cel 13 met verzetsgroepsgenoot Huussen in de gevangenis aan de Gansstraat in Utrecht in afwachting van het proces dat eind mei plaatsvond. Han van Hattem, Werner van Doorninck en 21 anderen werden ter dood veroordeeld en Tom, Gruting, d’Aquin en Huussen en 13 anderen voor de duur van de oorlog ingesloten (abgetrennt.)
Op 16 oktober 1943 werd Tom naar Kamp Amersfoort gebracht. Hier bleef hij niet lang. Op 26 oktober 1943 vertrok de trein met de zogeheten ‘Nacht und Nebel’-gevangenen naar kamp Natzweiler-Struthof in Frankrijk. Tom kreeg het kampnummer 05659. Zijn laatste brief aan zijn familie dateert van 25 september. Een paar maanden later - op 22 februari 1944 - stierf Tom in het kampziekenhuis aan de lichamelijke gevolgen van zijn gevangenschap.
Na de bevrijding hoopte zijn familieleden op een positief bericht. Johanna Theodora schreef diverse brieven aan teruggekeerde kampleden om erachter te komen of haar zoon nog leefde. Op 14 juni 1945 kwam het verschrikkelijke bericht dat Tom overleden was. W.G. Pieters uit Apeldoorn – zelf net twee weken teruggekeerd uit Dachau – schreef dat Tom het in het kamp betrekkelijk goed gehad heeft en niet geslagen is. ‘Hij wist zich door zijn kennis productief te maken … Tom heeft een rustig ziekbed gehad en is zacht ingeslapen … Zijn lichaam was door een tekort aan voeding steeds zwakker geworden. Tom was een trouw en nauwgezet kameraad en was steeds tot hulp bereid ... Hij was een goed christen.’
Op 19 september 1945 vond een herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk in Delft voor alle gestorven studenten van de Technische Hoogeschool plaats. Enkele weken daarna – op 9 oktober 1945 – werd voor Tom op de begraafplaats Oud Eik en Duinen een grafrede gehouden. Johanna Theodora ontving op 7 februari 1947 een brief van koningin Wilhelmina waarin ze Tom prees om zijn sabotagedaden. Een half jaar later ontving Johanna Theodora een certificaat en brief van het Ministerie van Oorlog.
In 2005 werd een straat in de Haagse wijk Leidschenveen naar Tom vernoemd: de Tom Navislaan.
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Account / aanmelden
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Account / aanmelden
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Account / aanmelden